De melk-, kunstmest- en veevoerindustrie zullen moeten verdwijnen en daarmee ook hun enorme lobbymacht.
De Nederlandse veeteeltindustrie produceert vlees- en melkproducten waarvan 80% naar het buitenland gaat. Deze draagt zo ongeveer 17% bij aan de klimaatramp en 45% aan de afname van biodiversiteit, maar slechts 1,5% aan het BBP. Als de vlees- en melkproductie over de hele wereld zo doorgaat, is het over enige tientallen jaren veel te warm om te kunnen leven, en zijn nog meer dier- en plantsoorten uitgestorven. Wereldwijd moeten daarom volgens het Parijse klimaatakkoord de emissies van de veehouderij met 61% afnemen.
Wat zouden de voordelen zijn van een enorme reductie van vlees en melkproducten? Hanna Ritchie heeft de talloze onderzoeken over de voordelen van een enorme reductie van veeteelt op een rijtje gezet. Zij komt tot de conclusie dat wanneer iedereen een plantaardig dieet eet, de mensheid het landgebruik voor landbouw tot 75% kan reduceren. Deze reductie komt tot stand omdat het vee op veel land graast, maar nog meer land wordt gebruikt voor de productie van veevoer. Vooral het stoppen met rundvlees en melkproducten en in plaats daarvan kip, eieren, vis en veel plantaardig, zou al een enorme reductie van landbouwgrond betekenen.
Wanneer in Nederland een dergelijke reductie zou plaats vinden, dan zou 43% landbouwgrond vrijkomen voor niet voedingsgerelateerde activiteiten/producten, zoals natuur. Nederlanders eten dan op de overgebleven landbouwgrond vooral producten van akkerbouw zoals noten, peulvruchten, granen, fruit, groente, knolgewassen en wilde rijst en cranberries uit natte veengebieden via paludicultuur. De melk-, kunstmest- en veevoerindustrie zullen moeten verdwijnen en daarmee ook hun enorme lobbymacht.
Mijn eerste vraag is: kunnen Nederlanders een rechtvaardig en goed leven leiden zonder rundvlees en melk? De tweede vraag is: hoe zit het met het goede leven van dieren en planten? De derde vraag: En de rest van de wereld? De vierde vraag: En de volgende generaties? Voordat ik deze vier kan beantwoorden, moet ik eerst iets meer uitzoeken over rechtvaardig en goed leven.
Wat is rechtvaardig en goed leven?
Onder ‘rechtvaardigheid’ wordt meestal verstaan een eerlijke verdeling van lasten en lusten; met ‘goed leven’ wordt het gebruik daarvan verstaan: dat je in staat bent je leven vorm te geven met die lasten en lusten. Daarom neem ik beide begrippen bij elkaar. Over rechtvaardig en goed leven zijn de 193 landen aangesloten bij de Verenigde Naties het eens: rechtvaardigheid houdt in dat mensen een goed leven kunnen leiden op basis van rechten op goede (ook: veilige) behuizing, banen, voeding, gezondheidszorg en onderwijs, participatie, toegang tot natuur, schone lucht, en schoon water. Velen stellen dat ook dieren, planten, en ecosystemen rechten op een goed leven kunnen laten gelden, dat wil zeggen op een zoveel mogelijk dierwaardig of plantwaardig bestaan (multispecies rechtvaardigheid. Deze opvatting van goed leven schrijft niet voor wat iemand moet doen, maar betreft de voorwaarden waaronder mensen, dieren, landschappen zich kunnen ontwikkelen, of beter, kunnen floreren. Het is duidelijk dat deze definitie ook op toekomstige generaties van toepassing is. Want hoewel we niet weten hoe ze hun leven zullen inrichten, worden met deze definitie wel de voorwaarden aangegeven op basis waarvan ze hun eigen leven kunnen inrichten.
Het stoppen met veeteelt in Nederland heeft enorme gevolgen voor huidige en volgende generaties: geen vlees- en melkproductie betekent minder uitstoot van broeikasgassen en stikstof, minder dierenleed, geen mestcrisis, meer land voor mensen elders, betere gezondheid en meer ruimte voor natuur.
Is er een rechtvaardig en goed leven in zonder vlees en melk land?
De eerste twee vragen: gaan mensen, dieren en planten rechtvaardig en goed leven?
Boeren zullen veel meer groente, fruit en graan op biologische en agro-ecologische manier telen. Veel minder kans op zoönosen en Parkinson! De Nederlandse bodem zal opleven, ook omdat die verrijkt wordt met steeds meer schimmels als resultaat van de maaibemesting, en nauwelijks met organische mest en dus bacteriën. Doordat deze schimmel verrijkte, grondgebonden teelt een heel geringe klimaatvoetafdruk en meer absorptie van klimaatgassen (CO²) mogelijk zal maken, zitten hier enorme klimaatvoordelen aan vast. Ook krijgt het waternetwerk en de lucht een veel betere kwaliteit. Bovendien zorgen grondgebonden teelten, bijvoorbeeld in de vorm van voedselbos en stadslandbouw, voor een reductie van hittestress in de zomer.
Boslandbouw en voedselbossen voor groente en fruit en mengteelten voor granen, aardappelen en noten zullen naast een goede oogst een aangenaam landschap opleveren. Vlinders, vogels en andere dieren zullen enorm toenemen en door omwonenden en wandelaars opgemerkt worden; ook grotere toegankelijkheid van meer natuur maakt mensen beter bestand tegen psychische problemen en verhogen hun niveau van welzijn.
