Morad El Ouakili
© Lin Woldendorp
NPO Radio 2-dj Morad El Ouakili (42) stond ooit als pabo-stagiair tussen de kleuters, maar als ‘vleesgeworden bariton’ geniet hij nu van connecten met luisteraars.
‘O mijn god, die stém. ’‘Net een bronzen klok.’‘ Ik luister ZO graag naar jou.’ En zo gaat het maar door op zijn socials. Morad El Ouakili mag op het oog weinig opvallend zijn – zwarte jas, zwart petje, zwart T-shirt, wat vermoeid, maar wie niet op een donderdag met dit grafweer – als hij begint met praten, gebeurt er iets. Donker en zwaar en met timbre, haast met een galm maar dat kan helemaal niet, een stem voor de openhaard, met honing, whisky, showtrappen en ‘Let’s make some noise!’ - en dat allemaal tegelijk. Zó’n stem.
Ik heb de neiging om je mond open te trekken en erin te loeren.
Grijnzend: 'Mensen denken soms dat ik een compressieapparaat in mijn keel heb, maar dit is echt hoe ik klink.'
Je zusje pestte je er vroeger mee.
'En vaak ook. Ik kreeg best jong, rond mijn twaalfde, de baard in de keel. Ze ging me altijd nadoen en dan werd ik kwaad. Wij het huis door rennen, sneuvelde er weer iets, ‘Niet tegen mama zeggen’, dat werk.'
Zusjes zijn verschrikkelijk.
'Maar écht. Nou ja, toen in ieder geval wel.'
Kun je ook zingen?
'Stefan Stasse (radiopresentator bij NPO Radio 2 en NPO Radio 5, red.) noemde me van de week een vleesgeworden bariton. Maar helaas: nee. Was ik bíjna de nieuwe Frank Sinatra geweest.'
Je bent wel stemacteur.
'Ik heb commercials ingesproken, voor Citroën en sportscholen bijvoorbeeld, en voor evenementen en feesten. Maar omdat ik nu voor de NPO werk, mag het niet meer. Soms vergelijken mensen mijn stem met iemand die filmtrailers inspreekt, dat lijkt me ooit nog wel geweldig. Jeroen Nieuwenhuize deed dat altijd, hij is sowieso een groot voorbeeld voor me. Als ik hem hoor krijg ik het warm. Dat kan een stem met je doen.'
Je draait al lang mee, maar het grote publiek kent jou waarschijnlijk pas sinds de laatste Top 2000, waar je voor het eerst mocht aanschuiven als presentator.
'Zeker, maar ik wil eerst heel graag koffie, die heb ik nog niet op vanochtend.'
Kom je net je bed uit?
'Nee, maar mijn huisgenoot is een fitnessheld, en van hem mag ik niet beginnen met koffie. Eerst thee, en havermoutpap. Niet met havermelk, daar is hij dan weer tegen. En ik mag gelukkig ook vlees van hem eten.'
Je hebt wel je buikvet laten bevriezen.
'Dat is valsspelen. Wow, waar heb je dat gezien?'
Op je Instagram, volgens mij. Maar – vraagt iemand hier met een winterflap: werkt het?
'Hahaha, nee dus. Haartransplantaties trouwens wel.'
Hè, heb je dat gedaan?
'Ja joh, ik was knikkertje kaal en daar werd ik heel ongelukkig van. Nu heb ik weer heel veel haar. Maar goed, ik heb mijn cappuccino, terug naar de Top 2000.'
Nou, laten we eerst even terug in de tijd gaan. Je bent de opvolger van Giel Beelen, die als kind al op zijn kamer radiootje zat te spelen. Hoe begon jouw liefde?
'Rond m’n twaalfde deed mijn vader me op pianoles, dat vond hij belangrijk voor mijn ontwikkeling. En hij kocht ook verzamelcd’s voor me, de MTV Brown Charts. Ik had er wel honderd. Ik zette regelmatig fragmenten online, en een vriend zei op een gegeven moment: ‘Doe daar wat mee, solliciteer bij de lokale radio-omroep van Arnhem.’ Daar was ik zelf nooit op gekomen, maar ik werd aangenomen.'
Je zat in die tijd op de pabo.
'En ik was ook van plan die af te maken. Ik vond het heel leuk, had al mijn stages goed doorlopen – ook bij de kleuters, trouwens. Met een grijns: Ze luisterden goed naar me, dat is het voordeel van mijn stem: ‘Zit’. ‘Stil.’ Maar ik had meer met de bovenbouw. Als kinderen die leeftijd hebben, kun je echt met ze praten en de tegenspraak vond ik ook leuk.'
