© cc-foto: El Justicia de Aragón
In de puberteit liggen kwetsbaarheden op de loer, maar we moeten niet vergeten dat het jongerenbrein ook unieke mogelijkheden biedt. Risico's nemen hoort bij hun ontwikkeling en helpt jongeren grenzen te verkennen en creatief te zijn. Laten we jonge mensen serieus nemen, hun bijzondere brein waarderen en ze betrekken bij maatschappelijke uitdagingen op een manier die bij hen past.
“Ach, de puberteit…” hoor je volwassenen vaak verzuchten. Een periode in het leven van jongeren waarin de hersenen helemaal op de schop gaan en kwetsbaarheden op de loer liggen. Nieuwsmakers smullen ervan: mentale problemen, binge drinking en vandalisme zijn dankbare onderwerpen in de media. Jongeren nemen inderdaad gemiddeld genomen meer risico’s dan volwassenen. Maar waar velen vooral de negatieve kanten van risicovolle jongeren belichten, zou ik graag het tegenovergestelde doen. De puberteit… een periode vol kansen!
De nuttige disbalans in het jongerenbrein
Waarom nemen jongeren meer risico’s dan volwassenen? De oorsprong daarvan ligt in de ontwikkeling van het jongerenbrein. Het hersengebied dat te maken heeft met het ervaren van emoties en beloningen ontwikkelt zich sneller dan het hersengebied voor controle en het reguleren van gedrag (de prefrontale cortex, je kent ‘m wel). Hierdoor ontstaat er tijdens de adolescentie een tijdelijke disbalans in het brein: het beloningssysteem is rond het vijftiende levensjaar al volledig ontwikkeld, maar het controlesysteem pas rond het vijfentwintigste levensjaar. Als gevolg daarvan maken jongeren sneller emotie- en beloningsgedreven keuzes, ook als zij zich bewust zijn van de negatieve consequenties ervan. En dit heeft de evolutie echt zo bedoeld! Juist doordat jongeren risico’s nemen, leren zij – door trial en error – hun grenzen te verkennen en hun identiteit te vormen, zodat zij als volwassenen op eigen benen kunnen staan.
Dopamine en positieve risico’s
Wanneer je aan de woorden ‘jongeren’ en ‘risico’s’ denkt, kan ik me voorstellen dat je vooral denkt aan risico’s die gevaarlijk of antisociaal zijn, zoals een prullenbak in brand steken of feestende jongeren tijdens een pandemie. Maar er is meer. Diezelfde disbalans in het jongerenbrein zorgt er namelijk ook voor dat jongeren meer geneigd zijn om positieve risico’s te nemen. Sterker nog, hoe meer jongeren geneigd zijn zich negatief risicovol te gedragen, hoe meer zij geneigd zijn óók positief risicovol gedrag te vertonen.
Dopamine is het hormoon dat vrijkomt wanneer we een prettige situatie ervaren. Het veroorzaakt een beloningsgevoel en zorgt er mede voor dat we ergens onze nek voor uitsteken. Tijdens de adolescentie krijgt dit stofje veel meer ruimte dan in andere levensfases. Behalve geld, eten en seks veroorzaken een hoge sociale status en sociale acceptatie door leeftijdsgenoten lawines van dopamine in het brein van jongeren. Wat óók een beloningsgevoel veroorzaakt is iets goeds doen voor een ander. De combinatie van al die dingen is krachtig en biedt interessante mogelijkheden. Een belangrijke vraag is daarom: hoe kunnen we omstandigheden creëren die jongeren motiveren om vaker positieve risico’s te nemen?
Het jongerenbrein is nog niet vastgeroest
Om maatschappelijke uitdagingen aan te pakken, kunnen we de positieve risico’s die jongeren van nature nemen goed gebruiken. Niet voor niets zijn jongeren vaak initiatiefnemers van gedurfde acties die hebben geleid tot grote maatschappelijke bewegingen. Denk aan FridaysForFuture, de Arabische Lente en March for our lives. Om hun eigen toekomst te verbeteren en/of anderen te helpen, dragen jongeren bij aan de maatschappij. Helaas zien zij vaak geen mogelijkheden om bij te dragen of voelen zij zich niet serieus genomen. Zo laat een onderzoek dat is uitgevoerd tijdens de coronapandemie zien dat 81% van de jongeren vond dat hun inbreng moest worden meegenomen bij het maken van beleid rondom corona, maar slechts 7% van de jongeren zich serieus genomen voelde. Zonde.
Niet naar jongeren luisteren is een gemiste kans, zeker als je bedenkt dat het jongerenbrein nog niet zo vastgeroest is als het brein van volwassenen. Jongeren kunnen hun flexibele brein nog optimaal inzetten om wegen te verkennen die voor volwassenen al zijn afgesloten. Durven experimenteren met nieuwe ideeën is precies wat we nodig hebben om de vele maatschappelijke uitdagingen van nu het hoofd te bieden. De disbalans in de hersenen van jongeren maakt hen dus niet alleen kwetsbaarder, het stelt hen ook in staat om – geholpen door hun sociale instelling en ontdekkingszucht – mogelijkheden te zien en creatief te zijn op een manier die oudere mensen minder goed kunnen.
Jongeren betrekken is niet vrijblijvend: vier inzichten
Met alleen luisteren naar wat jongeren te zeggen hebben, ben je er nog niet. Sterker nog, jongerenparticipatie kan averechts werken als je niet oppast. Als jongeren hun ideeën delen, moeten ze het gevoel krijgen dat daar ook echt iets mee wordt gedaan. Ik deel een paar belangrijke inzichten uit de praktijk:
Laten we als samenleving gebruikmaken van de unieke mogelijkheden die het jongerenbrein biedt en de risico’s die jongeren durven te nemen omarmen.