Louanne in haar dorp
© Dienders
In Dienders volgden we een groep jonge agenten in het eerste jaar van hun opleiding aan de politieacademie in Rotterdam. Een van hen is Louanne. ‘Een plattelandsmeisje’, noemt ze zichzelf. ‘Ik ben tussen de weilanden opgegroeid.’ Nooit hoorde ze er helemaal bij. Ze was een buitenbeentje. En dan valt ze ook nog eens op vrouwen.
Nu wil ze zich bewijzen. Aan anderen en zichzelf. ‘Ik wil laten zien dat ik het kan.’ Maar ook op de politieopleiding heeft ze het vaak lastig. Ze durft niet goed te zeggen wat er op haar hart ligt. ‘Ik denk vaak laat maar gaan. Ik heb geen zin in die confrontatie, dat iedereen er wat van zal gaan vinden.’
Louanne op het erf van haar ouderlijk huis
© Dienders
Het breekpunt
Die angst om haar gevoel te delen is aan haar gaan vreten. En
dat heeft ze zelf maar al te goed door. ‘Ik heb nu pas een breekpunt. Ik voel
me al maanden kut. Maar als ik dat niet prijsgeef dan kunnen mensen dat ook
niet weten. Ik verwacht ook niet van bijvoorbeeld Michiel, waar ik nog maar een
keer een opdracht mee heb gedaan, dat hij weet dat ik me al vier maanden ‘ruk’
voel. Het is maar net hoe je zelf bent.’
Bespreekbaar maken
En dat is een van de grote problemen in de groep. De
communicatie loopt stroef en ze durven elkaar niet in vertrouwen te nemen. Mentor
Mounir probeert met de groep tot een oplossing te komen. ‘Hoe gaan we ervoor zorgen
dat jullie meer met elkaar in gesprek gaan?’ De groep geeft aan onderwerpen
beter bespreekbaar te willen maken en naar elkaar te willen luisteren. Op dat
moment merkt een medestudent op dat het meteen weer mis gaat. ‘We hebben het over
luisteren naar elkaar, maar is het iemand opgevallen dat Louanne net twee keer
aankaart dat het niet goed met haar gaat? (…)’ Louanne begint te huilen. ‘Mag
ik het vertellen?’ ‘Ja, tuurlijk’, zegt Louanne. ‘Ik denk dat als we
meer naar elkaar luisteren, ook tussen de regels door als iemand signalen
geeft, even vragen ‘Louanne, wil je erover praten?’. We moeten als klas beter
opmerken en aangeven aan die persoon.’
Louanne in de bus
© Dienders
Uit de kast
Er wordt Louanne gevraagd of ze wil vertellen waar ze mee
zit. Dat wil ze wel, maar het kost haar duidelijk moeite. ‘Er is bij mij de
afgelopen jaren heel veel gebeurd. Het begon eigenlijk op de middelbare school.
Daar ben ik vanaf getrapt omdat ik in een vechtpartij terechtkwam, waar ik
mezelf heb verdedigd.’ Ze ging toen naar een andere, christelijke middelbare
school. Hier had ze het opnieuw moeilijk. ‘Ik wist al heel lang dat ik niet op
jongens viel. Dat is ook een van de redenen waarom ik vanaf jonge leeftijd al
veel gepest ben’, snikt ze. Ook thuis had ze het niet makkelijk. Toen ze op
school aan een paar mensen in vertrouwen vertelde dat ze op vrouwen viel, ging dat
verhaal binnen de kortste keren rond. Daarom besloot ze thuis uit de kast te komen,
voor ze het van anderen zouden horen. ‘Mijn broer was getrouwd met een christelijke
vrouw. Zij heeft toen in een gesprek tegen mijn ouders gezegd dat ze mij als
mens accepteerde, maar dat ze niet accepteerde dat ik op vrouwen val.’ Vanaf
dat moment is het contact met haar broer verwaterd. ‘Ik heb hem sinds mijn
negentiende maar een keer gezien. En toen kijk hij me niet aan.’
Louanne met medestudenten
© Dienders
De klas reageert geschokt. Meteen komen er een aantal klasgenoten om haar heen zitten. ‘Het is nu vooral belangrijk dat ik een thuis krijg’, verteld Louanne hen. ‘Het is wel echt lastig. Ik heb wel een paar keer gedacht: ik ga wat anders doen.’ Mounir is trots op de manier waarop Louanne zich heeft opengesteld aan de klas. Zelf is ze opgelucht. ‘Ik merkte dat ik er steeds meer mee zat. Ik was de enige die zich nog niet echt had opengesteld voor de klas terwijl mijn klasgenoten wel echt de mensen zijn die zouden moeten weten wat er gebeurt in mijn leven.’
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!