Ooit was Mali het troetelkind van de Nederlandse ontwikkelingshulp. De toestand wordt alleen maar instabieler.
Op de dag dat in Mali het heengaan van de leider van de oppositie Soumaila Cisse bekend werd, maken wij een tussenbalans van het democratiseringsproces op. Mali kreeg zijn onafhankelijkheid van Frankrijk in 1960. Het is een enorm groot land – vanaf de Noordkaap tot Zuid-Frankrijk – met veelal rechte lijnen als grens. We weten dat deze grenzen op de tekentafel in Parijs getrokken zijn. Nadere informatie hierover verwijst onder andere naar de wet De Frey.
De eerste president was Modibo Keita (MK) die het land niet naar Frans voorbeeld wilde regeren. Hij koos voor een meer socialistische benadering. Modibi Keita werd in 1965 door een staatsgreep afgezet door legerofficieren onder leiding van Moussa Traoré (MT) die 23 jaar aan de macht bleef. Hij stichtte de eenheidspartij de UDPM. Moussa Traoré werd afgezet door militairen met Amadou Toumani Toure (ATT) die ooit gediend had als een van zijn lijfwachten (garde de corp). In 1991 kwam onder leiding van ATT een staatsgreep tegen MT. In 1993 werd Alpha Oumar Konare (AOK) als eerste democratische president gekozen. Hij werd 10 jaar later opgevolgd dor ATT die aan het einde van zijn mandaat ook door een staatsgreep afgezet werd. Later werd Ibrahim Boubacar Keita (IBK) gekozen als president maar ook deze werd in 2020 door een militaire staatsgreep afgezet. Mali heeft sinds haar onafhankelijkheid van Frankrijk al 5 presidenten gehad waarvan er 4 zijn afgezet door militaire staatsgrepen. Geen domme jongens maar ze moesten een land regeren dat volgens mij moeilijk te regeren is. De meerpartijendemocratie werd in Mali ingevoerd nadat ook de Muur van Berlijn viel.
De huidige president Bah N’Ga dient als “president de transition” en wordt waarschijnlijk opgevolgd door een nieuwe gekozen president echter in hetzelfde systeem. In een recent interview in de krant l’Enqueteur schreef ik: Ik wens de nieuwe president de wijsheid van Modibo Keita (MK), de discipline van Moussa Traoré (MT) en de intelligentie van Alpha Oumar Konare (AOK). Mijn verwachting is dat het hebben van deze drie eigenschappen eigenlijk onmogelijk is. Veel Malinezen hebben toch vertrouwen in een militaire regering. De parlementaire democratie, eigenlijk door het westen opgedrongen zoals veel Malinezen zeggen, is een mislukking geworden.
Het parlement is ontbonden en door het volk bestormd. In plaats van dat het “volk” zijn eigen volksvertegenwoordiging verdedigde, hebben ze het laten plunderen. Waarom dan? In de eerste plaats is deze volksvertegenwoordiging door minder dan 35% van de kiesgerechtigden gekozen. De partijen hebben al hun programma’s in het Frans. Veel kiezers zijn analfabeet. Duidelijke verschillen tussen de partijen zijn er eigenlijk niet. Men kiest niet voor een partij maar het gezicht van die partij. Mali gold na het afzetten van Moussa Traoré als een modeldemocratie die vooral werd toegejuicht door vele westerse regeringen. In Nederland verheerlijkte in de jaren negentig van eind vorige eeuw een Nijmeegse professor deze democratie. Hij zag helaas alleen de etalage en niet het interieur. Eigenlijk een zeer onwetenschappelijk oordeel.
Op dit moment is meer dan tweederde van het land in handen van jihadisten en bandieten. Scholen worden door hen gesloten en ambtenaren of gedood of verjaagd. Westerse regeringen stoppen veel geld in onderwerpen die bij ons “modieus” zijn zoals de rechtsstaat, onze vorm van justitie, rechten van minderheden, geboortebeperking en natuurlijk plattelandsontwikkeling. Na meer dan vijftig jaar onafhankelijkheid zie je een geweldige bevolkingsgroei, een toenemend verschil tussen rijk en arm, veel ondervoeding. De hoofdstad Bamako was in de jaren tachtig een kleine stad van 200.000 inwoners en is nu een metropool van meer dan 4 miljoen inwoners geworden. Het land is volgens velen een “falende staat” geworden. Ooit was Mali het troetelkind van de Nederlandse ontwikkelingshulp (gezegd door een oud Nederlands ambassadeur in Angola). Bert Koenders, ooit minister van OS en BuZa, was hier de speciale gezant van de VN. Hij leidde de MINUSMA in Noord-Mali. Helaas heeft hij nooit zijn memoires geschreven over die periode. Echter de MINUSMA een vredes of stabilisatiemacht zal nooit haar doel bereiken. De toestand wordt alleen maar instabieler.
