Kleding is er in alle vormen, soorten en maten. Het aanbod is eindeloos, maar van de route die de kleding naar de etalage bij de kledingwinkel in jouw buurt aflegt, weten we vaak maar weinig. Hoe weet je nou of wat je draagt duurzaam verantwoord is?
Fast fashion cultuur
Het begrip duurzame kleding betekent zoveel als: kleding die geproduceerd wordt met behoud en aandacht voor de mens en de aarde. Bestaat honderd procent duurzame kleding dan eigenlijk wel? Want alles heeft toch in zekere mate invloed op iets of iemand? Zijn het niet de grondstoffen die verbouwd moeten worden voor het kledingstuk, dan zijn het wel de mensen die het voor een armetierig salaris moeten maken. ‘Je zou kunnen zeggen dat honderd procent duurzame kleding, de kleding is die je al in je bezit hebt’, zegt Marieke Eyskoot, expert op het gebied van duurzame mode en lifestyle.
‘We zijn gewend geraakt aan het kunnen kopen van veel kleding, voor een lage prijs’, vervolgt Eyskoot. Daarmee doelt ze op de fast fashion cultuur, waarbij we veel kleding kopen, die we maar kort dragen. ‘Vaak denken consumenten in de winkel niet aan de negatieve impact van een product en laten ze zich verleiden door lage prijzen en seizoentrends, waardoor het voor hen makkelijker is om het weg te doen’, schreef Kassa eerder.
‘Omdat goedkopere kleding van lagere kwaliteit relatief snel kapotgaat – en je het dus moet vervangen – is het beter om een duurder kledingstuk van betere kwaliteit te kopen, dat je veel vaker kunt gebruiken. Kwaliteit boven kwantiteit is altijd een goede keuze; dan ben je per draagbeurt ook minder geld kwijt. Dat is uiteindelijk niet alleen beter voor jezelf, maar ook voor de wereld.’
‘We zijn opgevoed in een economie waarin we iets maken, gebruiken en weer weggooien’, aldus D66-kamerlid Kiki Hagen in De Nieuws BV. Zij vindt dat de verantwoordelijkheid in een circulaire economie bij ons allemaal ligt. Jaarlijks wordt in Nederland 238 miljoen kilo textiel weggegooid, is te zien in de BNNVARA-documentaire Goodwill Dumping. Daarnaast worden in Nederland ieder jaar zo'n 21,5 miljoen kledingstukken niet verkocht, waarvan een groot deel wordt vernietigd.
Textielproducenten worden vanaf dit jaar daarom verantwoordelijk voor de inzameling, recycling, het hergebruik en de afvalfase van hun afgedankte kleding. Die verantwoordelijkheid ligt nu nog bij gemeenten. De uitgebreide productenverantwoordelijkheid (UPV) textiel moet bijdragen aan meer hergebruik, minder verspilling en minder vervuiling. 'We kopen nu te makkelijk weer een nieuw T-shirt voor slechts vijf euro', vindt Hagen.
Klimaat- en vluchtelingencrisis
‘Dat een kledingstuk goedkoop is, betekent niet dat het weinig kost, maar dat iets of iemand anders dan jij de prijs betaalt’, zegt Eyskoot. In zekere zin betalen de onderbetaalde arbeiders en de aarde waarop wij leven de prijs voor dat goedkope kledingstuk dat jij bij bijvoorbeeld de Primark, Zara of H&M koopt.
‘De fashion-industrie is een van de meest vervuilende industrieën ter wereld’, zegt Collaction-oprichter Ron van den Akker in Kassa. Consumenten zouden bewuster moeten worden van hun ecologische voetafdruk door fast fashion. Indirect betaalt de consument in de vorm van een klimaatcrisis voor zijn of haar kledingstuk. Voor het maken van een spijkerbroek is bijvoorbeeld tienduizend liter water, 32 kilogram CO2 en een grote hoeveelheid pesticiden en chemicaliën nodig. ‘De mode-industrie is verantwoordelijk voor bijna acht procent van de wereldwijde CO2-uitstoot.’
Ook betaalt de consument middels een vluchtelingencrisis voor zijn of haar kledingstuk: arbeiders uit lageloonlanden met erbarmelijke werkomstandigheden trekken naar westerse landen voor een beter arbeidsklimaat.
