© Lin Woldendorp
Gijs Groenteman interviewt véél liever zelf dan dat hij (zoals in dit artikel) zelf de vragen moet beantwoorden. ‘Ik denk alleen maar: wat zit ik nou te kletsen?’
Eerst even het belangrijkste. Is het toeval dat twee mensen in jouw zeer directe omgeving – je vrouw Aaf en Marcel – hun rijbewijs maar niet kunnen halen?
'Drie zelfs, mijn vriend Teun (van de Keuken, red.) ook niet. En ik ken er nog wel meer. Ik heb daar zelf ook weleens over nagedacht en mijn analyse is dat ik onweerstaanbaar ben voor neuroten – ik zie hun onvermogen als een uitvloeisel van een zenuwachtige geest. In de auto zitten is een ontzettend domme bezigheid, neuroten zijn daar te onrustig voor.'
Komt die onweerstaanbaarheid door jouw teddybeer-hoofd?
'Ja, en in dat ik zelf heel onneurotisch ben. Niet dat er niks mis met me is, maar ik ben wel vrij kalm en laconiek. Ik hou ook echt van autorijden.'
Ben je dan ook kalm en vriendelijk op de weg?
'Nee. Ik scheld en ben boos op iedereen, en ook heel seksistisch: "Dat zal wel weer een wijf zijn."
Goed, dan nu over naar dit interview. Je hebt voor deze gids ook talloze stukken geschreven, op welke stoel zit je liever?
'Veel liever op die van de interviewer. Geïnterviewd wórden vind ik… nou, niet verschrikkelijk, maar ik voel me wel steeds tekortschieten. Niet leuk genoeg. Ik denk alleen maar: wat zit ik nou te kletsen, waar gáát dit over? Geen enkel normaal mens zou het leuk moeten vinden om zo het onderwerp van gesprek te zijn en bevraagd te worden. En dan genieten van de antwoorden die je geeft? Nee, dat is alleen voorbehouden aan narcisten.'
Maar het mag toch wel bevredigend voelen dat er belangstelling is? Je hebt qua werk lang gezocht naar je plek – en daar zit je nu, met succes.
'Aandacht hoort erbij als je je eenmaal in de publieke ruimte begeeft, dat snap ik en het is ook fijn dat ik waardering krijg. Want dat betekent dat ik kan doorgaan met wat ik doe. Maar ik ben zelf de interviewer. Altijd al geweest. Al op jonge leeftijd leek me dat iets heel makkelijks en begeerlijks om te doen, zitten en met mensen praten.'
Want dat deed jij vroeger ook al vaak, zitten en zomaar praten?
'Nou, meer ondervragen, het is een soort dwang van me om van alles een interview te maken. Een beetje gestoord, wel. Ik kan heel moeilijk over en weer met mensen praten. Ik ga dan toch weer vragen stellen.'
Dat is, las ik, om de aandacht bij jezelf weg te houden.
'Nou, dat was toen een analyse, hè. Er worden vragen gesteld, je kakelt wat rond en dan moet je later bevestigen wat je eerder hebt gezegd. Dat vind ik dus ook niet prettig aan geïnterviewd worden. Je zegt dingen en denkt: wie boeit dit nou?'
Nou, jou boeit het toch ook als je mensen interviewt?
'Dat doe je – hoop ik – vanuit oprechte interesse in de antwoorden. Zeker, maar niet in die van mezelf. Ik krijg van Aaf ook altijd de klacht dat ik zo kort van stof ben – over alles. "Hoe was het bij Polder?" (de locatie van dit gesprek, red.) "Polderachtig." "Hoe was het interview?" "Interviewachtig." Ik vind het heel moeilijk om lekker weids te gaan vertellen.'
Speelt zich in jouw hoofd dan nog wel een soort verhaal af of…?
'Nee daar gebeurt ook weinig. Echt een mannenbrein.'
© Lin Woldendorp
Maar als je analyse wél klopt, want ik neem aan dat je niet zomaar iets roept, dan is het toch een geestige contradictie. Je eigen antwoorden wegwuiven en die van de ander juist zo gretig eruit willen trekken.
