Laatstgenoemde heeft de nominatie overigens deze week geweigerd, wat je zou kunnen zien als het soort ondankbaarheid dat het fortuynisme nu juist getriggerd heeft maar daar wil ik het niet over hebben. Evenmin als over de opvallende afwezigheid van Thierry Baudet in de lijst genomineerden. Alleen iemand die buitensporig vilein of wantrouwig is zou constateren dat de Amsterdamse leider van de zwijgende meerderheid ontbreekt omdat zijn nominatie de mogelijke deelname van Leefbaar Rotterdam aan een nieuw college in de wielen rijdt. Iedereen weet dat Pim vies was van dergelijk achterkamertjesgedoe, dus zijn nazaten zouden dat nóóit doen.
Ik werd verrast door het hoge percentage migranten onder de genomineerden. Met dertig procent is er sprake van een oververtegenwoordiging want veel meer dan het aandeel migranten in de bevolking. Goeie poging tot diversiteit ook, al is er voor zo ver ik weet nog nooit een homo genomineerd. En dat zou Pim toch niet zo gewild hebben. Tip voor de jury: selecteer volgend jaar een opvallend jonge homo met Marokkaanse achtergrond.
Maar ik was dus verrast. Blij verrast. Want al heb ik een hekel aan knuffelturken en andere voortrekkerij, ik kon wel wat positieve discriminatie gebruiken. Ik had namelijk net ‘Dit is Londen’ gelezen van Ben Judah. Dat boek over migratie verscheen vorig jaar in het Nederlands maar heeft volkomen onterecht weinig losgemaakt. Misschien omdat het zo ongemakkelijk is dat niemand weet wat ze er mee moeten.
Judah beschrijft Londen zoals het is maar je het niet kent. Witte Londenaren zijn tegenwoordig een minderheid en veertig procent van de bevolking is migrant, van steenrijke Arabieren tot straatarme Oost-europeanen. 600.000 inwoners zijn illegaal, dat is een stad ter omvang van Rotterdam. Judah zoekt in zijn reportages mensen uit al die groepen op, behalve de witte Londenaars want die hoor je al vaak genoeg, en schrijft hun verhalen in de stijl van new journalism op. Alsof je bij ze aan tafel zit.
Het resultaat is een tsunami aan ellende. Hij slaapt tussen de Polen in een driekamerwoning waar 15 mensen verblijven, tussen de Roemeense bedelaars die overnachten in de metrostations. Hij beschrijft hoe het Londen dat we kennen eigenlijk niet meer bestaat. Hele straten zonder pubs en het Cockney dat we nog horen in tv-series wordt vrijwel nergens meer gesproken. Het heeft plaats gemaakt voor Street, de autoriteiten noemen dat ‘multicultureel Londens-Engels’, met Jamaicaanse intonatie en een vleugje Urdu. Over 15 jaar bestaat Cockney niet eens meer, constateert Judah.
Ik was afgelopen weekend in Londen en Judah leert je met andere ogen naar de stad kijken. Hij noemt fluorescerende hesjes ‘het uniform van de werkende onderklasse’. Wie denkt dat arbeiders iets van vroeger zijn ziet ze zo ineens overal. Maar het zijn andere arbeiders. Niet alleen vanwege hun afkomst. Ze zijn bijvoorbeeld ook niet in vakbonden georganiseerd. Ze vormen geen macht.
Het gaat niet alleen om de bevolking. Ik wist niet dat het onroerend goed van de stad voor een groot deel in handen is van buitenlandse eigenaren. Het iconische gebouw The Shard, bij de opening het hoogste gebouw van Europa, is eigendom van de sjeik van Qatar. Het staat half leeg. Veel gebouwen in de stad, die opgekocht zijn door buitenlanders, staan trouwens leeg of worden door niemand bewoond. Of bijna niemand. Judah beschrijft de tragische lotgevallen van Filipijnse huishoudsters die dag in dag uit de huizen schoonhouden van Russische miljonairs die er nooit zijn.
