© ANP
Studenten, docenten en bondgenoten demonstreren in juni van dit jaar tegen de langstudeerboete. Wij lopen mee en spreken een aantal demonstranten. Waarom laten zij vandaag hun stem horen?
Honderden mensen, onder wie studenten, docenten en bondgenoten, komen bijeen bij het protest tegen de langstudeerboete. Hun boodschap naar het nieuwe kabinet is glashelder: de plannen voor de langstudeerboete moeten van de baan – en wel nu.
De langstudeerboete werd onlangs aangekondigd in het hoofdlijnenakkoord van het huidige kabinet VVD, PVV, NSC en BBB. Iedere student die uitloopt op zijn bachelor- of masteropleiding kan vanaf collegejaar 2026/2027 rekenen op een boete van drieduizend euro, zo blijkt uit de plannen. Al snel klonk vanuit allerlei hoeken kritiek. De Landelijke Studentenvakbond (LSVb) liet weten zich vlug klaar te maken voor actie. De vakbond maakte die belofte waar door het protest te organiseren. Meer over de invoering van de langstudeerboete lees je hier.
‘Onderwijs is een recht, geen privilege’, ‘Druiduizend euro? Op je muil!’, en ‘Stop met ons chanteren, geen boete voor studeren!’, klinkt er zaterdagmiddag luidkeels op het Jaarbeursplein in de studentenstad Utrecht. De demonstranten oefenen massaal de leuzen die tijdens de demonstratie hun boodschap moeten gaan overbrengen. Een aantal mensen spreken de demonstranten toe en zetten de belangrijkste tegenargumenten voor de boete uiteen. Na de laatste toespraak begint de menigte aan hun mars door het centrum van Utrecht. Wij lopen mee en spreken een aantal demonstranten.
‘Ik sta hier als student, maar ik zal zelf waarschijnlijk geen last gaan krijgen van de langstudeerboete. Ik sta hier daarom ook als onderwijzeres. Ik ben bang dat mijn kansarme leerlingen worden afgeschrokken. Dat ze gedwongen worden niet te gaan studeren; terwijl ze dat wel zouden willen en kunnen.
Ik hoop met het protest vooral een besef te creëren dat we op deze manier een heleboel leerlingen – en daarbij horend een groot potentieel en menselijk kapitaal – tekortdoen. En dat we veel mensen de kans ontnemen op hoger onderwijs. Het vergroot de kansongelijkheid des te meer.'
‘Tijdens mijn bachelor heb ik enorm veel gehad aan mijn studievereniging. En dat geldt niet alleen voor mij: het is voor een hoop studenten een belangrijke plek in hun studententijd. Binnen een studievereniging leren zij hun toekomstige vakgenoten kennen, organiseren ze congressen en gaan ze met hun docenten in gesprek. Die vaardigheden hebben ze nodig voor hun toekomst. Ook draagt het bij aan het welzijn van studenten, zo las ik laatst in een onderzoek. Eén van de conclusies was dat verenigingen het beste tegengif zijn tegen eenzaamheid.
Maar verenigingen hebben wel fanatieke bestuursleden en commissieleden nodig – en geen student gaat dat risico nemen als er een mogelijke prijskaart van drieduizend euro aan hangt. We zien nu al dat een behoorlijk aantal verenigingen krimpen, omdat ze moeite hebben om bestuursleden te vinden. Dit beleid gaat het alleen maar erger maken. Ik denk dat ze het geld best ergens anders vandaan hadden kunnen halen. Zelfs een verhoging van het collegegeld had ik eerlijker gevonden. Dan draag je de lasten samen in plaats van dat je alleen de mensen pakt die het risico nemen om meer te doen dan zitten in de collegebanken. En waar de langstudeerboete op gericht is – die eeuwige student – die pak je hier sowieso niet mee. Zij teren op het budget van hun ouders.
Ik hoop dat we vandaag laten zien dat wij, studenten, de plannen niet zomaar stilletjes pikken. We zijn vandaag met minder mensen dan we verwacht hadden; dat komt waarschijnlijk omdat de tentamens nog bezig zijn. Helaas, maar het moest voor de vakantie gebeuren. Dus dan maar nu.’
‘Ik ben hier vandaag omdat ik heel erg boos ben over de invoering van de boete. Dit plan stond in geen enkel verkiezingsprogramma van de formerende partijen. De invoering was dan ook een grote verrassing. En waarom? Dat snappen we echt niet. We zagen dat de basisbeurs terugkwam: dat was mooi. Maar toen zagen we ook dat de compensatie voor de pechgeneratie enorm laag was en het bedrag van de basisbeurs daalde. De langstudeerboete was een derde klap die we als studenten niet kunnen gebruiken. Teleurstelling na teleurstelling dus.
De boete raakt mij niet persoonlijk, maar mijn medestudenten wel. Ik sta hier vandaag uit solidariteit met hen. Eén van mijn medestudenten zorgt bijvoorbeeld voor haar opa en oma in Friesland en studeert tegelijkertijd in Utrecht. Daardoor behaalt ze niet al haar studiepunten. Over twee jaar zou ze dan door de boete veel meer moeten betalen. Dat vind ik gewoon enorm oneerlijk. Er zou op iets anders bezuinigd moeten worden dan op het onderwijs. Dat is de toekomst, dus daar moet je echt niet op bezuinigen. Ik hoop dat het protest de partijen in het toekomstige kabinet laat nadenken over de consequenties voor de toekomst van studenten.’
‘Ik loop mee omdat de langstudeerboete gewoon onzin is. Ik doe nu zelf een bestuursjaar. Als ik de komende jaren een klein foutje maak, dan mag ik een enorme boete betalen. Terwijl ik juist heel veel leer van het bestuursjaar. Ik word dus eigenlijk gestraft voor iets waar ik misschien wel meer van ga leren dan van mijn studie zelf. Ik sta hier ook voor anderen; voor chronisch zieke studenten, bijvoorbeeld. Een vriend van mij kan niet fulltime studeren én werken. Hij wil graag op kamers, maar dan moet hij werken naast zijn studie om al de kosten te kunnen betalen. Dan loopt hij vertraging op en krijgt hij de boete. Hij kan dat niet betalen, en daarom gaat hij niet op kamers.
Het beste is natuurlijk als ze de boete afschaffen, maar heel realistisch is dat denk ik niet. Dus is het beter als er uitzonderingen komen. Studenten die een bestuursjaar doen of chronisch ziek zijn: voor hen moeten er uitzonderingen gelden. Als je iets extra’s doet, dat er dan toch mogelijkheden zijn om langer te studeren dan de norm. Ik ben er best pessimistisch over of dat gaat gebeuren. Ik betwijfel of de partijen gaan luisteren. Ze hebben nu wel duidelijk gemaakt dat studenten hen niet zoveel boeien. Maar ja, wij stemmen ook niet op hen, dus het is ook niet in hun belang om ons tevreden te houden.’
De demonstranten keren na de mars terug op het Jaarbeursplein. Het protest eindigt met een dankwoord vanaf het podium, waarna de demonstranten juichen. De handen zijn ineengeslagen en het startschot is er. Want, zo wordt er aangekondigd: het protest van vandaag is pas het begin.
Thema's:
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!