'Er is maar één ras: het menselijk ras', zegt Cynthia McLeod in een speciaal interview in De Nieuws BV. 'De Black Lives Matter-beweging wil geen privileges, ze willen een gelijkwaardige behandeling.' Woensdagavond geeft ze in Summerschool een college over zwart verzet tijdens de slavernij in Suriname.
Cynthia McLeod dook voor haar historische romans, zoals Hoe duur was de suiker?, diep in de slavernijgeschiedenis van Suriname. Volgens haar is het begrijpelijk waarom de beweging op dit moment actiever is in Amerika dan in bijvoorbeeld Suriname. 'Wij waren na de afschaffing van de slavernij allemaal gekleurde mensen, er was geen grote dominante witte groep', legt ze uit. 'Na de afschaffing van de slavernij in Amerika zijn de Jim Crow-wetten ingesteld, en werden zwarte mensen als ongelijkwaardig gezien. Ze moesten elke dag ervaren dat ze er niet toe deden, dat was in wetten vastgelegd. In de jaren 60 pas, is dat afgeschaft. Het heeft dus nog een hele tijd geduurd. En in sommige mensen hun hoofden zit het nog steeds.'
Om te begrijpen waarom bepaalde mensen denken zoals ze denken, moet je het slavernijverleden kennen, zegt McLeod. 'Een heleboel witte mensen weten niet waar het om gaat en waarom de gekleurde mens er nog zoveel over praat.' Als het gaat om slavernij, gaat het niet alleen om armoede en mishandeling. Slavernij komt al eeuwenlang voor, 'maar deze vorm was gekoppeld aan mensen, aan de huidskleur van mensen', legt McLeod uit, en dat was nieuw.
De kern van slavernij
West-Europese landen hadden slaven nodig in hun kolonies om op de plantages te werken. McLeod: 'Daarvoor besloten ze het sterke ras uit Afrika te gaan halen, deze mensen werden geroofd en gestolen.' Deze westerse landen waren allemaal christelijk en de kerk was toentertijd het allerbelangrijkste. Dus dat juist deze landen mensen tot slaaf maakten, paste niet binnen het christelijke ‘heb uw naasten lief gelijk u zelve’. 'Daarom heeft men dat aangepast en dus slavernij aannemelijk gemaakt. Oftewel: de zwarte Afrikaan is nooit uw naaste, want eigenlijk zijn dat geen mensen', legt McLeod uit.
McLeod: 'Toen werd gezegd dat de zwarte Afrikaan geen intelligentie had, "maar je kon hem, net als een hond, wel wat leren". En hij had en geen gevoel. "Nee, hij kan geen lichamelijke pijn voelen zoals wij, en hogere gevoelens zoals liefde en trouw kan hij ook nooit voelen." Dus, men is andere eigenschappen gaan toebedelen aan gekleurde mensen, en men heeft de menselijke eigenschappen van hem ontnomen. Dat is de kern van de slavernij. Dat is het wezenlijke wat de zwarte en gekleurde mens pijn doet.'
Black Lives Matter-beweging wil geen privileges
Slavernij is afgeschaft, maar zijn de gedachtes over ongelijkwaardigheid ook afgeschaft? 'Bij heel veel mensen niet hoor', antwoordt McLeod, 'dat zit in hun genen. Dat probeert men duidelijk te maken nu met de Black Lives Matter-beweging. Die beweging wil geen privileges, waar ze naar hunkeren is een gelijkwaardige behandeling, dat de witte mens ziet dat ze gelijkwaardig zijn. Een rassentheorie is ooit bedacht, maar die theorie is niet waar. Er is maar één ras: het menselijk ras.'
Hoe Nederland begon met slavenhandel
Toen Nederland Suriname had veroverd, hadden zij een kolonie in handen waar plantages al bestonden en er meer werden gebouwd. Dus hadden Nederlanders slaven nodig. 600.000 tot slaaf gemaakte Afrikanen werden door Nederlandse schepen naar het Westen gebracht en 300.000 kwamen terecht in Suriname. Slavenhandel was erg lucratief, 'het was business', zegt McLeod, 'bedrijven deden mee omdat ze er flink geld mee verdienden.'