'Ik ben een combinatie van enerzijds onzeker, verlegen en ongemakkelijk en anderzijds ben ik ook vol van mezelf, want zo laag heb ik mezelf nou ook weer niet zitten. Ik weet dat ik sommige dingen heel goed kan – waaronder interviewen. Mijn moeder (programmamaker Hanneke Groenteman, red.) is juist weer heel goed in geïnterviewd wórden. Ik denk dat ze het ook wel leuk vindt, ze is genadeloos eerlijk, ze kan zichzelf fantastisch naar beneden halen. Zij is een veel grotere persoonlijkheid dan ik. Rifka, mijn dochter, vroeg laatst: "Vind je dat Bassie beter kan interviewen dan jij?" "Nee, ik denk dat ik beter ben," zei ik. Maar Bassie is wel iemand die tegenover iemand gaat zitten en alleen daarmee al iets losmaakt. Of zoals Rifka toen zei: "Bassie is gewoon een legend." En dat klopt.'
Bassie?
'Zo noemen we haar. Geen spectaculair verhaal, maar ik was ooit met mijn ex-vrouw en mijn moeder in Israël op vakantie, we hartenjaagden veel. Steeds als m’n moeder de hele pot had, zeiden we: "Alles is voor Bassie." Sindsdien is dat haar bijnaam. Zelf denk ik nu ook aan haar als Bassie. Nou ja, ik noem haar altijd mam, maar in mijn hoofd is ze Bassie. Zij is trouwens ook heel on-neurotisch.
Heeft een laconiek iemand als jij dan ook gezonde zin in een nieuw seizoen Media inside?
'Nee, ik heb nooit zin als ik ergens aan moet beginnen wat enigszins stressverwekkend is. Ik denk altijd: waar ben ik in godsnaam aan begonnen, waarom wil ik dit? Maar ik ben ook nieuwsgierig, want ik denk dat we tijdens die maand bij SBS wel beter zijn geworden. Het programma gaat trouwens nu Van Roosmalen & Groenteman heten.'
Was het een optie geweest om bij SBS te blijven?
'Er lag een aanbod. Klopt, we konden blijven of terug naar BNNVARA. Wat de doorslag heeft gegeven, is niet het geld, zoals hier en daar wordt geroepen, maar het feit dat Marcel en ik ook los van elkaar programma’s willen maken – en dat kan bij de NPO. Vanaf januari ga ik een cultuurprogramma presenteren. Ik denk niet dat ze daarop zitten te wachten bij SBS.'
Jullie zijn als duo een succesformule. Heeft dat jullie relatie, vriendschap, hoe je het ook wil noemen, veranderd?
'Ja, maar alleen in die zin dat we nu ook samenwerken. Ik kan het me nu niet meer voorstellen, maar we zijn járen alleen vrienden geweest. Nu voelt het alsof we nooit anders hebben gedaan, ook omdat het op een heel natuurlijke manier gaat. Maar onze vriendschap, en de manier waarop we naar de wereld kijken, is hetzelfde gebleven. Zoals we zijn in onze podcast en op tv, is een accurate reflectie van hoe we ons privé tot elkaar verhouden. Datzelfde geldt trouwens voor mijn podcast met Teun, die ik al ken sinds de middelbare school.'
Zijn Marcel en jij gelijkwaardig?
'Ja.'
Want jouw voornaamste taak is hem faciliteren.
'Klopt.'
Is dat niet zonde? Je bent – ik citeer hier even je moeder – de beste interviewer van Nederland. Héb je eindelijk die gedroomde talkshow, kun je dat vervolgens niet echt laten zien.
'Als een talkshow het enige was wat ik zou doen, dan had ik me misschien wel beperkt gevoeld. Maar ik presenteer ook het radioprogramma Kunststof – hoewel ik daar binnenkort mee ga stoppen – ik maak podcasts voor de Volkskrant, dat nieuwe cultuurprogramma komt eraan. Daar kan ik shinen, ik kom niks tekort. En Marcel zo leuk mogelijk laten zijn, vind ik ook een eerzame taak.'
De aangever.
'Meer dat ik in de loop der jaren heb ontdekt dat ik goed ben in een ander goed tot z’n recht te laten komen. In interviews, maar dus ook met Marcel. Ik geniet ook van die rol, eerlijk gezegd. Bovendien kennen we allebei onze plek: ik kan niet zo grappig vertellen, en hij kan geen programma aan elkaar praten.'
Even afgaand op jullie kijkcijfers: laten we zeggen dat zo’n 500.000 mensen in Nederland ironie snappen en waarderen. Het is bij jullie alleen maar ironie, het is er nooit vrij van.
'Klopt, dat zit heel diep in ons wezen verankerd en is dus ook de aard van wat wij doen. In onze gezamenlijke constructie zou ik het heel raar vinden als een van ons opeens een invoelend interview zou doen.'
Zou het mensen niet juist verrassen als jullie af en toe de ironie loslaten en meer van jezelf laten zien?