Ik moest tijdens het lezen denken aan Midnight Cowboy, de filmklassieker over een plattelandsjongen die in de jaren ‘70 naar New York trekt en daar belandt in een wereld die zowel extravagant als troosteloos is. Voorheen trokken de gelukszoekers van het platteland naar de stad, met alle aanpassingsproblemen van dien, nu gaan ze van het ene naar het andere land, en als het aan Elon Musk ligt straks van de ene planeet naar de andere. We zijn trekdieren.
Dat soort gedachten worden bijna automatisch opgeroepen bij dit onderwerp. Rustig maar, het is altijd zo geweest, etcetera. Dat is zo, maar je denkt het ook om de ongemakkelijke waarheid te sussen: migratie gaat gepaard met helse ellende. Een deel van de migranten slaagt maar een deel faalt ook hopeloos. Net als bij startups. En dat is niet ok. Je moet wel heel cynisch of darwinistisch zijn als je mensen ziet als startups.
Judah toont de misère in al zijn hardheid, vormen en ongemakkelijkheid. En onontkoombaarheid. De politieagent die hij interviewt en die spreekt als een pvv’er is zelf een Nigeriaanse Brit. Dat laat zien dat politiedenken niets met afkomst te maken heeft.
Of neem het hoofdstuk over moslimameisjes. Judah beschrijft hoe de tieners zich iedere dag op school snel opmaken, een korte rok aantrekken om zich weer rap om te toveren tot vroom type voor ze naar het ouderlijk huis terugkeren. Ze weten dat de paar jaar die ze op school doorbrengen de enige vrijheid is die ze in hun leven zullen hebben. Daarna worden ze uitgehuwelijkt en moeten ze maar afwachten hoeveel ze mogen. Ik dacht weer in een reflex aan vrienden met een streng-christelijk verleden, een vriendin die allang niet meer geloofde maar pas met kerkbezoek durfde stoppen toen haar vader was overleden. Op haar veertigste. Zo erg kan het zijn.
Ik dacht ook aan de moslima’s die ik ken, enorm sterke vrouwen die iedere millimeter van hun vrijheid hebben moeten bevechten en nog steeds niet alles kunnen doen wat ze zouden willen. Als zelfs zij… hoe erg moet het dan wel niet zijn voor de anderen die tegen hun wil zuchten onder de verstikkende regels van hun omgeving? Voor velen is emigreren nu de enige manier om te ontsnappen. Naar Nieuw-Zeeland, Canada, ver weg van de familietentakels.
En dan heb ik het nog niet gehad over de armoede, volgens Judah een van de belangrijkste oorzaken voor de instandhouding van veel ellende.
Je begrijpt het misschien, ik werd somber. Ik ben tegen grenzen dicht, alleen al omdat dat nog meer ellende veroorzaakt, maar wat dan? Hoe hou je bijvoorbeeld de verzorgingsstaat overeind, een fenomeen dat niet zonder grenzen kan. Judah is bovendien niet van de sussende woorden. Die gaat niet lopen beweren ‘maar we eten nu lekker kebab’ of andere traditionele multiculti-pleisters.
Londen ervoer ik trouwens tijdens mijn bezoek als even geweldig als altijd. Het is een stad die inspireert, je nieuwe ideeën geeft en laat zien wat de toekomst is. Ik kom er vaak omdat mijn zus er woont. Die is toen ze 17 was daar min of meer heengevlucht om te ontsnappen aan de druk van onze ouders. Ook zij, ook toen.
Het onbehagen bleef nog wel even hangen. Gaat dit allemaal wel goed? En toen zag ik bij thuiskomst de genomineerden voor de Fortuynprijs en wist ik het weer. Ja, migratie gaat gepaard met veel pijn, maar we worden er uiteindelijk beter van. Zelfs de denkers die tegen migratie zijn kunnen niet zonder.
Bedankt Pim.