Fabian Franciscus
Mentale uitdagingen, psychologen, autisme en Rooibosvla, daar kan best om gelachen worden, vindt cabaretier Fabian Franciscus. In 'Vlafeest' vertelt hij hoe hij zicht verhoudt tot de maatschappij en hoe hij steeds beter kan doen alsof hij minder last heeft van autisme - behalve 'als hij moe en zichzelf is dan'.
‘Als mijn administratie klopt, dan wordt jouw cabaretshow Vlafeest opnieuw uitgezonden op tv.’ ‘Op tv? Oh, dat zou kunnen.’ ‘Weet ik meer dan jij?’ ‘Nou, ik wist niet dat het al definitief was.’ ‘Bij deze. Wat vind je ervan?’ ‘Heel leuk. Altijd leuk als je show weer wordt uitgezonden.’
Aan de telefoon cabaretier Fabian Franciscus (1982), in de media bekend als de autistische cabaretier, een titel die hij liever kwijt dan rijk is: ‘Ik heb dat zelf nooit geschreven. Mijn tekst was: “Fabian is cabaretier en autistisch, beide doet hij zelfstandig”. Dat vond ik heel grappig. Nu lees ik overal “de autistische cabaretier”.’ Storend, vindt hij. ‘Omdat het de nadruk legt op het negatieve. Het is een subtiel verschil, maar het komt neer op de eenzijdigheid van die titel. Autisme maakt mij niet een gehandicapt persoon. Er zitten heel veel positieve kanten aan.’
Slechte & goede momenten
Voor Franciscus – die pas op latere leeftijd de diagnose autisme (specifiek: McDD) kreeg – ging een wereld open. ‘Ik ging er vroeger vanuit dat iedereen dacht zoals ik, angsten had zoals ik. Toen ik besefte dat dat niet het geval was, wist ik dat het interessant zou kunnen zijn daarover te vertellen op een podium; zo is Vlafeest ontstaan.’ Dat betekent overigens niet dat het altijd leuk is: ‘in je slechte momenten hoop je dat iedereen denkt zoals jij, in je goede momenten is het fijn om zo lekker uniek te zijn. In zekere zin is de show is ook een vorm van verwerking en een manier om andere mensen ermee te helpen.’
'Koffie is niet mijn grootste probleem'
En een manier om zich te onderscheiden van zijn collega’s. ‘De meeste cabaretiers vertellen over het vergeten dopje op de tandpasta of over koffie. Maar koffie is niet bepaald mijn grootste probleem, ik ga veel te vaak naar de psycholoog om het over koffie te hebben in mijn shows. Daarbij vertelt koffie niet zoveel over jezelf.’
Fabian Franciscus
De ooo-lach
Zijn verhalen balanceren tussen de grap en het ongemak. Met als uitingsvorm iets wat Francicus de “ooo-lach” noemt: het moment het publiek moet lachen en zich vervolgens beseft: hier mag niet om gelachen worden - omdat het leidend voorwerp op het podium staat. Maar dat is onzin, vindt Franciscus. ‘Ik heb me al twee dagen rot gevoeld om de situatie die ik uit de doeken doe. Pas een dag of twee later denk ik: dit is misschien wel grappig. Dan kan ik er zelf ook om lachen, anders werkt het niet dan zou het publiek niet het gevoel hebben erom te mogen lachen.’
Hard lachen om zware onderwerpen
Humor bestaat bij de gratie van kwetsbaarheid, denkt Franciscus: de verwerking van een vervelende situatie, kwetsbaarheid tonen en dan de humor - in die volgorde. ‘Maar ik heb wel humor nodig om die kwetsbaarheid te kunnen tonen. Anders voelt het alsof ik het publiek opzadel met mijn probleem. Dan zitten zij ermee. Ze moeten heel hard gelachen hebben tijdens mijn show; juist als het om zware onderwerpen gaat. Anders had ik beter een boek kunnen schrijven.’
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!