'Als ik lees dat je absoluut geen teddybeer of deurmat bent, dan ben ik daar nieuwsgierig naar. En ik heb in privésferen meegemaakt dat Marcel echt kan ontplóffen als hij kwaad is. Ik heb ’m, eerlijk waar, nog nooit zien ontploffen. Wij zijn eigenlijk altijd harmonieus. Wat had je dan gedaan?'
Gesnoeid in zijn tuin.
'O ja, hij wilde graag een verwilderde tuin.'
Want dan zie je de lelijkheid van Wormer minder, bleek later zijn redenering. En ik ben niet te houden met een snoeischaar in mijn hand, da’s dan weer mijn makke. Maar goed, niet dat jullie expres heel boos hoeven te doen in zo’n talkshow, maar álles is overdekt met een laag ironie. Ik mis weleens... Je kijkt nu heel moeilijk, Gijs, vind je het stom wat ik zeg?
Hmm, nou, het is geen act of zo, dit is gewoon hoe we samen zijn en hoe het format is. Media inside ging vooral over de media, daar waren we duidelijk over hoe we bijvoorbeeld dachten over Op1. Maar dat weten de mensen nu wel, dus vandaar de naamsver- andering, bij Van Roosmalen & Groenteman gaan we het ook over andere dingen hebben. De verkiezingen komen eraan, reken maar dat je straks weet wat wij vinden van Pieter Omtzigt, Caroline van der Plas en Frans Timmermans.
Wat vinden we van Pieter Omtzigt?
Tja, aan de ene kant goed en aan de andere kant irritant. Dat diffuse is er vervolgens weer leuk aan.
'Ik ben zelfverzekerd over wat ik kan en ik weet wanneer iets goed is of niet.'
Waarom trouwens jouw voorliefde voor ironie?
'Het is geen voorliefde, ik bén ironisch. Ik kan niet anders, zo zie ik de wereld. Mijn zoons worden er soms gek van omdat ze niet snappen wat ik bedoel. Soms weet ik het zelf ook niet. "Hij weet het zelf niet eens!", riep Kobus laatst.'
Heb jij een dikke huid?
'Dat denk ik wel. Ik ben zelfverzekerd over wat ik kan en weet wanneer iets goed is of niet. Als mensen gaan zeiken, hecht ik meer waarde aan mijn eigen mening dan aan die van hen.'
Oké, maar dat is werk. Wat als ze aan je persoonlijkheid gaan tornen of je ‘de pratende baard van Hilversum’ wordt genoemd?
'Dat eerste vind ik hun zaak helemaal niet en het tweede is zo irrelevant, dat ik het eigenlijk vooral lachwekkend vind.'
Oprecht?
'Oprecht. Dat boeit me echt helemaal niet. Het is zelfs kolderiek, omdat het totaal niks te maken heeft met wat ik doe.'
Kijk jij ook zo naar andere mensen? Dat je ze alleen beoordeelt op wat ze maken en veel minder op wie ze zijn of eventueel verkeerd doen? Ik denk even aan de Matthijs van Nieuwkerken van deze wereld.
'Als je je in de publieke ruimte begeeft, dan ben je iemand van wie mensen iets mogen vinden. Zolang die mening relevant is, vind ik het relevant – en als het met privézaken te maken heeft, vind ik het niet boeiend. Matthijs heeft lang een machtspositie gehad en is er zich kennelijk naar gaan gedragen, die boemerang heeft hij teruggekregen. Maar het gaat niet om misdaden tegen de menselijkheid. Als blijkt dat hij voor de rest van zijn leven gecanceld is, vind ik dat dus onterecht.'
Hoe moet het nu verder met de talkshow in Nederland?
'Mijn diepe overtuiging is altijd geweest dat een leuke talkshow goede mensen aan tafel zet, en dan moeten er dingen gebeuren die niet van tevoren al zijn uitgedacht of gepland. Je moet als kijker op het puntje van je stoel zitten. Dat gebeurt niet bij de huidige talkshows, er zit weinig spanning in. Ik houd erg van tv-programma’s waarin het ontspoort, het niet per se loopt tussen de interviewer en een gast, waar ongemak is en grappen doodslaan. En tja, of dat nódig is op de NPO? Daar moet de baas zich maar over buigen.'
Van Roosmalen & Groenteman is vanaf maandag 20.20 uur te zien op NPO 3, of terug te kijken via NPO Start.
Dit artikel verscheen eerder in de VARAgids. Als eerste lezen? Word abonnee.
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!