Arbeidsomstandigheden
Daarnaast kwamen meer dan elfhonderd mensen, velen werkzaam voor kledingfabrieken, in 2013 om het leven toen het Rana Plaza-gebouw in Bangladesh instortte. ‘Tussen al die puinresten lagen ook kledingstukken met het label van specifieke merken eraan’, vertelt Niels Ahsmann in Vroeg!. Hij is adviseur en onderzoeker circulaire economie en duurzaamheid. ‘Daardoor kon je je als bedrijf niet meer verstoppen.’
De ramp leidde tot het Bangladesh-akkoord, waarin afspraken staan over de verbetering van arbeidsomstandigheden. Zo moeten modemerken onder andere onafhankelijke inspecties laten uitvoeren, trainingen over de arbeidsrechten van fabrieksmedewerkers volgen en hun productielocaties openbaar maken.
H&M beloofde binnen vijf jaar 850.000 arbeiders een eerlijk loon te bieden. Aan deze belofte werd niet voldaan. Binnen het bedrijf is sprake van greenwashing: het doet zich duurzamer voor dan het daadwerkelijk is.
Bewustwording
‘Gelukkig worden we ons wel steeds bewuster van de impact van onze kleren’, stelt Eyskoot. ‘Mensen weten steeds meer over dit thema in vergelijking met twintig jaar geleden. Ze hebben meer vragen over de schadelijkheid van het kopen van nieuwe kleding en willen weten waar eerlijke kleding te koop is. Het gaat bovendien langzaam van ‘weten’ naar ‘doen’. Als je een eerste stap wil zetten, is stoppen met het kopen van fast fashion een goede. Kies voor kleding van betere kwaliteit, voor tweedehands kleding of kies ervoor om kleding te delen. En ga voor duurzame merken als je iets nieuws nodig hebt.’
‘Iedere persoon die bewuster met zijn kledingconsumptie omgaat heeft directe impact’, aldus Kassa.
Zo bespaar je zo’n 57 kilogram CO2 per jaar als je drie kledingstukken per jaar minder koopt. ‘Als alle Nederlanders dat zouden doen, dan is dat op jaarbasis een besparing van 970 miljoen kilogram CO2. Dat is evenveel als 2,1 miljoen mensen die een jaar lang vegetarisch eten.’
Marieke Eyskoot geeft vijf tips om duurzamer met je kleding om te gaan
Er zijn inmiddels ook steeds meer initiatieven die inzetten op de bewustwording rond duurzame kleding en die de arbeidsomstandigheden binnen de kledingindustrie in lageloonlanden proberen te veranderen. De Fair Wear Foundation (FWF) is hier al sinds 1999 mee bezig. Deze organisatie werkt samen met arbeiders in productielanden om hun werkomstandigheden te verbeteren.
Keurmerken
Maar hoe kun je als consument weten welke kleding zo duurzaam mogelijk geproduceerd is? Buiten de website fashionchecker.org, waarop je kunt bekijken welke merken een leefbaar loon betalen aan de makers van het kledingstuk, bestaan er steeds meer duurzame kledingwinkels en merken. De winkel Nukuhiva, in het centrum van Utrecht en bedacht door Floortje Dessing, is daar een voorbeeld van. Maar dat is zeker niet de enige; een uitgebreid overzicht daarvan vind je hier.
Verder is het goed om zelf naar de stof of het materiaal van het kledingstuk te kijken; gerecyclede en biologische materialen zijn het meest duurzaam. Om aan te geven hoe duurzaam of milieuvriendelijk een stof is, maar ook om aan te geven hoe goed of slecht de arbeidsomstandigheden zijn in de fabriek waar het kledingstuk is gemaakt, bestaan er tegenwoordig ook meerdere labels en keurmerken.
Het GOTS-keurmerk (Global Organic Textile Standard) is daarvan het bekendste. Bij dit keurmerk moet 95 procent van het kledingstuk uit biologisch geproduceerde materialen bestaan. Voor een lijst van alle keurmerken kun je hier terecht. Hagen (D66) vindt daarnaast dat kledingmerken zelf ook transparanter moeten zijn over hun productieproces.
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!