Het consumentenplatform van BNNVARA. Kassa is er weer op zaterdag 4 januari met de Belbusspecial!
Hoe duurzaam is jouw kleding?
28-09-2019
•
leestijd 4 minuten
•
1738 keer bekeken
•
Wereldwijd kopen we steeds meer kleding, ook in Nederland. Bedrijven beweren steeds vaker 'duurzaam te produceren' en rekening te houden met de impact op het milieu.... Nu rukken er allerlei initiatieven op die mensen uitdagen en stimuleren minder kleding te kopen. Kassa duikt in de cijfers en doet mee aan een experiment. Een seizoen lang geen kleding kopen; hoe moeilijk kan dat zijn?
De afgelopen vijftien jaar steeg in Nederland de kledingverkoop met zestig procent. De kledingkast van de gemiddelde Nederlander is nu gevuld met 173 kledingstukken, blijkt uit een onderzoek van de Hogeschool van Amsterdam. Hiervan liggen gemiddeld vijftig stuks meer dan een jaar ongebruikt in de kast. Verder koopt de gemiddelde Nederlander jaarlijks 46 nieuwe kledingstukken – waaronder schoenen en accessoires – en doet er ook weer veertig de deur uit.
Wegwerpcultuur
We dragen onze kleding gemiddeld nog maar zeven keer, meldt VPRO Tegenlicht in ‘Future Fashion’. Dit is niet alleen zonde, maar ook vervuilend: kleding die je kort draagt vormt een grote belasting voor het milieu, omdat weinig mensen de gebruikte kleding van een ander willen hebben. Vaak denken consumenten in de winkel niet aan de negatieve impact van een product en laten ze zich verleiden door lage prijzen en seizoentrends, waardoor het voor hen makkelijker is om het weg te doen. Maar als je alleen al naar de ecologische voetafdruk van een spijkerbroek kijkt, denk je er misschien anders over na: Aan een spijkerbroek komt volgens het journalistieke platform OneWorld namelijk 10.000 liter water, 32 kg CO2 en een grote hoeveelheid pesticiden en chemicaliën te pas.
Het is dan ook niet verbazingwekkend dat kleding één van de snelst groeiende categorieën van verspilling in de wereld is geworden. De mode-industrie is verantwoordelijk voor bijna acht procent van de wereldwijde CO2-uitstoot. De term ‘fast fashion’ is geïnitieerd om deze wegwerpcultuur te beschrijven. Niet alleen dragen consumenten bij aan deze uitstoot, de producenten doen er nog een schepje bovenop. In 2016 bracht onderzoeksbureau Conclusr de voorraden van onverkochte kleding in kaart. Wat blijkt? De Nederlandse modesector houdt jaarlijks 21,5 miljoen kledingstukken over.
Enquête onder volgers
Omdat we allerlei schokkende cijfers voorbij zagen komen, vroegen we onze
Instagram volgers in onze stories
naar hun kledingconsumptie. Uit deze enquête, waaraan enkele honderden mensen meededen, blijkt dat 34 procent meer dan honderd kledingstukken in de kast denkt te hebben liggen. Zeventien procent zegt meer dan vijf procent van hun kleding nog nooit gedragen te hebben. Verder gooit zeven procent per jaar meer dan veertig kledingstukken weg.
Kassa zet redacteur in als proefpersoon
Om te ondervinden hoe moeilijk het is om in kleding(consumptie) te minderen, deed Kassa mee aan een experiment. Online redacteur Carmen Esselink zette zich in als proefpersoon en probeerde drie maanden geen kleding te kopen.
Toch zijn er alternatieven voor fast fashion, namelijk ‘slow fashion’: kleding van goede kwaliteit die lang meegaat. Een goed voorbeeld hiervan is tweedehands kleding. Andere alternatieven zijn kleding huren of je eigen kleding verwerken in nieuwe kleding. Om te kijken of je kleding een tweede leven kunt geven, ging onze online redacteur als proefpersoon op pad.
Onze online redacteur gaat nog even door met géén nieuwe kleding kopen. Denk jij dat je dit ook kunt? En overweeg je nu om het te doen? Laat ons hieronder weten waarom wel of niet?
Mocht je houvast willen voor het afleren van slechte gewoontes,
klik dan hier
. Ook kun je deelnemen aan een
online actie van CollAction
waarin je wordt uitgedaagd drie maanden geen kleding te kopen.
Hoe scoort jouw kleding? Kijk op Rankabrand.nl
Weten hoe duurzaam jouw kleding is geproduceerd?
Kijk dan op de site van Rank a brand
. Daarop zie je tevens hoe het is gesteld met de arbeidsomstandigheden waaronder de kleding is gemaakt. In de uitzending van Kassa vertelt Suzan Cornelissen van Schonekleren.nl dat de gemiddelde kledingmaker in lage lonen landen, zoals India, onder miserabele arbeidsomstandigheden werken. Seksuele intimidaties, lange werkdagen zonder pauzes en onderbetaling zijn schering en inslag. "Op dit moment is geen enkel merk honderd procent schoon. Zo beloofde H&M in 2013, om binnen vijf jaar leefbare lonen uit te betalen in haar fabrieken. Maar vijf jaar later kunnen ze dit op geen enkele manier inzichtelijk maken en hebben ze deze belofte compleet uitgewist." [update mei 2020: Rankabrand is inmiddels niet meer actief na een overname]
Volgens
Schonekleren.nl
is transparantie dé sleutel tot een schone kledingindustrie. Alleen als de productielocaties van een merk openbaar zijn, kunnen de claims gecontroleerd worden en kunnen organisaties in gesprek met merken gaan als zich problemen voordoen in fabrieken. Transparantie over de lonen is eveneens belangrijk. Het wettelijk minimumloon in productielanden is vaak slechts eenderde van een leefbaar loon. "Vaak zijn merken bang deze informatie publiek te maken. Maar alleen als je als merk open bent, kan je verbetering doorvoeren. Je kan stellen hoe minder een merk communiceert over problemen in de keten, hoe verdachter de situatie is", aldus Cornelissen.
Wet Zorgplicht Kinderarbeid
Een stap in de goede richting is de Wet Zorgplicht Kinderarbeid. Deze wet is deze zomer door de Eerste Kamer aangenomen. Hiermee wordt het tegengaan van kinderarbeid in productieketens serieus genomen. Schonekleren.nl pleit voor verdergaande wetgeving om Nederlandse kledingmerken ertoe aan te zetten om te zorgen voor goede arbeidsomstandigheden van arbeiders in landen zoals India, Cambodja, India en Bulgarije waar veel kleding wordt gemaakt.
Consumenten kunnen een handje helpen door bijvoorbeeld via Twitter kledingmerken op te roepen om eerlijke lonen te betalen. Zie hieronder wat voorbeelden.