Nederland en secularisering lijken sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog hand in hand te gaan. De ‘joods-christelijke identiteit’ van het land waar politieke partijen als ChristenUnie (CU), CDA en de PVV mee lopen te koketteren lijkt steeds sneller en sneller ruimbaan te maken voor een samenleving die zich niet beroept op dergelijke identiteit, maar zich afficheert als seculier – niet-religieus. Maar zegt Nederland werkelijk waar ‘adieu god’, of zijn we misschien toe aan een nieuwe invulling van religie? Ik denk het wel.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) komt deze week met het
nieuws
naar buiten dat meer dan vijftig procent van de Nederlanders zichzelf als niet-religieus identificeert. En dat is een historisch dieptepunt. Te meer als je je bedenkt dat het vorig dieptepunt in 2013 was. Toen stelde het CBS nog dat 47 procent van de Nederlands zich als niet-religieus ziet. In 2010 bedroeg dit 55 procent.
Ouderwets CBS-onderzoek
Dat er sprake is van een daling in religieuze betrokkenheid, moge duidelijk zijn op basis van het bovenstaande. Maar de maatstaven die het CBS gebruikt in het onderzoek, lijken mij anno 2018 een beetje ouderwets. En dat komt door het volgende: er wordt in het onderzoek een duidelijke correlatie gemaakt tussen religieuze betrokkenheid en ‘kerkelijkheid’. Die betrokkenheid uit zich bijvoorbeeld in kerkbezoeken, en kerkelijkheid is de wijze waarop iemand zichzelf identificeert met een religieuze groep. Dat hoeft in dit geval niet enkel te slaan op het christendom – dit geldt wat mij betreft net zo goed voor de islam of het jodendom.
Maar, hier komt het: door religieuze betrokkenheid in verband te brengen met ‘meetbare rituelen’, zoals bezoeken aan gebedshuizen, sla je een belangrijke groep over. Mensen die wel religieus zijn maar die niet in een kerk, moskee of synagoge komen. Zoals bijvoorbeeld ondergetekende.
Alleen naar de moskee
Ik ben al sinds jaar en dag islamitisch. Maar mijn betrokkenheid is in veel opzichten intrinsiek: ik ben bijvoorbeeld geen fervente moskeeganger. En dat heeft vooral te maken met het feit dat ik het fijn vind om de islam alleen te beleven. Ik relativeer het geloof iedere dag, en voel niet echt de behoefte om dit samen met anderen te doen. Daarentegen doe ik bijvoorbeeld wel mee aan de Ramadan. Echter val ik volgens de CBS-maatstaven tussen wal en schip. Daarbij komt dat ik sinds enige jaren mezelf ben gaan verdiepen in het humanisme. Ik kan me erg goed kan vinden in een aantal humanistische waarden, zoals jezelf moreel verheffen zonder je daarbij te beroepen op religie. De combinatie tussen de – in dit geval - islam en het humanisme wordt door humanisten doorgaans afgezworen, maar ik denk daar anders over. Maar goed, dat is een andere discussie. Dit is in ieder geval een voorbeeld van de combinaties van levensbeschouwingen waar het CBS-onderzoek niet gevoelig voor lijkt.
Bovenstaande is slechts één van de honderdduizenden voorbeelden van de maakbaarheid van religie en levensbeschouwing. Het is fluïditeit ten top, en dat kan op geen enkele manier volledig worden gemeten met de maatstaven van het CBS. Want er zijn mensen die niet in god geloven, maar wel in een hogere macht. En mensen die in meerdere goden geloven, maar geen geloof belijden. Er zijn tal van verschillende combinaties.
Maar goed - dat brengt uiteraard een ander methodologisch probleem met zich mee, want als de maatstaven van het CBS geen representatief beeld kan geven van de religieuze groep in Nederland – hoe kunnen we dat dan wel doen? Beste lezer, als ik je dat antwoord kon geven, dan zat ik momenteel niet in Hilversum, maar ergens in New York – in een glimmend gebouw van een prominent onderzoeksbureau, achter een nog glimmender bureau met metronoom links en een bobble head-figuur rechts. Oftewel – ik weet het niet. Maar goed, het is ook een gigantische uitdaging om dit voor elkaar te krijgen.
Iemand die er wél een gooi naar heeft gedaan hier in Nederland, is VU-hoogleraar André van der Braak. De hoogleraar en zijn team hebben de afgelopen jaren
onderzoek
gedaan naar een nieuwe vorm van religieuze identiteit:
multiple religious belonging
. Dit onderzoek gaat wél uit van de fluïditeit van religie, en er wordt ook aangemerkt dat ongeveer 25 procent van de Nederlandse samenleving ‘meervoudig religieus’ is. Oftewel – meerdere levensbeschouwingen heeft. Van der Braak geeft tegenover dagblad
Trouw
aan dat deze onderzoeksgroep zich niet identificeert met het traditionele plaatje van religieuze mensen. Het zijn niet louter moslims, christenen, joden, of pastafariërs. Het is letterlijk alles door elkaar. Maar daar blijft het niet bij: aan de andere kant van de grote plas is eenzelfde soort
onderzoek
gedaan door het gerenommeerde Pew Research Center. Wat blijkt, is dat in Amerika ruim zeventig procent van de mensen die zich als niet-religieus bestempelt wél in een hogere macht gelooft.
Het doet mij ontzettend veel deugd dat de maakbaarheid van religie en de belevenis ervan wordt onderschreven door steeds meer onderzoeksinstituten. Religie is immers een elementair onderdeel van welke cultuur dan ook. En cultuur is complex, en de fluïditeit van religie maakt het alleen maar complexer. Het CBS kan het zich daarom niet veroorloven om zo’n abstract onderwerp te meten aan de hand van gedateerde maatstaven. Ik hoop dat het volgend onderzoek hiervoor waakt. Dat hoop ik echt, in godsnaam.