Wie bepaalt er waar windmolens komen?

Aan de Noorder IJplas in Amsterdam komen binnenkort een aantal windturbines. Omwoners zijn ontevreden over het besluit. Wat kunnen zij hiertegen doen?

Op 15 maart kunnen we stemmen voor de Provinciale Staten, die onder andere gaan over de manier waarop onze (leef)omgeving wordt ingericht. 

'Wij zijn natuurlijk helemaal niet tegen windmolens, maar wel in bewoond gebied. Dit is best wel een dicht bewoond gebied, het is mooi natuurgebied', legt buurtbewoner Martijn van Beenen uit aan Kassa. Het gaat ook niet om zomaar een windmolen; de windturbines waarover Van Beenen het heeft worden tweehonderd meter hoog. 'Vijfmaal de hoogte van de elektriciteitsmasten die er al staan', vult zijn buurman aan. Binnenkort zullen er in het gebied 30.000 mensen wonen binnen de zogenaamde 1200-meter-hinderzone. En zij zullen dus allemaal in meer of mindere mate last krijgen van de windmolens.

Hoe zit dat?
VVD-Statenlid Joost van Gilse snapt de boosheid bij omwonenden: 'Ik kan het me zeker voorstellen, met alle onzekerheden die er zijn over wat dat betekent voor geluid, gezondheidsschade en slagschaduw'.

De zorgen zijn terecht, vindt ook GroenLinks-Statenlid Anouk Gielen. 'Maar het is heel erg belangrijk dat we als provincie onze verantwoordelijkheid nemen om ook te werken aan oplossingen voor de klimaatcrisis.' Een overlastvrije omgeving is, volgens Gielen, niet haalbaar. 'De energietransitie vraagt iets van ons allemaal.'

Oplossing?
Van Gilse en zijn partij zijn voor duurzaamheid maar geven hier een andere invulling aan, beredeneert hij. 'Wij vinden dat windmolens op zee horen en niet op land. Wij kijken ook naar andere vormen van energie - dan moet je denken aan kernenergie en andere duurzame energievormen.'

Ook Gielen kan zich vinden in windmolens op zee, maar daarmee is het probleem nog niet opgelost, beargumenteert zij. 'Wat ons betreft doen we een maximale capaciteit op zee, net als zonnepanelen op daken. Maar het eerlijke verhaal is dat we het daarmee niet gaan redden.'