Er wordt niet genoeg gedaan om de uitstoot van broeikasgassen genoeg terug te dringen, zo meldt Vroege Vogels deze week naar aanleiding van onderzoek uitgevoerd door de Universiteit Utrecht en het Planbureau voor de Leefomgeving. Niet alleen Nederland laat steken vallen, wereldwijd lijken de afspraken uit het Klimaatakkoord van Parijs niet goed te worden gehandhaafd. ‘Tijd om bij te sturen’, waarschuwt duurzaamheidsorganisatie Urgenda.Op dit moment lijkt het er niet op dat de overheid zal voldoen aan de uitspraak van de rechter in de klimaatzaak. Waar een vermindering van 25 procent was afgesproken, lijken we nu niet verder te komen dan 19 procent minder uitstoot ten opzichte van 1990. En dat is veel te weinig vindt Urgenda, zo meldt
Vroege Vogels.
En Nederland is niet de enige. Alle doelen die landen zich vooralsnog hebben gesteld, leveren maar 17 procent minder uitstoot op in 2030. Maar zelfs die 17 procent zal hoogstwaarschijnlijk niet gehaald worden. De uitvoering van de plannen blijft vaak achter op de ambities. Op dit moment, zo blijkt uit het onderzoek, is slechts 4 tot 8 procent van de afname behaald.
Even ter opheldering: waar was die CO2-afname ook alweer voor nodig? Om de opwarming van de aarde te kunnen beperken tot 1,5 of maximaal 2 graden. En om dat doel te halen is een CO2-vermindering van 40 tot 50 procent nodig. In het slechtste geval moeten we dus nog 46 (!) procent CO2-vermindering in gang zetten.
Corona zorgt voor CO2-verminderingWel is er op dit moment een enorme dip te zien in de CO2-uitstoot. Dat heeft natuurlijk te maken met de uitbraak van het coronavirus in het land. In Italië en China werd de afgelopen weken al ontdekt dat de lucht aanzienlijk schoner was, zo meldt
Vroege Vogels. Het Nederlandse ruimte-instrument Tropomi ontdekte dat vooral de uitstoot van stikstofdioxide een stuk was gedaald, als gevolg van minder rijdende auto’s en draaiende fabrieken.
Maar wie denkt dat deze weken van lagere uitstoot genoeg zijn om het CO2-probleem op te lossen heeft het mis. 'Dit zal waarschijnlijk een tijdelijke verlaging van de emissies geven, maar dat helpt het kabinet niet, want het gaat in de rechtszaak om een permanente verlaging, ook na 2020', aldus Urgenda.
Klimaatakkoord ParijsMaar we hadden hier toch afspraken over gemaakt? Zeker, in 2015 spraken regeringsleiders in Parijs af zich te gaan inspannen tegen opwarming van de aarde, middels CO2-vermindering. Hoewel deze doelstellingen bindend zijn komt hier nog weinig van terecht. Het probleem is namelijk dat ieder land zijn eigen beleid mag maken. En een groot deel lukt het dus niet om dit op effectieve wijze in te richten.
Minder steenkoolOm de vermindering van CO2 te verwezenlijken zullen we over moeten stappen op meer duurzame energie. Wat dat betreft lijkt Nederland op de goede weg. Zo werd vorig jaar voor het eerst meer elektriciteit opgewekt uit duurzame bronnen dan uit steenkool. Een grote stap in de goede richting. Een belangrijke aanleiding hiervoor is dat de uitstoot van CO2 steeds duurder wordt, omdat bedrijven emissierechten moeten kopen. Daardoor wordt het verstoken van bijvoorbeeld steenkool een stuk minder aantrekkelijk. De productie van duurzame energie blijft dan ook stijgen. Maar dat zegt niet alles. Opvallend is dat niet alleen de duurzame energie terrein wint, ook de gascentrales produceren bijna een kwart meer dan vorig jaar. Op deze gascentrales weegt namelijk dat kostenplaatje minder zwaar mee. Zij stoten een stuk minder gas uit dan de kolencentrales. In Nederland wordt al jaren de meeste elektriciteit opgewekt uit gas. In 2019 waren de gascentrales goed voor 71 miljard kilowattuur, terwijl de duurzame energie op ruime afstand stond met 22 miljard kilowattuur.
6,6 procentMaar het is niet genoeg. Sterker nog: Nederland is het slechtste jongetje van de klas als het gaat om duurzame energie, zo bleek vorig jaar. Van alle EU-landen is ons land het verst verwijderd van het verwezenlijken van de doelstellingen voor duurzame energie, zo meldt
Zembla in mei 2019. Vier jaar geleden kwam maar 6,6 procent van de opgewekte energie uit duurzame bronnen, zoals windmolens en zonnepanelen. En dan te bedenken dat in Zweden op dat moment al 54,5 procent van de elektriciteit uit duurzame bronnen afkomstig was. Zweden stijgt uit boven de rest, maar dat neemt niet weg dat ook elf andere lidstaten al ruim aan de doelstelling voldaan hebben. Finland, Letland, Oostenrijk en Denemarken zitten zelfs boven de 30 procent duurzaam opgewekte energie. Nederland moet het echt beter gaan doen.
SubsidiesEr moet structureel iets gebeuren om ook die laatste 6 procent vermindering te halen. En daarvoor is geld nodig. Om daar verandering in te brengen heeft het kabinet afgelopen maand besloten twee miljard euro aan subsidies voor duurzame energie vervroegd beschikbaar te stellen. Dat levert directe winst op. Veel projecten werden namelijk stilgezet omdat het geld op was. Met deze vervroegde subsidie kunnen die projecten weer verder.
Toch is dat niet de oplossing voor het probleem. Het effect van deze vervroegde subsidies was door Urgenda namelijk al meegerekend. Deze maatregel is dus nog niet genoeg.