De slaven die aankwamen in Suriname werden gebrandmerkt zodat iedereen kon zien wie de eigenaar was. Hoe slaven werden behandeld, hing van de directeur of eigenaar van de plantage af. Slaven konden voor het minste of geringste verschrikkelijk gestraft worden. 'De Surinaamse plantage-eigenaren waren internationaal berucht vanwege de wrede straffen', vertelt McLeod. 'Dat heeft Nederlanders gemaakt tot de meest beruchte slaveneigenaars.'
100 zweepslagen was een milde straf
Toen McLeod voor onderzoek het archief indook, kwam zij stukken van gouverneur De Cheusses tegen. In de 18e eeuw documenteerde hij de straffen die aan slaven werden opgelegd. Zweepslagen waren aan de orde van de dag, vertelt McLeod: 'Dat kon een slaaf voor alles krijgen. Een milde straf was tot 100 zweepslagen. Als de straf nog strenger moest zijn, werd de slaaf naar een fort gebracht, en bijvoorbeeld aan een vleeshaak ophangen, tot de dood aan toe. Of de slaaf werd gevierendeeld. Dan werden aan zijn armen en benen een touw gebonden en daaraan weer een paard, en dan galoppeerden de paarden elk een andere kant op.'
Toen McLeod deze gruwelijkheden zag, was ze tevreden dat ze het zwart op wit zag staan. 'Door de man zelf geschreven. Omdat ik ook had meegemaakt dat mensen dit ontkenden, op podia en congressen zelfs. Die zeiden dat het mythen waren die ontstaan waren in de orale traditie. Dat het nooit gebeurd was. Ik wist dat het wél was gebeurd, en nu vond ik het in het archief. Eigenlijk moet ik zeggen dat dat overheerste, het gevoel van: zie je, ik wist dat het zo was, ik heb gelijk.'
Het hele archief van Suriname lag in Nederland. 'En als je geen toegang hebt tot de bronnen van je geschiedenis, dan ga je een volk worden gebaseerd op mythen en stereotypen. Daarom is archief zo belangrijk, dat je terug kan gaan naar de bronnen. Want nu had ik zwart op wit van de man zelf hoe het zat.'
'Dat heeft Nederlanders gemaakt tot de meest beruchte slaveneigenaars.'
Kinderen van zwart en wit
De eerste generatie slaven waren vrijheid gewend, 'die waren het meest opstandig', vertelt McLeod. 'Maar de volgende generatie die in Suriname geboren werd, ging veel meer doen wat de slavenmeester eiste en wat de eigenaar verlangde. Als je in slavernij geboren wordt en je ziet het om je heen, dan is dat de wereld waarin je opgroeit. Dus ze gingen zich schikken in hun land. Dat had men nodig om de plantage te kunnen laten produceren.'
De Nederlandse eigenaren van de plantages waren vaak gekomen naar Suriname als vrijgezel. Dat hield in dat niet elke witte man een witte vrouw had. 'Vanaf het begin hebben veel witte mannen met een zwarte vrouw kinderen gekregen. Maar één op de twintig mannen was met een blanke vrouw. Zo is vanaf het begin een kleurlingenlaag op gang gekomen, kinderen van zwart en wit. Die groep is enorm gaan groeien en is de grootste groep geworden uiteindelijk', vertelt McLeod.
Afschaffing slavernij in 1863
Op 1 juli 1863 werd uiteindelijk de slavernij afgeschaft. In 1842 bestond er al een wetsvoorstel voor de afschaffing, maar de Tweede Kamer heeft er nog 21 jaar over moeten steggelen voor de wet eindelijk werd ingevoerd. Afschaffing betekende echter niet het einde van de koloniale overheersing door Nederland, die kwam pas bijna 100 jaar later, in 1975.
Met de onafhankelijkheid van Suriname werd Johan Ferrier de eerste president van het land. Dat was de vader van McLeod. 'De onafhankelijkheid was een geweldig moment in de geschiedenis van Suriname', vertelt ze. 'De Surinaamse vlag werd gehesen. Ik had mijn kinderen meegenomen, want het was zo’n grandioos moment. Ik was wel geëmotioneerd hoor.'
Vijandigheid tegenover Nederland was er niet
Op de vraag of Surinamers ooit vijandig naar Nederland hebben gekeken, zegt McLeod resoluut 'nee, en dat heeft ook wel zijn reden hoor'. Voor de afschaffing van slavernij werd door de koloniale overheid geprobeerd om de slaven in toom te houden. Hen werd herhaaldelijk beloofd, ‘heb geduld, straks word je vrijgemaakt door de koning van Holland, zonder dat je hoeft te betalen’. De nadruk heeft constant gelegen op de dankbaarheid richting Nederland, vertelt McLeod. 'Dus de Surinamers van toen waren dankbaar en gehoorzaam en vijandigheid tegenover de Nederlanders was er niet.'
