Een eerlijk gelijkwaardig Nederland. Wij zijn voor. Jij ook?

Waarom werken er geen trans mensen in de transzorg?

  •  
03-07-2021
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
2255 keer bekeken
  •  
'Trans rights are human rights'

'Trans rights are human rights'

© Pexels

Het is crisis in de transzorg. De wachttijden zijn te lang, de behandeling is niet voldoende op maat en het Amsterdam UMC (VUmc) maakt misbruik van haar monopolypositie, volgens trans mensen in Nederland.

‘Als non-binair persoon op zoek naar informatie belde ik in 2015 met het VUmc. Het was een heel onprettig gesprek. Ze hadden lange wachttijden en eigenlijk hadden ze liever geen nieuwe mensen erbij. Non-binair zijn werd gezien als ‘in de war zijn’. Voor een psychologische hulpvraag was ook geen plek, aandacht of doorverwijzing.’ Dit is een van de vele ervaringen op het Instagram-account @vugendermistreatment. Hier worden verhalen gedeeld van mensen die een behandeling bij de genderpoli van het Amsterdam UMC (voorheen VUmc) (hebben) ondergaan.

Machtspositie
Het Amsterdam UMC biedt medische zorg aan trans personen, denk aan hormoonbehandelingen en operaties. Maar in dat traject worden, volgens (ex-)patiënten, al jaren fouten gemaakt. De verhalen lopen uiteen van lange wachttijden tot vernederende vragen bij psychologische tests, geen mogelijkheden tot zorg op maat en een geforceerde bewijsdrang. Toch durven zij zich tot voor kort niet of nauwelijks uit te spreken tegen de ondermaatse zorg. ‘Ze hebben zo’n machtspositie. Doordat zij kunnen zeggen: jij bent wel of niet trans genoeg om in transitie te mogen, durven mensen vaak geen kritiek te uiten’, aldus Storm, een van de oprichters van het Instagram-account, bij De Nieuws BV.

Wachttijd
In de afgelopen jaren is de vraag naar transzorg enorm toegenomen. Dat heeft volgens Blend-maker en Miss Intercontinental of Noord-Holland Solange Dekker alles te maken met de groeiende bekendheid rondom gender. ‘Dat was er niet toen ik opgroeide. Daar moest je echt onderzoek naar doen. Je moest moeite doen om gezien en gehoord te worden.’ Dat is nu gelukkig beter. Steeds vaker weten mensen de stap naar de genderpoli te maken. Maar als gevolg daarvan is de wachttijd enorm toegenomen; het duurt tegenwoordig zo’n twee tot drie jaar voor iemand geholpen kan worden.

Protocollen
Een andere oorzaak van de lange wachttijden zijn de protocollen, waaronder de psychologische tests, die nodig zijn alvorens iemand aan een hormoonbehandeling of operatie mag beginnen. Deze zijn er, volgens hoofd van het Amsterdamse gendercentrum Annelijn Wensing-Kruger, om de zorgstandaarden waaraan de transgenderzorg moet voldoen, te waarborgen.

Psychologische test & genderdysforie
Deze tests duren onnodig lang, volgens Solange. ‘Je weet al precies wie je bent en wat je wil. (…) maar je krijgt niet die kans, omdat zij er nog niet over uit zijn.’ In Nederland is het vereist dat een psycholoog de diagnose genderdysforie stelt alvorens het traject in gang gezet kan worden. ‘Het is de psycholoog of psychiater die, na het stellen van de diagnose, uiteindelijk bepaalt of een persoon mag doorstromen in het transitietraject’, schrijft Daan Kenis in het Vlaamse vakblad Podium voor Bio-ethiek, waarin hij de transzorg in Nederland en België vergelijkt. ‘Zij bepalen of je trans genoeg bent’, volgens Solange. Wensing-Kruger laat tegenover NRCweten dat deze gesprekken niet zijn om een diagnose te stellen. De gesprekken zijn ‘niet ingericht om te toetsen of iemand genderdisfoor is – personen die zich bij ons melden voldoen namelijk al gauw aan de criteria. De gesprekken zijn er juist op gericht de gevoelens te begrijpen, te bekijken hoe het met iemand gaat, hoeveel steun die krijgt uit de omgeving en om de verwachtingen te bespreken.’

Poortwachter
Het stellen van een diagnose en de psycholoog als poortwachter is een achterhaald begrip, volgens Kenis. ‘Over het algemeen laten we de beslissing omtrent de eigen identiteit aan de persoon zelf en is wantrouwen niet op zijn plaats (…) trans personen verlenen we niet diezelfde privileges.’ In België krijgt de diagnosestelling geen centrale plaats in het traject, om ‘de aandacht te kunnen verleggen van diagnose naar samenwerken, begeleiden en informeren’, schrijft Kenis.

Sociale transitie
Naast het psychologisch onderzoek is er in Nederland nog een vereiste voor operaties, namelijk: de sociale transitie. Dit houdt in dat de persoon in kwestie ‘uit de kast’ komt bij familie en vrienden en zich moet gaan gedragen en kleden naar de genderidentiteit. ‘Diezelfde eis werd in België al verlaten wegens ongepastheid en niet meer passend bij de tijdsgeest’, schrijft Kenis. Toch lijkt het Amsterdam UMC zich hier nog blind op te staren. Solange: ‘Zij willen zien wat je zegt. Dus zeg je: “Ik voel mij een meisje”, dan moet je eruitzien als een meisje. Dat is een misstap; genderexpressie komt in heel veel verschillende vormen. Als ik zeg dat ik een vrouw ben wil dat niet meteen zeggen dat ik make-up en nagellak wil dragen of vrouwenkleding wil dragen.’ Dit resulteert erin dat het non-binaire personen haast onmogelijk wordt gemaakt om zorg te krijgen. ‘Het VUmc wil je in een hokje stoppen: man of vrouw. Als non-binair persoon word je gewoon niet verder geholpen: omdat ze dat niet snappen. Zij willen duidelijkheid’, aldus Solange. Het Amsterdam UMC laat in een reactie aan De Nieuws BV weten zo veel mogelijk maatwerk te leveren: ‘het traject ziet er voor iedereen anders uit.’  

Cisgender-personeel
Op dit moment wordt de zorg op de genderpoli, volgens Solange, enkel verzorgd door cisgender-personeel; mensen waarbij de genderidentiteit overeenkomt met het geboortegeslacht. ‘Ze willen ook geen trans personen binnenlaten omdat ze bang zijn dat het professioneel oordeel vertroebeld raakt, terwijl juist dat ervoor zorgt dat mensen sneller geholpen kunnen worden.’ Nu zijn de verhoudingen scheef, volgens Solange. ‘Het zijn cisgender mensen die beslissen over de rechten en vrijheid van trans personen. Zij bepalen het leven van een groep waartoe zij zelf niet behoren. Ik zeg niet dat alle specialisten bij het VUmc transgender moeten zijn, absoluut niet, want specialisme komt in verschillende vormen, maar ik denk dat het goed zou zijn als het zorgpersoneel vaker in gesprek gaat met mensen die al eerder bij het VUmc hebben gelopen en ervaring hebben met het traject. Ik denk dat het belangrijk is dat wij de kans aangrijpen om de mensen die er al werken verder te educaten over de problemen die er nu liggen.’

Door Carolien Ronde
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.
BNNVARA LogoWij zijn voor