Kees Moeliker
© André ten Brinke
Sinds de belangstelling van de mens voor vogels de gebraden kippenpoot en het zachtgekookte eitje overstijgt, is het bestuderen van onze gevederde vrienden een serieuze bezigheid. Vooral de vraag ‘hoeveel?’ houdt ontelbare aantallen vogelaars meer dan een eeuw bezig. Het begon in 1899 met het tellen van veren.
Lees hieronder de gehele column:
De Amerikaan Richard McGregor was de eerste. Hij plukte een gors en een meeuw en deelde zijn telling met vakgenoten: 1.899 veren bij de gors en 6.544 bij de meeuw. Het veren tellen sloeg niet echt aan, want het duurde tot 1933 voordat een wilde eend uiterst secuur werd kaalgeplukt: 11.903 veren. In 1937 was het klaar. Het record dat toen werd gevestigd – 25.216 veren bij één fluitzwaan, waarvan 20.177 op de kop en nek – is nooit meer overtroffen.
Daarna probeerden vogelkundigen vast te stellen hoeveel verschillende vogelsoorten er wereldwijd zijn. Het tellen daarvan – letterlijk door het zoeken naar vogels in museumcollecties, vogelboeken en in wetenschappelijke vogeltijdschriften – duurde van 1931 tot 1987. Het leverde welgeteld 9.159 soorten op. Over dat getal is nu nog steeds discussie die voortkomt uit de hamvraag wat een vogelsoort nu precies is en hoe je dat vaststelt – met het oog en een meetlat of in een DNA-laboratorium. In 2016 gooiden vier Amerikanen de knuppel in het hoenderhok. Door ouderwets meten, modern moleculenpluizen en slim rekenen te combineren, verdubbelden zij het met de hand getelde aantal van 9.159 tot 18.043 verschillende soorten vogels.
Tenslotte de vraag hoeveel individuele vogels er zijn. Dus alle in het wild levende vogels, waar dan ook, bij elkaar opgeteld. Het stuk voor stuk tellen van alle vogels is natuurlijk volstrekt onmogelijk, maar aan het eind van de vorige eeuw stond de teller niettemin ‘tussen de 200 en 400 miljard’. Die schatting, want dat blijft het, werd in 2021 (stevig onderbouwd) afgeroomd tot 50 miljard, met in de top drie 1,6 miljard huismussen, 1,3 miljard spreeuwen en 1,2 miljard ringsnavelmeeuwen. Vijftig miljard vogels. Het bijzondere van deze studie is dat de telresultaten ook zijn gebaseerd op laagdrempelige vogeltelevenementen zoals de Christmas Bird Count in Noord-Amerika, de Big Garden Birdwatch in het Verenigd Koninkrijk en – jawel – onze eigen Nationale Tuinvogeltelling die dit weekend gehouden wordt.
Het was de oervader van de natuurstudie Jac. P. Thijsse die in 1932 in het onvolprezen tijdschrift De Levende Natuur schreef: “Ieder jaar omstreeks Kerstfeest tijgen troepjes Amerikanen er één dag op uit, om vogels te tellen, zoowel soorten als individu's. Men heeft het in ons land ook eens geprobeerd maar niet doorgezet, wat eigenlijk wel jammer is.” Hij moest eens weten. De Nationale Tuinvogeltelling startte in 2003 en maakt steeds meer mensen enthousiast voor vogels. In 2022 telden 170.000 deelnemers er ruim 2,4 miljoen, waaronder 450.000 huismussen, 300.000 koolmezen en 200.000 merels.
Kom op luisteraars, help de wetenschap, loop naar het raam en tel een half uur vogels. Het kan nog zolang het licht is. Kijk, tel en voer de soorten en hun aantallen in op tuinvogeltelling.nl. Op naar de vijftig miljard!
Thema's:
Meer over:
kees moelikerMaandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.