Schermafbeelding uit de documentaire 'Als ik zelf de zon ben'
Hoe wordt de wereld van klassieke muziek diverser en toegankelijker? Dat begint bij het vertellen van herkenbare verhalen, stelt NPO Klassiek-presentator Jan van Poppel.
Naast haar oorbellen glinstert er meer in het gezicht van de 25-jarige Nederlandse pianiste Djuwa Mroivili. Onder haar indringende ogen bungelt namelijk een traan. Van geluk of van angst? Of beiden? Ze is net klaar met spelen, ze verlaat de zaal en is geraakt. Haar gevoel spat van het scherm in de documentaire Als ik zelf de zon ben. De Nederlandse Mroivili, wier vader uit de Comoren – een voormalige Franse kolonie – komt, vertelt over het concertgebouw waar ze net heeft gespeeld. Het gebouw opende haar deuren in april 1888 en is gebouwd op de grond waar vijf jaar daarvoor, in 1883, de wereldtentoonstelling plaatsvond. Een tentoonstelling waar naast uitvindingen als de krantenpers ook mensen werden tentoongesteld: tot slaaf gemaakten uit Nederlandse koloniën. De pijn die zij voelt om op die plek te spelen is aan alles voelbaar. Maar haar liefde voor de klassieke muziek is te groot om de piano links te laten liggen.
'Klassieke muziek is net als techno, rock en jazz een fantastisch genre. Toch zijn de concertzalen steeds vaker halfleeg en is het qua diversiteit en verjonging niet altijd even goed gesteld. Om klassieke muziek weer toegankelijk en aantrekkelijk te maken voor iedereen kan een flinke portie opschudding geen kwaad. Het is een doel dat ik als programmamaker bij BNNVARA en NPO Klassiek altijd in het vizier heb. Zo maak ik onder andere de wekelijkse podcast Keihard klassiek waarin vernieuwende klassieke componisten een stem krijgen. Want hoewel veel mensen denken dat klassieke muziek louter gemaakt werd door de geniale vingers van Mozart, Brahms en Bach, wordt er nog steeds gewerkt aan klassieke composities anno 2023. Prachtige muziek, die haar weg naar de concertzalen helaas nog maar moeilijk kan vinden.'
'Mijn passie voor de klassieke muziek heb ik van mijn opa. Ver voor mijn tijd zong hij in de Nationale Opera. Ik heb hem daar helaas nooit zien optreden. Maar zijn stem kan ik me nog goed herinneren: diep en warm. Hij is op mijn vierde overleden dus echte gesprekken over zijn tijd in de wereld van de klassieke muziek heb ik nooit kunnen voeren. Nu besef ik hoe jammer ik dat vind. Zo graag had ik nog eens met hem willen sparren over de tweede maat uit Liebesträume van Liszt, of die ene achtste noot in het tweede deel van de derde symfonie van Brahms. Lekker "nerden", zouden we dat nu noemen.'
'Ik vraag me weleens af of hij trots op me zou zijn als hij zou zien wat ik nu probeer. Als programmamaker zie ik het immers als mijn taak de broodnodige vernieuwing aan te jagen. Ik vind het belangrijk om klassieke muziek toegankelijk te maken voor iedereen. Dat doe ik door te laten horen dat klassieke muziek niet alleen maar gemaakt wordt door dode componisten uit een tijd die in alles afwijkt van het jaar 2023. Ik laat horen dat klassieke muziek in alle uithoeken van de samenleving te vinden en te horen is.'
'Hoewel veel mensen denken dat klassieke muziek louter gemaakt werd door de geniale vingers van Mozart, Brahms en Bach, wordt er nog steeds gewerkt aan klassieke composities anno 2023.'