Helaas, een broodnodige leraar vroegtijdig gesneuveld.
'In mijn vierde jaar kwam inderdaad Funx om de hoek kijken. Die omroep zat in de opstartfase en ze zochten een station voice. Ik moest wel ja zeggen, want nu kon ik mijn grote droom waarmaken.'
Wat was jij voor kind?
'Vergeleken met de rest van de klas zat ik tegen het nerdy-achtige aan. Ik vond exacte vakken heel leuk en ik klooide met synthesizers, wat ook wel technisch is. Maar ik werd nooit buitengesloten door kinderen op school of in de buurt. Ik woonde in een heel multiculturele wijk, of wat ze nu een ‘kansenwijk’ zouden noemen. Ja, er lagen inderdaad drugsnaalden in de zandbak, dat vonden we superspannend. Terugkijkend is dat misschien niet heel tof, je kind zal er maar mee thuis komen, maar ik heb gewoon een heel fijne jeugd gehad. Mijn vader vond het leuk dat ik zo met muziek bezig was, mijn moeder zag me liever piloot worden, of advocaat. Ik weet het nog als de dag van gisteren: mijn moeder douchte me, ik was denk ik zeven, en ze zei: ‘Je kunt toch ook advocaat worden, of iets met cijfers?’ Logisch natuurlijk, mijn ouders komen uit Marokko en die wilden dat ik voor een zeker beroep ging. Maar ik was een creatief kindje. Anders.'
Ik zag een foto die is genomen bij de Top 2000, van jou en je vader. Zijn trots spat eraf.
'Jaaa, zo lief. Hij ging zich ook aan iedereen voorstellen: ‘Hallo, ik ben meneer El Ouakili.’ Een van de mensen die hij een hand gaf, was een vrouw die 250 euro had betaald om er op oudejaarsavond bij te kunnen zijn. Dus dat vertelde ze hem, en hij dacht: wauw, dit is dus wat radio kan doen. En als er een interview verschijnt met mij, staat hij ’s ochtends als eerste in de winkel om dat blad te kopen.'
Morad El Ouakili
© Lin Woldendorp
Wat is jouw talent als radiomaker?
'Dat ik goed kan connecten met mensen, denk ik. Het maakt niet uit hoe oud iemand is, en of diegene boos, blij of verdrietig is: ik voel diegene aan. Dat vind ik ook een van de belangrijkste dingen van radio maken. Waarom zouden mensen naar een zender luisteren, als er ook Spotify is? Ze kiezen voor een dj, die hopelijk niet alleen tegen, maar ook met ze praat.'
Heb je dat moeten leren?
'Zeker. De allereerste slogan van Funx was ‘Welkom bij jezelf’. Alle dj’s werden continu gepusht om met de luisteraars te praten, om ze zich thuis te laten voelen bij de zender.'
In jouw programma bij Funx passeerden ook vaak maatschappelijke discussies hadden. Is het niet jammer dat je die opgedane kennis – en je oude doelgroep - niet mee hebt kunnen nemen naar Radio2?
'Daar is mijn huidige programma niet naar. Dat is van 10 tot 12 ’s avonds, luisteraars hebben dan al een hele dag achter de kiezen. Dus dat is niet het tijdstip voor zware kost, maar voor feelgood. Mocht ik ooit naar vroeger tijdstip verhuizen, dan is daar zeker weer plek voor. Maar nu zit ik heel goed op mijn plek.'
Een groter publiek kan wat betreft sociale media ook inhouden dat je een mijnenveld betreedt. Was je daar bang voor?
'De Top 2000 was mijn presentatie aan het grote publiek. Ik zat daarvoor al bij Radio1, maar dat was qua tijdstip driehoog achter. Dus ja, ik verwachtte wel dat er een paar mijnen zouden ontploffen, bijvoorbeeld: waarom is deze gast opeens onderdeel van het djteam, we hebben hem nog nooit gehoord, dat komt zeker weer door dat hele diversiteitsbeleid. Daar was ik op voorbereid.'
En ook al van tevoren narrig over?
'Nee, want ik ben inmiddels wel wat gewend. Bij Funx ben ik met de dood bedreigd en zelfs achtervolgd (er werd ‘afkeurend’ gereageerd op een muziekprogramma dat hij maakte tijdens de ramadan, red.) en op deze specifieke kwestie zou ik al mijn weerwoord hebben gehad: ik ben gewoon een goede radiomaker met verstand van muziek, dus daarom zit ik nu bij Radio2. Dat heeft niks te maken met waar mijn ouders vandaan komen, want ik ben een Arnhemmer en een Nederlandse jongen. Jazeker, eentje met Marokkaanse roots, maar dat is niet waarom ik op die plek zit.'
