De robot Sophia was afgelopen weekend in Nederland. 'Ze' werd geïnterviewd op de Bright-conferentie. Ik kakte mijn broekje vol van de angst. Zeven kleuren. Een waar regenboogpalet van stront.
Sophia is de meest geavanceerde robot van roboticabedrijf Hanson Robotics. Momenteel is ze bezig met een promotionele wereldtour in verband met het feit dat de eerste consumentenversie van haar medio 2019 in de verkoop gaat. Volgens woordvoerders van het bedrijf is Sophia uiteindelijk perfect geschikt als secretaresse of ‘om op de kinderen te passen’. Vooralsnog zijn deze twee functies toekomstmuziek, omdat ze hier en daar intern vastloopt. Ze is een chatbot met toegang tot het internet en een harde schijf in haar schedeltje. Ook is ze enigszins zelflerend. Het uitzonderlijke aan Sophia is overigens niet zozeer haar kunstmatige intelligentie, maar haar mimiek. Ze volgt de ogen van haar gesprekspartner en is in staat om een
grote hoeveelheid complexe emoties
te vertonen.
Minority Report
‘Wow, te gek’, zou je kunnen denken. Fair. Ik denk echter eerder: ‘NEE, PLEASE, NIET WEER’. Vroeger, toen ik een klein, angstig mannetje was en nog minder baardgroei had dan nu, keek ik namelijk naar de film ‘Minority Report’, uit 2002. Steven Spielberg deed de regie en Tom Cruise rende de hele tijd schreeuwend rond met wapens, maar dat deed me allemaal niets. Wat me mentaal gezien de das omdeed waren de drie voorspellende wezens, die in het filmplot visioenen krijgen van moorden die in de nabije toekomst gepleegd zullen worden. Deze zogenaamde ‘Precogs’ liggen met zijn drieën in een badje van photonmelk, totdat ze een soort epileptische aanval krijgen waarna er een voorspelling uit de computer komt.
Ik kon de maanden na het zien van deze film niet slapen. De combinatie van menselijkheid en mechaniek werd me te veel. Als mijn oogjes dichtgingen, dan zag ik die arme Precogs daar epileptisch slechtgaan in dat zwembad. Ik wilde ze tegelijkertijd redden en kapot maken. Paradoxale tranen rolden over mijn wangen. Thanks, ouders. Echt een zalige film uitgezocht bij de videotheek.
Er is een verklaring voor mijn reactie: Het soort uiterlijk dat de Precogs en Sophia delen, valt precies in de zogenaamde
uncanny valley.
Wel op een mens gelijkend, maar toch niet genoeg om echt te vertrouwen. Een onaangenaam gevoel van griezeligheid bekruipt je bij het zien van dergelijke robots. In YouTube-comments wordt dat gevoel door vrijwel iedereen bevestigd.
Je baan verliezen aan een robot
We weten dat de robotisering van de samenleving een feit is. Het World Economic Forum voorspelde in september dat 52% van de banen in 2025 zal zijn overgenomen door programmeerbare machines. Dat het vers verworven Saoedi Arabische staatsburgerschap van Sophia ethisch tamelijk ingewikkeld ligt, is ook evident. Ook het rampscenario - waarin een leger losgeslagen Sophia’s door een stijging van kunstmatige intelligentie van plan is de mens door middel van genocide uit te roeien - is niet echt zalig om te overpeinzen, maar wel interessant. Genoeg interessante onderwerpen voor discours.
Huilend in bed
Voordat we kunnen beginnen met het bespreken van utopische denkbeelden, doemscenario’s en moeilijke kwesties, is een lichte verandering in de looks van humanoïden nodig. De doodsangst voor het uiterlijk werkt nu als een bliksemvanger voor constructieve dialoog. De salto’s makende man-robot is grappig. Een schaakcomputer die de vloer met me aanveegt, doet mijn fragiele ego zeer, maar is eigenlijk wel oké. Zelfs Siri en Alexa hebben hun momenten. De net-niet-menselijkheid van Sophia is echter een constructie voor nachtmerries, hoe knap de technologie erachter ook mag zijn.
Dus, Hanson Robotics, kunnen jullie haar uit de
uncanny valley
halen? Maak haar mens, of blik. Android 18 of R2D2. Of begin anders met een gezellig kapseltje. Dan is het al een stuk minder erg om uiteindelijk al dan niet uitgeroeid te worden.