Geertjan Lassche ontvangt de prijs voor Journalist van het Jaar van demissionair minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media Arie Slob
Als er een programma was dat opviel afgelopen jaar dan was het wel Frontberichten. In de dagelijkse uitzendingen stonden de hulpverleners in de frontlinie - de zorg - centraal. Nu wordt bedenker en regisseur Geertjan Lassche om zijn werk geprezen: hij is de Journalist van het Jaar, volgens het vakblad voor de journalistiek Villamedia.
Gefeliciteerd, Geertjan. Wat betekent dit voor jou?
‘Ik vind het heel bijzonder. Kijk, we hebben het afgelopen jaar ook een aantal keer net misgegrepen: met de Rose d’Or en de de Zilveren Nipkowschijf. Maar als ik de keuze had een van de drie te mogen winnen, dan was het wel deze.’
Waarom?
‘Heel veel dingen krijg je voor wat je hebt gemaakt, maar deze prijs gaat ook over wie je bent en hoe je in elkaar zit. Journalist ben je gewoon, daar word je mee geboren en dat is een lust en een last. In die zin zie ik het als een erkenning van het werk wat ik doe. Frontberichten past in een lijn van waar ik al jaren documentaires over maak: onbekende mensen die cruciaal zijn in de samenleving.’
Hoe zien we jouw persoonlijke handtekening terug in Frontberichten?
‘Dat is authenticiteit. Niet bang zijn voor rafelrandjes en rauwe beelden. En een liefde voor de onbekende Nederlander. Ik heb als journalist best wel veel moeite met de dagelijkse parade van BN’ers. Volgens mij draait dit landje niet op BN’ers. Maar gewoon op de gewone mens, hoewel ik dat een beetje een vies woord vind.’
Daar was dit natuurlijk bij uitstek een jaar voor...
‘Ja, absoluut. Alles kwam bij elkaar. We zijn in een jaar beland waarin die onbekende Nederlander ineens cruciaal werd. Een sector die in november 2019 een appel doet op de politiek en het land om beter beloond te worden, wordt nota bene een half jaar later zo ontzettend belangrijk voor ons land. Dat komt naar voren in dit programma.'
Had je direct vertrouwen in deze nieuwe vorm van televisie maken?
‘Ik ben altijd op zoek naar nieuwe vormen, ook om me te onderscheiden. Ik probeer altijd iets nieuws te vinden. Ik heb de hele dag door heel veel ideeën, maar de beste ideeën die hoef je niet eens op te schrijven. Dat zie je gelijk helemaal voor je. Dat was met Frontberichten ook zo. Gelukkig dacht Sander van den Eeden (producent van BNNVARA) daar hetzelfde over. Aan hem heb ik veel te danken. Sander is streng, pragmatisch, maar soms kan hij ook gewoon meteen het vuur hebben; hij heeft mij vanaf het eerste moment gesteund en een fantastisch team om me heen geformeerd. Toen kwam het telefoontje van Sander: “NPO 2 wil het. Kan je morgenavond beginnen en dan direct dertig dagen achter elkaar.”’
En hoe begin je dan?
‘Dat was nog best lastig. We hadden nog helemaal geen goede vlogs. Ik had een mooie binnen van een ambulancechauffeur uit Tilburg: zijn vader en moeder waren ziek en hij moest coronapatiënten vervoeren. Dat was voor hem totaal nieuw. Hij had de vlogs al ingeleverd maar werd toen door zijn baas verboden deze uit te zenden. Dat vond ik een heel spannend moment, want: als dit voortdurend zo doorgaat, dan hebben wij geen programma. Maar toen, vlak voor de eerste uitzending kwam de eerste vlog binnen van Gor, de spoedarts. Dat was meteen een goede vlog. Toen dacht ik: het kan, we gaan er gewoon voor. Toen begon de marathon.’
Hoe was het om de regie uit handen te moeten geven?
‘Ik kan niet zo goed tegen onzekerheid, ik ben een enorme controlfreak. Maar tegelijkertijd was het natuurlijk een onmiskenbaar gegeven; we konden niet eens binnenkomen. Iedereen was bang en de laatsten die binnengelaten zouden worden om eens even lekker rond te kijken in die ziekenhuizen, zonder een voorlichter in de nek, waren journalisten. Dus je moest op zoek naar een vondst, naar alternatief materiaal. En dat kwam naar ons toe en bracht een authentiek inkijkje: het gevoel erbij te zijn, er bovenop te zitten. Zolang dat goede materiaal maar naar ons toekwam, vond ik het niet meer zo erg dat ik er niet fysiek bij was.’
Welke vlogger zal je niet snel vergeten?
‘Dat zijn er eigenlijk twee. Allereerst gehandicaptenbegeleider Elsje, die zichzelf met haar cliëntenhad opgesloten in een huis, om corona maar buiten de deur te houden. Ik ben daardoor heel anders naar gehandicaptenzorg gaan kijken. De onschuld van die groep en hoe ze naar de wereld kijken, dat hebben we allemaal met Elsje mee mogen beleven. Waar ik ook altijd naar uitkeek waren de vlogs van verpleegkundige Ellen. Zonder dat ze het doorhad, had ze een enorme vertelkunst. Zij stond voor troost.’
Sinds de laatste uitzending van Frontberichten wordt er vaak naar gevraagd: komt er een vervolg?
‘Dat is de cruciale vraag, maar voorlopig nog niet. Op het einde merkten we dat de kwaliteit van de vlogs veranderde. Ze waren misschien wel mooier, esthetisch gezien, maar we hadden steeds vaker het idee dat vlogs beïnvloed waren door voorlichters. Dan vielen ze af. Want op het moment dat je dat gevoel krijgt, dan moet je het denk ik niet willen. Alles valt of staat bij journalistieke integriteit.’
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!