De vervuilende kledingindustrie moet veranderen.
© Francois Le Nguyen/Unsplash
Jouw shirt, broek of trui heeft een lange en vervuilende weg afgelegd voordat die in je kast belandde. Wat moet er binnen de kledingindustrie veranderen om verantwoorde kleding te produceren?
Weet jij waar je kleding vandaan komt? Er zijn namelijk een hoop stappen voordat jouw kleren in de winkels liggen. Al die stappen zijn slecht voor het milieu: de kledingindustrie en vooral fast fashion (de massaproductie van goedkope kleren) zorgen namelijk voor acht procent van de wereldwijde CO2-uitstoot. Het maken van kleding is slecht voor het milieu en het productietempo ligt hoog. ‘Mode en klimaat werd niet echt met elkaar in verband gebracht, terwijl de mode-industrie enorm vervuilend is’, zegt klimaatactivist en model Kiki Boreel in Vroege Vogels.
Boreel was jarenlang internationaal topmodel, totdat ze het over een andere boeg gooide: nu is ze klimaatactivist en zet ze zich in voor een duurzame kledingindustrie. ‘Je zag dat de mensen die achter de schermen werkten – dus de mensen vanuit de mode-industrie – helemaal niet per se liefde hadden voor de kleding die ze daar zagen’, volgens Boreel. Volgens haar zijn de mensen in de industrie vooral bezig met hoe ze een lelijk en goedkoop shirt zo mooi mogelijk op de foto kunnen zetten.
‘De industrie heeft een CO2-uitstoot geschat op acht procent van de wereldwijde CO2-uitstoot. De vliegindustrie zit bijvoorbeeld op drie procent’, weet Boreel.
Er zijn vijf factoren waardoor de industrie zo vervuilend is:
‘Je ziet veel innovatie in producten. Van een brandnetel kan je gewoon een T-shirt maken. Dat heet een bast textiel’, aldus Boreel. Andere planten die daaronder vallen zijn vlas en hennep. ‘In Nederland hebben we een enorme cultuur in de verbouwing van hennep en vlas, alleen zijn we dat een beetje vergeten. Het gebeurt niet meer zo veel.’
Boreel onderzoekt of het zinvol is om hennep te verbouwen in Nederland. Daarvoor heeft ze een goede reden: ‘Dat is natuurlijk veel duurzamer dan bijvoorbeeld katoen, dat geïmporteerd wordt en waar extreem veel pesticiden voor worden gebruikt.’
Kledingproducenten laten maar weinig los over het maakproces en daar moet volgens Boreel verandering in komen: ‘Kledingproducenten houden informatie over overproductie, herkomst van materialen en vervuiling het liefst achter gesloten deuren. Als ze dan toch een duurzame lijn produceren, wordt het wel van de daken geschreeuwd, maar ook daar ontbreken vaak exacte cijfers over de impact. Dat moet anders.’
Overal om ons heen zien we aanbiedingen, nieuwe trends en leuke items. We worden iedere dag verleid om nieuwe dingen te kopen en volgens Boreel kan het helpen om die prikkel weg te nemen: ‘Je moet echt sterk zijn om te kunnen zeggen: "Daar wil ik niet meer aan meedoen." Het eerste wat je moet doen is de prikkel wegnemen: je uitschrijven van de nieuwsbrieven, influencers ontvolgen, niet door de grote koopgoten lopen en die ketens binnengaan, want ze weten precies wat je wil.’
Boreel geeft nog een tip mee: ‘Het betekent niet dat je nooit meer iets nieuws kan kopen, maar nieuw hoeft niet altijd nieuw geproduceerd te zijn. Nieuw kan ook tweedehands zijn, lenen van iemand of een keer een ruil organiseren. Dat kan voor jou nieuw zijn, maar dat is een kledingstuk dat eigenlijk al bestaat. We hebben meer dan genoeg kledingstukken op deze wereld.’
Thema's:
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!