Als je in een land bent buiten de eurozone, is het je wellicht opgevallen: pinautomaten en winkels bieden je bij het afrekenen soms de mogelijkheid om in je eigen munteenheid te betalen. Klinkt handig, maar het kost je juist geld. In sommige gevallen véél geld. En daarom is dat lang niet altijd een verstandige keuze. Dat blijkt uit onderzoek van de Utrecht University School of Economics (U.S.E.).
Wie buiten de eurozone een pintransactie uitvoert, krijgt in veel gevallen de keuze om te betalen in de eigen munteenheid of in de lokale munteenheid. Dat kan gaan om geldautomaten, maar ook als je per pin afrekent in winkels of bij restaurants. Oók kan dat het geval zijn als je iets bestelt bij sommige webshops die zich buiten de eurozone bevinden.
Betalen in je eigen munteenheid klinkt als de meest voor de hand liggende keuze, maar dr. Dirk Gerritsen en dr. Coen Rigtering – allebei als universitair docent verbonden aan de Utrecht University School of Economics – ontdekten dat mensen die kiezen voor betalen in hun eigen munteenheid in plaats van de lokale munteenheid niet alleen extra kosten betalen, maar soms 'ronduit worden opgelicht'.
Binnen de EU zijn de regels aangescherpt, maar volgens de onderzoekers verdienen financiële dienstverleners geld met deze service.
Aanleiding voor het onderzoek vormt een ervaring die dr. Gerritsen enkele jaren geleden opdeed in het buitenland. Bij het pinnen kreeg hij de keuze om te betalen in euro's of juist in de buitenlandse munteenheid. Hij koos voor het laatste, en constateerde bij thuiskomst dat betalen in euro een stuk duurder was. Zijn keuze bleek dus de juiste, maar hoeveel mensen zouden dat eigenlijk weten?
Banken rekenen doorgaans zo'n anderhalf tot drie procent aan 'omrekenkosten' voor een transactie in een buitenlandse munteenheid, zo verklaart dr. Rigtering. Maar in sommige gevallen is er sprake van flinke uitschieters naar boven.
Rigtering: "Als je buiten de eurozone dan kiest voor een betaling in euro's wordt de omwisseling gedaan door een financiële serviceprovider en die rekent ook kosten, en dat is meer. Het gemiddelde is 7,6 procent, met uitschieters tot 12 procent. Als je drie procent marge rekent, zit je aan de bovenkant van wat een bank rekent. Dat is op zich prima. Als je 12 procent rekent, ben je mensen toch wel keihard aan het oplichten."
Er zijn talloze financiële serviceproviders die hier geld aan verdienen. Dr. Gerritsen noemt onder meer Adyen, maar ook Fexco en Euronet. Laatstgenoemde bedrijf heeft pinautomaten in heel Europa, en ook ING heeft daar een belang in. De karakteristieke gele Geldmaat, zo stelt Gerritsen, biedt deze 'service' in Nederland aan buitenlandse pinners.
En dat geldt ook voor de Bijenkorf in Utrecht, vervolgt dr. Rigtering: "Ik kreeg een ingestudeerd verhaal te horen over hoe handig het was voor buitenlandse klanten. Bovendien bevalen ze het aan omdat het goedkoper zou zijn. Wat gewoon niet waar is. Daaraan zie je dat de Bijenkorf er zelf ook aan moet verdienen, als ze zo graag willen dat hun klanten dit gebruiken. Daarom doen de restaurants en andere winkels die het aanbieden dat waarschijnlijk ook."
Er is gebleken dat zo'n 50 tot 60 procent van de buitenlandse klanten kiest voor betaling in de eigen valuta in plaats van de lokale munteenheid. Met hoge transactie- of omrekenkosten wordt daar dus goed aan verdiend.
Maar volgens Gerritsen is het een service van niks, onnodig en overbodig: "Je bank rekent de pinbedragen ook al om. Dus wat is nu precies de service? Je wint er eigenlijk niks mee."
Hij vervolgt: "Er wordt door de betrokkenen ingehaakt op het feit dat mensen het voor zichzelf makkelijk willen maken. Geen ingewikkelde berekeningen willen. Niet alle sms’jes of emails van hun bank uitspellen. Niet goed kijken, of bijvoorbeeld gewoon niet zo scherp meer zijn na een internationale vlucht van twaalf uur. Puur op basis van een voorkeur door vertrouwdheid met je eigen valuta betaal je dan extra kosten."
Ook is gebleken dat het met name financieel lager geletterden zijn die kiezen voor een betaling in de eigen valuta. Dat houdt in dat zij relatief vaker onnodig hoge kosten maken om gebruik te maken van een dienst die geen enkele meerwaarde biedt.
"Zij worden dus buitenproportioneel geraakt door deze praktijken", zo stelt Gerritsen.
Consumenten moeten weten dat het duur en onnodig is om in het buitenland te betalen in je eigen munteenheid. Je betaalt een flinke procentuele opslag voor een dienst die jou als klant geen meerwaarde biedt, is waar het kort gezegd op neerkomt.
Maar daar zijn financieel laaggeletterden niet per se mee geholpen: er is immers aangetoond dat juist deze groep er vaker voor kiest om in de eigen munteenheid te betalen.
Daarom pleiten Rigtering en Gerritsen ervoor om een plafond in te stellen voor de marges die financiële dienstverleners mogen rekenen. Ook moet het écht duidelijk zijn dat klanten en bedrijven een keuze hebben.
"Nu zie je weleens dat er voorgeselecteerd wordt in jouw thuisvaluta, voegt Gerritsen daaraan toe. Daar pleiten we ook tegen. Je moet niet alvast gaan sturen. Het moet echt een keuze zijn."
Bron: Universiteit Utrecht
Thema's:
Meld je snel en gratis aan voor de Kassa nieuwsbrief!