Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Aantal libellen met ruim kwart afgenomen sinds 2008

  •    •  
27-03-2025
  •  
leestijd 2 minuten
  •  
viervleklibel VVTV

Tussen 2008 en 2024 zijn libellenpopulaties in Nederland gemiddeld met 28 procent afgenomen. Niet alleen zeldzame en kwetsbare soorten nemen in aantal af, maar ook de populaties van algemene soorten, zoals het lantaarntje, nemen af. Sommige warmteminnende soorten, zoals de vuurlibel, profiteren van klimaatverandering en nemen gemiddeld juist toe. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS en De Vlinderstichting.

Libellen tellen

Sinds 1998 worden libellen tweewekelijks geteld op vaste routes, als onderdeel van het Landelijk Meetnet Libellen. Daarmee kan voor ieder jaar een gemiddelde populatie-index¹ worden berekend op basis van 47 soorten. Hiermee kunnen veranderingen door de tijd worden gevolgd. Nederland telt ongeveer 64 soorten libellen; van de overige zeventien soorten zijn onvoldoende betrouwbare gegevens beschikbaar om te gebruiken voor de populatie-index.

Toename warmteminnende soorten

groene glazenmaker

© groene glazenmaker, Foto: Christophe Brochard

De achteruitgang van libellen is het sterkst te zien bij koudeminnende soorten, zoals de groene glazenmaker en de noordse winterjuffer. Deze groep libellen is sinds de start van de metingen met ongeveer 75 procent afgenomen, gemiddeld 5 procent per jaar. Sommige soorten, zoals de maanwaterjuffer en de noordse witsnuitlibel, zijn in de laatste twaalf jaar met meer dan 95 procent afgenomen.

Warmteminnende soorten, zoals de vuurlibel en de zuidelijke keizerlibel, nemen als groep juist toe met gemiddeld 5 procent per jaar, al vlakt de groei de laatste jaren enigszins af.

Achteruitgang algemene soorten

Ook algemeen voorkomende soorten nemen af: de 15 meest algemene libellen van Nederland, waaronder het lantaarntje en de paardenbijter, zijn sinds 1999 met gemiddeld 15 procent afgenomen. Deze daling wordt waarschijnlijk niet verklaard door de temperatuursvoorkeur van deze soorten, want deze algemene soorten zijn gemiddeld meer warmte- dan koudeminnend.

Vooral afname libellen van vennen en hoogveen

Naast libellen die op vrijwel alle watertypen voorkomen (zoals het lantaarntje), zijn sommige libellen specialisten van bepaalde leefgebieden. Van deze zogenaamde specialisten gaan libellen van vennen en hoogveen, zoals de speerwaterjuffer en de venglazenmaker, sinds 2010 achteruit.

Hierbij speelt klimaatopwarming en verdroging een belangrijke rol: in warme zomers kan het water in vennen en hoogveen flink opwarmen, en dat leidt bij de libellen in deze groep (waaronder meer koude- dan warmteminnende soorten) tot hittestress.

Droogte en voortplanting libellen

Ook vallen vennen onder dergelijke omstandigheden vaker droog, waardoor libellen zich niet meer kunnen voortplanten en populaties plaatselijk kunnen verdwijnen. Zo is de libellenstand van vennen en hoogveen na de droge zomers van 2018 en 2019 sterk afgenomen, waarna geen herstel volgde.

Libellen van laagveen en moerassen, zoals de gevlekte witsnuitlibel, namen aanvankelijk toe, maar zijn sinds 2018 met ruim 20 procent afgenomen. Wel liggen de aantallen libellen van dit leefgebied nog iets boven die van 1999. Libellen van stromend water, zoals de weidebeekjuffer, zijn over de hele periode toegenomen met 43 procent.

Bron: Vlinderstichting

Meer over:

libellen
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

Omschrijving *

Typ hier je reactie...


0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.
BNNVARA LogoWij zijn voor