'Zo sprak ik in de eerste aflevering van Keihard klassiek met Reginald Somai, een Rotterdamse pianist met Indiaas-Surinaamse roots. Ooit wilde hij profvoetballer worden bij Excelsior. Dat lukte aardig, en hij stond op zijn 21ste op het punt van doorbreken, maar toen ging alles mis. Hij kreeg een reeks blessures waardoor hij noodgedwongen moest stoppen. Zijn droom viel in duigen. In die droevige tijd raakte hij geïntrigeerd door de muziek van de Italiaanse pianist en componist Ludovico Einaudi, met name het stuk ‘Una Mattina’ sneed dwars door al zijn emoties heen. Somai zocht filmpjes op YouTube en hij begon Einaudi’s muziek na te spelen op een klein keyboard. Het bleek het begin van een muzikale reis die hem uiteindelijk heeft gebracht waar hij nu is: hij is componist en pianist, net als zijn held Einaudi. Hoewel hij geen noten kan lezen, heeft hij inmiddels al zeventien klassieke nummers gecomponeerd.'
'Zo zijn er ontzettend veel mooie mensen die met een open en vernieuwende blik naar klassieke muziek kijken. Het vertellen van deze verhalen kan anderen inspireren. We moeten het podium geven aan de klassieke talenten van nu: Remy van Kesteren, Sarah Neutkens, Robin Scherpen, Matteo Myderwyck, Kika Sprangers, Ben van Gelder, 3VIOLAS én dus ook Djuwa Mroivili, over wie de documentaire Als ik zelf de zon ben is gemaakt. Het gaat daar over haar prille, maar bijzondere leven als pianist. In de afgelopen jaren speelde Mroivili onder andere tijdens de Black Achievement Month van de Nationale Opera. Bij het Opera Forward Festival van de Nationale Opera en Ballet bracht ze, samen met countertenor Arturo den Hartog, een programma rond zwarte componisten, onder wie Florence Beatrice Price. Deze Amerikaanse componist kreeg in de twintigste eeuw vanwege hardnekkig racisme niet de kansen en de erkenning die zij verdiende. Gelukkig maar dat progressieve musici van deze tijd, zoals Mroivili, haar muziek alsnog een podium geven.'
'Er zijn ontzettend veel mooie mensen die met een open en vernieuwende blik naar klassieke muziek kijken.'
'Tegen het einde van de documentaire over Mroivili verschijnt er een foto van de wereldtentoonstelling in 1883. Op het museumplein staan honderden welgestelde witte mensen rondom een circustent waarin een tienjarig Surinaams jongetje op een djembé speelt. ‘Zijn talent klinkt, maar wordt hij echt gezien,’ vraagt Mroivili zich hardop af. Het is een vraag die niet alleen over het jongetje gaat, maar ook over haarzelf. ‘Zichtbaarheid beschermt niet.’ Mroivili speelt prachtig, maar wel op podia die puur en alleen in het teken staan van zwarte componisten. Ze wordt toch weer in ‘dat ene hokje’ geplaatst, precies waar ze niet wil zijn.'
'Dan is de vraag: hoe wordt de klassieke wereld dan wel diverser en toegankelijker? Ik heb ook geen sluitend antwoord maar het begint bij het vertellen van verhalen die herkenbaar zijn, en dat doet Mroivili als geen ander. Ze noemt een voorbeeld van haar held: de Senegalese filmmaker Ousmane Sembène. Ooit kreeg hij een vraag van een Europese journalist of zijn films begrepen werden in Europa. Zijn antwoord: ‘Europa is niet mijn centrum. Na honderd jaar in mijn land, spraken ze mijn taal? Nee, ik sprak die van hen. Waarom zou ik zijn als een zonnebloem en draaien naar de zon als ik zelf de zon ben?’ Eigentijdse, creatieve en vernieuwende muziek van mensen uit alle uithoeken van de samenleving. Het kan gelden als opstapje naar al die prachtige, eeuwenoude klassieke muziek. Alleen dan bereik je een jonger en diverser publiek. Juist op die manier blijft alle klassieke muziek leven.'
Dit artikel verscheen eerder in een speciale editie van de VARAgids, die in het teken staat van klassieke muziek. Als eerste lezen? Word abonnee.
Thema's:
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!