De zeespiegel stijgt: maar hoeveel, hoe meten we dat en wanneer levert dat problemen op?
De zeespiegel stijgt, dat is duidelijk. Maar hoeveel, dat hangt af van welke maatregelen we nemen om de opwarming van de aarde tegen te gaan – en ook hoe snel we dat doen. Want opwarming betekent meer gesmolten poolkappen en dat staat dan weer gelijk aan een hoge zeespiegel. Bij een opwarming van 1,5 graad gaat het om een stijging van negen centimeter, bij een opwarming van 4 graden om vijftien centimeter, schrijft Vroege Vogels.
Er zijn twee manieren om de zeespiegel(stijging) te meten: via satellieten of peilstations. ‘De satellieten die we daarvoor gebruiken worden in een vast baan rond de aarde gebracht – dan weten we precies wat de afstand tot het middelpunt van de aarde is. Met behulp van verschillende soorten radiogolven wordt de afstand tot het zeeoppervlak gemeten’, legt Sybren Drijfhout van het KNMI uit in Alledaagse Vragen. ‘Omdat ze dat om de zoveel dagen doen, kan je ook meten wat de verandering is in die afstand.’
Dan zijn er ook nog de peilstations ‘die zijn verankerd in onze kust’. Deze peilstations leveren andere gegevens op ‘omdat er door getijden enorme variaties zijn in die zeespiegel’. Deze stations werken zo: ze staan op een vaste plek, waardoor ‘we ook weten wat de positie van die stations is ten opzichte van NAP, Nieuw Amsterdams Peil’. Hierdoor hebben we een goed beeld van hoe de zeespiegel stijgt voor onze kust. Het enige nadeel: ‘De bodem is natuurlijk ook aan het dalen voor de Nederlandse kust en dat zit bij die peilstations inbegrepen. Maar met allerlei ingewikkelde modellen en berekeningen kunnen we die gegevens uit elkaar trekken.’
Wat maakt dat uit?
Een zeespiegelstijging van enkele centimeters kan al grote gevolgen hebben en ‘leiden tot volksverhuizingen van Bijbelse proporties’, waarschuwt António Guterres in een toespraak voor de VN-veiligheidsraad, afgelopen maand. ‘Levens, economieën en infrastructuur zullen worden verwoest. Landen zullen ophouden te bestaan en de gevolgen voor vrede en veiligheid zijn “dramatisch”’, schrijft Joop naar aanleiding van Guterres’ toespraak.
Het is volgens hem niet genoeg om alleen de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. IJskappen reageren namelijk niet zo snel op de verschillen die wij nu doorvoeren, weet Drijfhout. ‘Het is nu al te warm voor de kappen die we hebben. En die gaan nog vele eeuwen door met verder krimpen en dus de zeespiegel verder laten stijgen.’ Op de lange termijn worden de gevolgen van die temperatuurstijging steeds groter. ‘Als we pech hebben, en dat weten we ook al uit geologische data, dan kan de gemiddelde stijging op de lange duur - dan hebben we het over duizend jaar of zo – bijna zes tot tien meter per graad temperatuurstijging betekenen. En we hebben al meer dan een graad te pakken, maar we hebben nog geen zes meter te pakken. Dus dat zit allemaal nog in het vat.’
Op de lange termijn ziet het er dus niet goed uit. Maar wanneer beginnen we daar echt last van te krijgen? ‘Het is niet zo dat we binnen een eeuw al natte voeten gaan krijgen. Voor de komende honderd jaar zijn wij door de deltacommissie en het deltaplan goed voorbereid op wat ons te wachten staat.’
Nou, dat komt onder andere door de zwaartekracht, weet Ruud Hurkmans, die hier onderzoek naar deed voor de universiteit van Bristol. 'Die is niet overal op aarde gelijkmatig verdeeld. Groenland en Antarctica hebben veel ijs, die trekken water naar zich toe. Naarmate de ijskappen smelten verliezen zij massa en trekken ze dus ook minder hard aan het water om zich heen.' En dat heeft dus een wisselende invloed op de zeespiegel op verschillende plekken: 'Dat water wat smelt van Groenland dat moet ergens heen, dan stijgt het dus minder rondom Groenland en juist meer aan de andere kant.' In Nederland zullen we dus minder merken van het smelten van het ijs op Groenland, sterker nog: het smelten van ijs op Groenland kan zelfs een positief effect hebben op de zeespiegel. Wel krijgen we last van een zeespiegelstijging door het smelten van ijs op Antarctica.
Ook warmte speelt een rol: 'water zet uit als het opwarmt'. En water warmt niet overal evenveel op. 'Daarom zit er variatie in de mate van uitzetting en stijging', legt Hurkmans uit. Daarnaast hebben oceaanstromingen effect op de hoogte van de zeespiegel.
De 1200 bewoners van het Panamese eiland Gardi Sugdub zijn al genoodzaakt te verhuizen naar het vasteland, omdat zeespiegelstijging het eiland voor grote delen onder water zet. Een groep eilanden in de Stille Oceaan is twee jaar geleden naar het Internationaal Gerechtshof in Den Haag gestapt met de vraag om een uitspraak over de wettelijke plichten van landen om klimaatverandering tegen te gaan. De leiders van de eilanden stellen dat de regio zich in een klimaatnoodsituatie bevindt die een existentiële bedreiging vormt.
In 2050 zullen er jaarlijks overstromingen zijn in gebieden waar op dit moment zo’n 300 miljoen mensen wonen, blijkt uit onderzoek van Joop. Met name in Azië zullen de gevolgen groot zijn, in het bijzonder in India en Bangladesh.
Thema's:
Meer over:
zeespiegelMeld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!