Jasper heeft last van tinnitus, ook wel oorsuizen genoemd. Hoe klinkt zijn tinnitus en hoe gaat hij ermee om?
‘Veel mensen hebben een heel lange piep. Maar bij mij klinkt het alsof er in een gang heel veel mensen in hun been zijn geschoten, en schreeuwen van de pijn. Dat geluid kun je je voorstellen’, vertelt Jasper over zijn tinnitus in Je Zal Het Maar Hebben Junior.
Jasper heeft al zo lang als hij zich kan herinneren last van tinnitus. Raïsha vraagt aan hem hoe hij dit ervaarde toen hij jonger was. Jasper dacht voor een lange tijd dat er monsters in zijn hoofd woonden. ‘Dat was dus eigenlijk het moment dat ik heel bang was. Ik dacht dat ik gek werd. Niemand hoorde die geluiden, maar ik wel.’ Zelfs de mensen om Jasper heen dachten dat hij ‘gek was’ en dat zijn fantasie een rol zou spelen.
Niets was minder waar: Jasper hoorde de geluiden écht. ‘Maar omdat ik ze hoorde, en niet wist wat het was, dacht ik vooral ’s avonds dat er allemaal beesten onder mijn bed zaten.’ Na een bezoek aan een arts wordt dan eindelijk duidelijk waar de geluiden vandaan komen. Het waren geen monsters. Wel blijkt Jasper met een aandoening te kampen waar hij voor altijd last van zal blijven houden. ‘De dokter wist gelijk dat het tinnitus was.’
‘Als het stil is heel erg. En vooral op momenten als ik erop let’, vertelt Jasper aan Raïsha. Zij draagt op dat moment een koptelefoon en hoort nagebootste geluiden die Jasper altijd hoort. ‘Sowieso ben ik heel snel afgeleid, met alles wat ik doe’, zegt Raïsha. ‘Maar ik zou zo snel uitzonen (…) hoe doe je dat op school?’ Jasper heeft daar door zijn jarenlange ervaring wel een antwoord op: ‘Je moet er gewoon niet op letten (…) als je studeert met een achtergrondmuziekje, dan accepteer je dat muziekje ook gewoon, toch? (…) nou, zo werkt mijn tinnitus ook. Je kan het niet harder of zachter zetten – maar je kan het wel wegzetten, om zo maar te zeggen.’
‘Ik zeg niet dat ik ze (de geluiden, red.) fijn vind, maar ik vind ze ook niet verschrikkelijk. Ik heb er nu gewoon mee leren leven. Vroeger vond ik ze wel verschrikkelijk.’ Het lukt Jasper gelukkig wel om – ondanks de geluiden die hij hoort – tot rust te komen. Dat doet hij door bijvoorbeeld te tekenen of te gamen. Maar ook even ‘niets’ doen kan helpen: ‘Soms plof ik even lekker op de bank en zit ik gewoon op mijn telefoon of kijk ik televisie.’
Jasper was vroeger graag in omgevingen met veel geluid: ‘Ik hoor mijn tinnitus dan minder. Vroeger vond ik dat heel fijn (…) maar toen was ik er ook bang voor.’ Nu maakt het hem minder uit – de geluiden in zijn hoofd, die zijn er nou eenmaal. ‘Voor mij is het gewoon dat ik ermee heb leren leven. Ik hoor niet echt fijne geluidjes.’
Thema's:
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!