De Nederlandse staat is (redelijk) goed op weg om de CO2-uitstoot te verminderen en duurzame energie te bevorderen, maar het is nog niet genoeg. ‘Tijd om bij te sturen’, waarschuwt duurzaamheidsorganisatie Urgenda.Op dit moment lijkt het er niet op dat de overheid zal voldoen aan de uitspraak van de rechter in de klimaatzaak. Waar een vermindering van 25 procent was afgesproken, lijken we nu niet verder te komen dan 19 procent minder uitstoot ten opzichte van 1990. En dat is veel te weinig vindt Urgenda, zo meldt
Vroege Vogels afgelopen week.
Corona zorgt voor CO2-verminderingWel is er op dit moment een enorme dip te zien in de CO2-uitstoot. Dat heeft natuurlijk te maken met de uitbraak van het coronavirus in het land. In Italië en China werd de afgelopen weken al ontdekt dat de lucht aanzienlijk schoner was, zo meldt
Vroege Vogels. Het Nederlandse ruimte-instrument Tropomi ontdekte dat vooral de uitstoot van stikstofdioxide een stuk was gedaald, als gevolg van minder rijdende auto’s en draaiende fabrieken.
Maar wie denkt dat deze weken van lagere uitstoot genoeg zijn om het CO2-probleem op te lossen heeft het mis. 'Dit zal waarschijnlijk een tijdelijke verlaging van de emissies geven, maar dat helpt het kabinet niet, want het gaat in de rechtszaak om een permanente verlaging, ook na 2020', aldus Urgenda.
Minder steenkoolOm de vermindering van CO2 te verwezenlijken zullen we over moeten stappen op meer duurzame energie. Wat dat betreft lijkt Nederland op de goede weg. Zo werd vorig jaar voor het eerst meer elektriciteit opgewekt uit duurzame bronnen dan uit steenkool. Een grote stap in de goede richting. Een belangrijke aanleiding hiervoor is dat de uitstoot van CO2 steeds duurder wordt, omdat bedrijven emissierechten moeten kopen. Daardoor wordt het verstoken van bijvoorbeeld steenkool een stuk minder aantrekkelijk. De productie van duurzame energie blijft dan ook stijgen. Maar dat zegt niet alles. Opvallend is dat niet alleen de duurzame energie terrein wint, ook de gascentrales produceren bijna een kwart meer dan vorig jaar. Op deze gascentrales weegt namelijk dat kostenplaatje minder zwaar mee. Zij stoten een stuk minder gas uit dan de kolencentrales. In Nederland wordt al jaren de meeste elektriciteit opgewekt uit gas. In 2019 waren de gascentrales goed voor 71 miljard kilowattuur, terwijl de duurzame energie op ruime afstand stond met 22 miljard kilowattuur.
6,6 procentMaar het is niet genoeg. Sterker nog: Nederland is het slechtste jongetje van de klas als het gaat om duurzame energie, zo bleek vorig jaar. Van alle EU-landen is ons land het verst verwijderd van het verwezenlijken van de doelstellingen voor duurzame energie, zo meldt
Zembla in mei 2019. Vier jaar geleden kwam maar 6,6 procent van de opgewekte energie uit duurzame bronnen, zoals windmolens en zonnepanelen. En dan te bedenken dat in Zweden op dat moment al 54,5 procent van de elektriciteit uit duurzame bronnen afkomstig was. Zweden stijgt uit boven de rest, maar dat neemt niet weg dat ook elf andere lidstaten al ruim aan de doelstelling voldaan hebben. Finland, Letland, Oostenrijk en Denemarken zitten zelfs boven de 30 procent duurzaam opgewekte energie. Nederland moet het echt beter gaan doen.
SubsidiesEr moet structureel iets gebeuren om ook die laatste 6 procent vermindering te halen. En daarvoor is geld nodig. Om daar verandering in te brengen heeft het kabinet afgelopen maand besloten twee miljard euro aan subsidies voor duurzame energie vervroegd beschikbaar te stellen. Dat levert directe winst op. Veel projecten werden namelijk stilgezet omdat het geld op was. Met deze vervroegde subsidie kunnen die projecten weer verder.
Toch is dat niet de oplossing voor het probleem. Het effect van deze vervroegde subsidies was door Urgenda namelijk al meegerekend. Deze maatregel is dus nog niet genoeg.