Daarmee zullen ook de subsidies moeten veranderen en groente, fruit en biobasedmaterialen goedkoper maken. Nu geeft de EU bijna 1 miljard euro per jaar aan de Nederlandse landbouw, waarvan de vee-industrie 80% krijgt. Nederlanders eten veel te weinig groente en fruit en het is bewezen dat groter en door subsidies goedkoper aanbod plantaardige voeding gezondheid bevordert, ook omdat ultra verwerkt voedsel (meestal vlees of melkproduct) minder wordt aangeboden. Omdat de prijzen van groente en fruit dalen zullen ze beter beschikbaar komen voor lagere inkomensgroepen, die nu veelal aangewezen zijn op fastfood ofwel ultra verwerkt voedsel.
Er is wel een aandachtspunt: Nederlandse groenten en fruit zijn seizoensgebonden: maar weinigen zijn het hele jaar verkrijgbaar. Veel Nederlanders kunnen niet goed meer omgaan met seizoensgebonden producten en met groente en fruit: zowel koken als conserveren van verse groente en fruit kunnen ze niet meer. Nederlandse traditionele gerechten zoals vleesbarbecues en vleesstamppotten zijn niet klimaat- en biodiversiteitsproof. Daarom zullen deze gemeenschappen kooklessen organiseren om voedselvaardigheden te ontwikkelen, net als lessen voor bewaren en fermenteren, zodat in tijden van geringe opbrengst er altijd lekkere menu’s gekookt kunnen worden. Mensen worden aangemoedigd mee te doen met natuurprocessen: niet vernielen maar opbouwen, heel simpel van planten en dieren tellen tot natuur herstellen. Dit nieuwe Nederland kan enorm veel sociale verbondenheid en energie geven: platforms of burgerraden, gezondheid, zeer gevarieerde natuur, levendigheid, en kindvriendelijkheid.
Dus nogmaals, ook het goede leven van dieren en planten zal toenemen. De variëteit binnen één soort zal toenemen, maar ook de functionele biodiversiteit, dat wil zeggen de variatie in een ecosysteem en de variatie tussen ecosystemen. In alle gevallen betekent dit een enorme boost voor andere aardbewoners en hun natuurlijke habitats. Terwijl op dit moment beide vormen van biodiversiteit enorm afnemen, zullen die met het verdwijnen van de veehouderij juist enorm toenemen. Natuurlijke processen zijn behulpzaam bij menselijk leven; gevarieerde natuur zorgt voor psychische en lichamelijke gezondheid; bacteriën en schimmels kunnen voor schoon water zorgen; struiken en bomen verminderen hittestress.
De derde vraag: En de rest van de wereld? Wereldwijd is Nederland een belangrijke veroorzaker van broeikasgassen, en legt beslag elders ter grootte van driemaal Nederland; voor veevoer 18 keer de Flevopolder. De veevoer producerende landen kunnen hun land beter gebruiken. Wanneer huizen en kleding gemaakt worden met Nederlandse gewassen, zal de Nederlandse klimaatvoetafdruk nog minder op andere landen drukken. Vooral Aziatische landen zullen van die industrie worden verlost, zodat uitbuiting van arbeidskrachten en gebruik van met pesticiden en kunstmest geteelde gewassen kan afnemen.
De vierde vraag: En de volgende generaties? Dus, hoe dan ook, toekomstige generaties aardbewoners zullen een betere aarde erven zonder de Nederlandse vee-industrie (toename intergenerationele en multispecies rechtvaardigheid). De bewoners en de nazaten van de huidige veevoerlanden, waaronder Brazilië, Oekraïne en Thailand, kunnen in een beter klimaat leven. Natuurlijk, dit hangt af van wat voor landbouw- en voedselbeleid de regeringen van die landen zullen uitvoeren. Voor de latere generaties in Nederland en de andere landen betekent dit project dat klimaatopwarming en biodiversiteitsverlies afnemen en enorme natuurvoordelen optreden.
Minder goed leven?
Zijn er dan geen nadelen? Veeboeren die niet willen omschakelen naar groente en fruit of biobasedmaterialen zullen moeten stoppen of emigreren. Het wegvallen van de export van vlees- en melkproducten treft vooral direct omliggende landen (Duitsland, België, Frankrijk). Omdat in die landen ook een daling van de vraag naar deze producten plaatsvindt zal de schade beperkt zijn.
Conclusie
Ik behandel in dit essay vier vragen: De eerste vraag: kunnen Nederlanders een rechtvaardig en goed leven leiden zonder vlees en melkproducten? Ja, want ze beschikken over een veel gezonder etenspakket, ze zijn meer met elkaar verbonden door stadslandbouw en voedselbossen en hebben minder last van eenzaamheid, ze genieten van gezonde lucht en water, veel meer bomen en struiken bestrijden hittestress, en veel meer natuur geeft gevarieerdere landschappen.
De tweede: hoe zit het met het goede leven van dieren en planten? Het leed van dieren in de bio-industrie is voorbij; er is meer ruimte voor wilde dieren en planten.
De derde: En de rest van de wereld? Zonder vlees en melk legt Nederland veel minder beslag op andere landen.
De vierde: En de volgende generaties? Op basis van de voorafgaande argumentatie kan het antwoord op deze vraag ook positief zijn. Dus ja, er is grote kans dat Braziliaanse kinderen in 2050 er beter aan toe zijn als Nederlandse kinderen nu geen vlees en melkproducten meer gebruiken.
Ten slotte, waarom zouden mensen deze droom najagen? Zouden ethische overwegingen van rechtvaardigheid en emotionele van solidariteit en empathie (met andere aardbewoners) een rol kunnen spelen? En ook: vooruitzichten voor een betere toekomst, juist voor alle kinderen en kleinkinderen.