Nobelprijswinnaar Paul Krugman ziet de VS in hoog tempo afglijden naar het type democratuur dat inmiddels is gevestigd in Hongarije en Polen. Er worden in die EU-landen weliswaar nog verkiezingen gehouden maar al het andere dat nodig is voor een gezonde democratie, zoals een onafhankelijke rechterlijke macht en vrije pers, is afgeschaft of wordt ernstig bedreigd.
Sterke mannen
We kennen die aanpak ook van bijvoorbeeld Erdogan en Poetin, sterke mannen die hun aanhang het idee geven dat zij als leider alles kunnen oplossen. Het is aantoonbaar een recept voor ellende maar daar heeft de aanhang geen boodschap aan. Wie eenmaal gelooft hecht geen waarde aan feiten die het tegenovergestelde aantonen. “Ik kan me geen oorzaak voorstellen waardoor een schip zou kunnen zinken. De moderne scheepsbouw is dat stadium volledig gepasseerd,” luidt een beroemd citaat van Edward Smith, kapitein van de Titanic.
Krugman waarschuwt
de vele progressievelingen die denken dat Trump uiteindelijk in zijn eigen zwaard valt en er op vertrouwen dat de Democraten dit najaar de parlementsverkiezingen winnen en zijn macht zullen breken. Zij voelen zich gesterkt door het voortdenderende onderzoek van justitie naar corruptie en erger in het Trump-kamp.
Volgens Krugman is die Republikeinse nederlaag verre vanzelfsprekend. Mochten de Republikeinen hun machtspositie in het parlement behouden of zelfs versterken dan zijn de rapen gaar: “Veel Trump-critici vierden de afgelopen week de laatste juridische ontwikkelingen en beschouwden de veroordeling van Manafort en de schuldbekentenis van Cohen als tekens dat het net zich uiteindelijk sluit voor de opperste wetsovertreder. Maar ik ervoer een gevoel van toegenomen vrees toen ik de reactie van de Republikeinen zag: geconfronteerd met het onweerlegbare bewijs van Trumps schurkachtigheid, sloot de partij de gelederen nauwer dan ooit.”
Point of no return
Krugman stelt dat het point of no return akelig dichtbij is. Als een democratie eenmaal om zeep wordt geholpen kun je die niet gemakkelijk herstellen. Afbreken is altijd makkelijker dan opbouwen.
De conservatieve sterblogger
Andrew Sullivan is nog stelliger
: Trump is nu gevaarlijker dan ooit. Hij betoogt dat de president handelt als een maffia-baas, een man die iedereen uit de weg ruimt die hij ziet als bedreigend voor zijn positie. Zo gauw duidelijk wordt dat hij echt beschuldigd gaat worden van corrupte praktijken en impeachment niet langer alleen een droom is van mensen die liever niet wakker worden, kan hij zich ontdoen van Mueller en iedereen die als gevolg van diens onderzoek veroordeeld wordt gratie verlenen.
Maar, zo waarschuwt Sullivan, de president kan ook verder gaan: “Trump kan ook een politieke campagne starten om de regering te ontdoen van hen die hij ziet als de elite die sinds november 2016 tracht het resultaat van een democratische verkiezing terug te draaien. Hij kan, met andere woorden, een mini-Erdogan uithalen, het land ingaan in 2020 en massale steun verwerven tegen het ‘moeras’. Hij kan verder uitpakken met populisme. Als hij impeached wordt, kan hij oproepen en aanzetten tot wat Rudy Giuliani deze week ‘een volksopstand’ noemde.”
Volksopstand
Dat laatste kennen we natuurlijk al vanuit onze eigen ervaringen. Wilders dreigde met een volksopstand als hij geen premier zou worden. Eerlijk gezegd hebben we veel ervaring met alles wat Trump doet. Hij is gek, weet niks, roept maar wat en maakt met iedereen ruzie. Als je oud genoeg bent om de regeerperiode van de LPF meegemaakt te hebben dan is het niet nieuw. Die club was een verzameling mini-Trumps. We kennen het resultaat voor het land. Fluctat nec mergitur, door elkaar gerammeld maar niet gebroken, zeggen ze in Parijs. Maar dit is een ander land dan de VS.
Vorig jaar verscheen een Nederlandse heruitgave van ‘Dat gebeurt hier niet’ van Sinclair Lewis, de eerste Amerikaanse schrijver die de Nobelprijs voor de literatuur kreeg toegekend. De roman beschrijft hoe in de VS een fascistische dictator aan de macht komt. Dat klinkt inderdaad als het veel bekendere ‘Plot against America’ van Philip Roth maar Lewis schreef dit boek in 1935. De nazi’s en fascisten hadden de wereld toen nog niet in een allesvernietigende oorlog gezogen. De industriële uitroeiing van hele bevolkingsgroepen was nog niet gestart.
De overeenkomsten met deze tijd zijn treffend. Zo wordt de fascist aan de macht geholpen met steun van de ‘Liga van Vergeten Mannen’. Dat waren vanzelfsprekend witte mannen. Hun benaming en gepiep doet denken aan alle verhalen die we nu horen over de groep van zogenaamd vergeten mannen die zich verdrukt voelen door feministen en elitaire beleidsmakers. Je weet wel, al die verhalen over mannen waarvan beweerd wordt dat er geen verhalen over verschijnen. Zoals het publieke debat is vergeven van onderwerpen die voorafgegaan worden door de mythische bezwering ‘je mag het niet zeggen maar…’ Ook andere actuele onderwerpen, die we vooral verbinden aan deze tijd, komen aan de orde, zoals de 1 procent versus de rest.
Konijn
De fascist wordt gekozen en begint dan de rechtsstaat te ontmantelen. Er is sporadisch verzet waar hard tegen wordt opgetreden. Het grootste deel van de kiezers reageert als een konijn dat gevangen is in de koplampen of bagatelliseert de situatie. Een beetje als hier de standaard ‘het zijn heus geen racisten’-reactie als er een politicus op basis van een nauwelijks verhuld racistisch programma veel zetels haalt.
Dat Gebeurt Hier Niet verwijst naar het ongeloof dat de ramp mogelijk maakte maar is achteraf gezien ook gewoon een waarheid. Het is niet gebeurd. Sterker nog, de nazi’s zijn dankzij de VS verslagen. Maar dat wist Lewis niet toen hij het boek schreef. Zoals we ook nu niet weten hoe het verder zal lopen.
De overeenkomsten mogen dan treffend zijn, er is ook een groot verschil: het alom aanwezige geweld. De fascisten bewerkstelligden alles met geweld. Dat is nu niet het geval en het is te hopen dat het ook nooit zal gebeuren. Die dictatuur komt er dan niet. Misschien dat het zich deze keer beperkt tot inderdaad een mini-Erdogan. De vraag luidt: is dat goed nieuws?
Foto: The Great Dictator (1940) – Charlie Chaplin