Wat wil het volk dan? Eten, een dak boven hun hoofd, goede scholen, betaalbare gezondheidszorg en veiligheid enz. Hiervoor moet de staat zorgen. Veel mensen leven hier op een bestaansminimum. Toeristen die 10 jaar geleden nog in groten getale kwamen en daarmee de lokale economie stimuleerden, komen niet meer. Veel kleine ondernemers – zowel mannen als vrouwen – zijn failliet. Hotels, restaurants, fruit en kunstverkopers, gidsen enz. hebben geen werk meer. Het meerpartijenstelsel wordt door veel gewone mensen verfoeid. De regeringen moesten balanceren tussen de wil van belangrijke en vooral rijke politici en wat het volk wilde. Dit systeem is volledig mislukt.
Ook in Mali was onder andere de NIMD (Nederlands Instituut voor Meer Partijen Democratie) actief en wordt nu geleid door de vorige politiek woordvoerder van de Nederlandse ambassade in Mali. De NIMD wordt bijna geheel gesteund door de Nederlandse regeringen van VVD, PvdA, CDA, D66 enz. Het is onduidelijk welke analyse deze instelling nu maakt. Zelf zeg ik altijd dat de westerse wereld Afrika heeft gekoloniseerd, de grenzen heeft bepaald in 1885 tijdens de conferentie van Berlijn, deze landen hun onafhankelijkheid heeft gegeven. Alle staatsinstellingen zijn naar Westers voorbeeld. Zelfs de officiële talen zijn Europese talen (Engels, Frans, Portugees). De kolonisatie is goed gelukt alleen nu breken er overal oorlogen uit. Ook onderdeel van het dekolonisatieproces.
Wat dan is de vraag? Iedereen smakt naar een regering die de noden van het volk behartigt. Zelf zie ik een staatshoofd die de echte belangen van het volk dient en niet de belangen van de vele buitenlanden. Een voorbeeld was bijvoorbeeld president Kountche van Niger. Hij was een militair die boven de partijen stond. Hij werd gewaardeerd vanwege zijn rechtvaardigheid. Helaas is onder een meerpartijenstelsel een dergelijk staatshoofd onmogelijk. De afgezette president IBK leefde als God in Frankrijk maar kon heel weinig doen. Hij is nu oud en heeft rust in zijn gecontroleerde paleis-woning. De militairen met behulp van de oppositie hebben hem afgezet. Ik vermoed dat hij het land ook onbestuurbaar of niet-te-regeren vond. De grenzen van Mali kunnen niet veranderd worden. Het noorden streeft naar een federale staat maar Bamako wil dat niet. Intussen krijgen de jihadisten meer macht. Of het jihadisten of bandieten zijn is niet te onderscheiden. Wel dat het volk steeds minder vertrouwen heeft in de regering in Bamako.
Waar de strijd precies om gaat is niemand duidelijk. Het noorden van Mali is een grote woestijnvlakte met Toearegs, Arabieren, Sonrhaïs en weinig andere volkeren. Hier schijnt de zon 364 dagen per jaar. Het heeft een groot potentieel aan zonne-energie. Dit kan duidelijk gebruikt worden om bijvoorbeeld H2 of waterstof te maken, een nieuwe vorm van schone energie. Bij verbranding geeft dat alleen maar water en geen koolzuurgas of CO2. Mijn stelling is dan ook: Wie Noord-Mali controleert, controleert de mogelijke toekomstige energieleveranties van Europa. De Arabieren verliezen de energiemarkt van aardolie en doen er alles aan om de Sahara-politiek te controleren. Door wie worden de Jihadisten gesteund? Mijn veronderstelling is een hypothese waarin velen geloven.