Als je sociale media mag geloven is iedereen tegenwoordig woke, maar zo eenvoudig is het niet volgens Tofik Dibi.
‘Woke is alert zijn op onrechtvaardigheid in de maatschappij, het gaat om je verdiepen in de materie, niet om een tajine kopen bij de Xenos.’
Woke betekent letterlijk: wakker worden. Maar dan in de figuurlijke zin van het woord. Bewustwording van ongelijkheid en onrechtvaardigheid én dat aankaarten. Maar niet iedereen die denkt woke te zijn, is dat ook echt. Er zijn volgens Tofik Dibi namelijk een hele hoop mensen die (met de beste bedoelingen) zichzelf als woke bestempelen. Maar zo werkt het niet. De tajine-kopende-Xenos-bezoeker is er daar een van. ‘Mensen die bij de Turk boodschappen doen en dan denken dat ze tolerant zijn. Dat het daar begint en stopt', legt Dibi in Op1.
Maar waar begint het dan wel? ‘Dat je in ieder mens, ongeacht kleur, waarde ziet. Ieder mens heeft intrinsieke waarde en verdient gelijke behandeling.’ En dat je het ziet wanneer dat niet gebeurt. ‘En je je daar dan tegen uitspreekt.’ Dat is de echte definitie van woke zijn, volgens Dibi.
Om echt verschil te kunnen maken is een harde aanpak nodig, legt hij uit. Daar is ook Dibi in zijn eigen leven, als GroenLinks-kamerlid, achter gekomen. ‘Ik dacht daar eerst anders over. Ik ben zelf vriendelijker in mijn natuur. Ik denk: je moet compromissen sluiten, proberen met mensen in gesprek te gaan. (…) Ik heb al die dingen geprobeerd, maar je komt er vervolgens achter dat er dan niet veel verandert. Er verandert pas echt iets als er iets op het spel staat, als het systeem of de politieke partijen bang zijn.’
Een anti-racisme-demonstratie met honderd mensen op de Dam zal daarom geen verschil maken, volgens Dibi. Pas als er duizenden mensen, waaronder witte mensen, zijn kan er actie volgen. ‘Dan denkt premier Rutte: ik moet die actiegroep toch eens uitnodigen voor een gesprek.’ Volgens Dibi zijn alle grote veranderingen (denk aan vrouwenrechten en homorechten) pas gekomen nadat er heel fel, soms met geweld, actie is gevoerd, waarna de mainstream cultuur het overneemt. ‘Het redelijke midden die neemt dat over van een kleine groep activisten.’ Dat zien we ook bij de Zwarte Pieten-discussie, volgens Dibi: waar de actiegroep Kick Out Zwarte Piet al sinds 2014 actievoert tegen de kleur van de piet, heeft het ‘redelijke midden’ deze opvatting langzamerhand overgenomen.
En dat is precies het probleem, aldus Dibi. Er wordt namelijk vaak pas geluisterd als bij voorkeur een witte man een probleem aan de kaak stelt. Zoals bijvoorbeeld Arjen Lubach, die in zijn programma Zondag met Lubach het pietenprobleem aankaartte. De aanvankelijke aanvechters worden vergeten wanneer de mainstream het overneemt. ‘Dat zijn mensen die offers hebben gebracht en totaal vergeten worden’, volgens Dibi. Hij zou willen dat mensen als Arjen Lubach credits geven aan de mensen die hem van mening hebben doen veranderen, omdat dat de mensen zijn die de grootste offers hebben moeten brengen.
Maar nog belangrijker is, volgens hem, dat er niet langer alleen geluisterd wordt naar witte mannen. ‘Er is al heel vaak aangetoond dat als een wit persoon en een persoon van kleur precies dezelfde dingen zeggen, dat de witte persoon serieuzer genomen wordt. Sneller geloofd wordt. (…) Dus waarom luisteren we eerder naar witte mensen als ze iets zeggen, dan naar mensen van kleur? Dat is een van de weeffouten in onze cultuur. Zowel homo’s als trans mensen zeggen: waarom worden hetero’s serieuzer genomen dan wij? Vrouwen zeggen: waarom worden mannen serieuzer genomen dan wij?’
Al deze mensen vinden en verenigen zich dankzij social media. ‘Technologie heeft ervoor gezorgd dat emancipatiebewegingen en mensen elkaar hebben gevonden en elkaar versterken, zelfs over grenzen heen’, aldus Dibi.