Het lijkt me heel irritant dat je daar toch in je achterhoofd rekening mee moet houden.
'Zeker. Het voordeel is dat ik vanaf dag één actief ben geweest op sociale media. Dus ik weet al heel lang hoe die werken, dat de communicatie altijd kort en straight forward is. Als iemand iets lelijks wil zeggen, doet-ie dat meteen in de eerste zin. En ik kan wanneer nodig net zo goed bot terugdoen. Verder neem ik het meeste met een korreltje zout.'
Bij Funx werd tegen je gezegd dat je uit de kast moest komen. Het lijkt me zeer onprettig als radiopubliek zich gaat bemoeien met iets wat zeer privé is.
'Als mensen zo dicht bij je komen en letterlijk alles uit de kast willen trekken, dan houd ik ze op afstand. Ik snap dat ze van alles van je vinden en aan je willen vragen, maar dat betekent niet dat ze ook hun zin hoeven te krijgen. Ik hóéf niet te reageren, daarvoor bestaat de geweldige knop ‘verwijderen’.'
Hoe kijk jij aan tegen het hele ‘uit de kast komen’?
'De ene gay vindt het belangrijk om dat te bespreken, de ander juist totaal niet. Ik behoor tot die laatste groep. Ook omdat ik mijn familie daar niet mee wil confronteren. Mijn ouders, twee broertjes of zusje zijn wel gelovig en als ze vragen krijgen uit hun omgeving, vind ik dat vervelend. Het is míjn leven.
Ik ben Morad, ik maak radio en daar wil ik het dan ook over hebben. Met wie ik seks heb hoeft voor mij ook niet in een interview. Waarom zouden zij daarover moeten lezen? Dat is echt totaal niet de moeite waard.'
Gelijk heb je. Maar er is ook een grote behoefte aan boegbeelden en positieve rolmodellen, dus als homoseksueel met Marokkaanse wortels zal er flink aan je worden getrokken.
'Dat snap ik ook en privé ben ik daar soms heus ook wel mee bezig, maar hoe en wat gaat niemand aan. Ik vraag jou ook niet naar je heteroseks.'
Gelukkig niet.
'Precies. Maar hoe ga je dit stukje van het gesprek, over dat homo zijn, verwerken in de tekst?'
Gewoon, precies zoals je het zegt: dat gaat niemand wat aan.
'Weifelend: Oké. Dan, opgewekter: Om trouwens nog even terug te komen op mijn debuut: de grap is dat die hele mijn niet ontplofte, ik ben juist omarmd door het publiek. Ik voel me ontzettend welkom bij deze zender, ook door mijn nieuwe collega’s. Ik bedoel: Ruud de Wild, ik keek vroeger tegen hem op joh! Dat is raar hoor, om daar opeens naast te zitten. En Jeroen van Inkel, een legende, een pionier. Hoe cool is dat? Dus om nog even terug te komen op dat hele diversiteitsverhaal: iedereen moet een bepaalde weg afleggen om te komen waar hij wil, ook de mensen die ik bewonder. En mijn pad was de lokale radio, toen Funx, en vorig jaar was ik trouwens nieuwslezer geweest op Radio1.'
Ik kwam daar filmpjes van tegen.
'Daar stond bij dat je een soort stoomcursus hebt gehad? Ja, want het nieuws lezen is een vak apart. Ik ben in een maand tijd opgeleid door Dorald Megens (eindredacteur en nieuwslezer NOS, red.) en Jeroen Tjepkema heeft me mijn eigen teksten leren schrijven.'
Wat leer je dan?
'Hoe je een nieuwsbericht van een pagina moet terugbrengen naar dertig seconden, in heldere, normale mensentaal. Een radiojournaal duurt twee minuten en bestaat uit vier berichten van 25 tot dertig seconden. Soms iets korter, omdat je ook nog het weertje moet doen.'
Het weertje?
'Hahaha, ja zo noemen ze dat en zo staat het ook in het draaiboek.'
Is radio voor jou het hoogst haalbare, of zou je bijvoorbeeld tv ook zien zitten?
'Televisie heb ik leren kennen door de Top 2000. Als het erbij zou kunnen? Heel leuk. En wat dan… Over mijn lijk vind ik heel sterk, integer programma. Van mij mag dat elk jaar alle prijzen winnen. Zoiets zou me wel liggen, iets intiems met mensen. Maar laat me eerst Met Morad maar een tijd doen, dat vind ik veel te leuk om aan andere dingen te denken.'
Thema's:
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!