'Slavernij was een verschrikkelijk systeem en alleen de sterken hebben het overleefd. Die sterksten zijn wij.'
Slavernijverleden nog altijd belangrijk
Het slavernijverleden speelt tot op de dag van vandaag een belangrijke rol. 'We zijn het zelf', zegt McLeod, 'het is overal zichtbaar. Maar niet met wraakgevoelens en ook niet meer vanuit een slachtofferrol. Want wij zijn geen slachtoffers. Onze voorouders wel, wij niet. Dat leren we ook aan de komende generaties, die zijn zich daar zeer van bewust in Suriname. Slavernij was een verschrikkelijk systeem en alleen de sterken hebben het overleefd. Die sterksten zijn wij. Je kan alles, dus toon dat je alles kan. Eigenlijk is dat slavernijverleden iets dat ons sterk maakt, dat ons kracht geeft. En omdat we geen wraakgevoelens hebben, laat het ons de toekomst positief inzien.'
Boottocht door de geschiedenis van Suriname
Eind jaren 80 was het leven in Suriname moeilijk. Onder het militaire regime werden Surinaamse kinderen opgevoed met het idee dat ze zo snel mogelijk het land moesten verlaten. McLeod: 'Ze gingen nooit ergens naartoe en kregen de kans niet om het land te leren kennen. Ze kregen niet de kans om te beseffen hoe mooi de mensen zijn.'
Dus met het geld dat McLeod verdiende aan de verkoop van haar boeken, kocht ze een boot. 'Toen heb ik gratis tochten georganiseerd. Elk jaar met 5000 leerlingen van groep 8. Daar ben ik dankbaar voor, dat ik dat 15 jaar heb kunnen doen. Dat ik hun geschiedenis en dus ook het land heb kunnen laten zien.' De boottochten brachten de leerlingen langs restanten van het slavernijverleden, de geschiedenis werd verteld en de pracht van het land werd getoond. 'Gelukkig heeft het zijn vruchten afgeworpen, want ik kom tot nu toe altijd nog mensen tegen die de tocht hebben gemaakt en daar dankbaar voor zijn', vertelt McLeod.
"Nederland heeft aan slavernij meegedaan en het is niet iets van nu. Maar de mensen van Nederland moeten wel weten dat het onderdeel is van hun geschiedenis. "
Slavernijverleden als onderdeel van geschiedenisonderwijs
Voor het slavernijverleden heeft Nederland nooit officiële excuses aangeboden. Volgens de Surinaamse schrijfster is er één ding dat het mooiste en beste monument zou zijn dat Nederland kan aanbieden: 'Dat het slavernijverleden van Nederland een geïntegreerd deel wordt van het geschiedenisonderwijs. Ik hoop nog steeds dat dat gaat gebeuren, en niet met twee regels in het geschiedenisboek.'
McLeod: 'Het kan altijd zijn dat er dingen zijn gebeurd in de geschiedenis, het was iets van die tijd. Nederland heeft eraan meegedaan en het is niet iets van nu. Maar de mensen van Nederland moeten wel weten dat het onderdeel is van hun geschiedenis. Kijk naar de geweldige musea die je hebt, ze leren wel die delen van hun geschiedenis. Je kan niet van een tijd één aspect vertellen en het andere niet. Als ze ook de andere delen zien, kunnen ze meer begrip opbrengen voor hun naasten, hoeven ze zich niet af te zetten, niet bang te zijn en niet te denken dat een baan wordt ingepikt, bijvoorbeeld. Als je begrip kunt opbrengen voor iets, kun je er beter mee omgaan.'
‘Er is maar één ras: de mens’
'Ik hou niet van het woord ‘ras’ en het begrip ‘discriminatie’. Er is maar één ras: de mens', eindigt McLeod. 'Alles wat de ene voelt kan de andere ook voelen. Alles dat de ene denkt, kan de andere dat ook denken. Dat is zo en dat moet de witte mens vooral aannemen. Alles kan op dezelfde manier, daarvoor ben je mens.'
Summerschool: Cynthia McLeod, woensdag 31 augustus om 21:40 op NPO1
Thema's:
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!