Ons Nederlandse strafrechtsysteem kan volgens officier van justitie Disa Jironet wel wat menselijkheid gebruiken. Daarover schreef ze een boek genaamd ‘Misdaad en mededogen’. Een pleidooi voor mededogen. Wat ze zelf omschrijft als ‘het vermogen om iemands lijden te kunnen zien en daar iets aan te willen doen’, legt ze uit bij Spijkers met Koppen. Een beroep op de medemenselijkheid.
Op dit moment gebeurt dat in de rechtspraak nog weinig. De rechtbank is niet per se een plek die deze medemenselijkheid of mededogen erg uitnodigt, volgens Jironet. ‘Er zit een hoogteverschil. De rechters en officieren hebben allemaal zwarte toga’s aan. Het publiek zit achter je. Dus die setting is best wel intimiderend voor iemand die in de boeien via een zijdeurtje wordt binnengebracht.’
Macht en mededogen Daar komt bij dat de machtspositie van rechters en officieren het mededogen niet ten goede komt. ‘Het hebben van macht stimuleert het voelen van mededogen niet, maar werkt dat eerder tegen’, aldus Jironet. ‘Het vraagt dus nogal wat van een rechter en officier om in zo’n setting het machtsgevoel neer te kunnen leggen, daar overheen te kunnen stappen en de mens te zien die daar in z’n uppie in het midden van de zaal zit.’ Dat geldt overigens niet alleen voor de verdachte, maar ook voor de slachtoffers.
Onbevooroordeeld De zoektocht naar een gezonde balans tussen machtsgevoel en mededogen is Jironet het afgelopen decennium bij zichzelf gestart. ‘Ik probeer vooral te kijken naar hoe ik reageer op een bepaalde situatie.’ Vaak wordt er gedacht dat, omdat officieren en rechters onbevooroordeeld moeten zijn, dat gepaard gaat met het onderdrukken van persoonlijke emoties. Dat is volgens Jironet niet zo. ‘Onze emoties geven ons juist heel veel informatie. Als je dat leert te begrijpen kan je dat ook beter inzetten om een situatie goed in te schatten.’
Daad en mens Wel is het, volgens Jironet, belangrijk om onderscheid te maken tussen de daad en de persoon. ‘Tussen wat hij gedaan heeft en wie hij is als mens.’ Over de daad kan Jironet duidelijk en meedogenloos zijn. ‘Daarin kan ik heel duidelijk uitleggen waarom iets wat iemand gedaan heeft niet kan, maar dat betekent niet per definitie dat hij slecht is.’
Veranderen Als we met ons rechtssysteem teweeg willen brengen dat het gedrag van iemand verandert, dan is daar volgens Jironet mededogen voor nodig. ‘Dan zal je bij hem moeten benadrukken dat wat er in hem zit kan veranderen. Want wat hij al gedaan heeft kunnen we niet meer ongedaan maken.’ Dat doet ze zelf vooral door middel van het stellen van vragen. Heel veel vragen. Dat was er niet van de ene op de andere dag. ‘Dat heb ik beetje bij beetje moeten oefenen en daar heb ik de juiste taal voor moeten vinden in het type vragen.’
Andere toon En dat werkt aanstekelijk. ‘Wat ik vaak merk als de rechtbank best wel streng, provocerend en hard is en ik een andere toon probeer, een aantal vragen stel en daar interessante antwoorden op krijg, is dat de rechtbank dan ook doorgaat in die toon. Die nemen dat een beetje over.’
Breekpunt Jironet is als officier niet verantwoordelijk voor de verdere aanpak van de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. ‘Ik ben geen hulpverlener. Mijn taak is om duidelijk te maken waarom deze zitting er nu is en om duidelijk te maken dat dit een breekpunt is: iemand kan kiezen om het hierna anders te doen. Maar daar ga ik niet voor zorgen, daar moet hij zelf voor zorgen.’
Effectief En dat blijkt te werken. Jironet noemt Rob als voorbeeld, een man die deel uitmaakte van een groep en tijdens de zitting bang was als een verrader gezien te worden. Omdat Jironet de mogelijkheid had meerdere gesprekken met hem te voeren, kreeg ze een goed beeld van hem en zijn situatie. ‘In dat geval koos ik ervoor om hem een kans te geven, in plaats van er alsnog een veroordeling uit te slepen die hem bij die criminele groep in de problemen zou brengen.’ Geen softe maar een effectieve aanpak, volgens Jironet. Drie jaar later, wanneer ze hem per toeval weer spreekt, blijkt dat de kans die zij hem toen gaf hem aan het denken heeft gezet en hem heeft doen afvragen voor wie hij leeft. ‘Het zette een moreel denken en zelfreflectie bij hem aan, wat ook tot gevolg had dat hij daarna geen strafbare feiten meer heeft gepleegd en gewoon een goed leven leidt.’
Recidieven Hiermee wil Jironet niet zeggen dat alle recidivisten (veelplegers) op deze manier kunnen worden uitgebannen, maar het kan volgens haar wel degelijk effect hebben op hoe iemand in zo’n strafzaak staat. Binnen de rechtspraak (en evengoed in het land) is er een tweedeling over de aanpak van criminaliteit tussen ‘lekker hard aanpakken’ en ‘softies’, volgens Jironet. Zelf probeert ze met haar boek en haar aanpak in de rechtszaal die tweedeling te ontstijgen, door met menselijkheid naar elkaar te kijken en dan te zien wat werkt.