In Rotterdam is de gemeente begonnen met de sloopwerkzaamheden in de Tweebosbuurt. Het wordt een schending van mensenrechten genoemd - en niet alleen door de buurtbewoners zelf.
De gemeente Rotterdam wil meer diversiteit in haar bevolkingssamenstelling. Dat komt er vooral op neer dat huizen in wijken met minder rijke burgers gesloopt worden om plaats te maken voor duurdere woningen en mensen met geld. De oorspronkelijke bewoners hebben weinig andere keus dan te vertrekken.
Althans, zo denkt een deel van de bewoners van de wijk erover. Een ander deel komt in opstand en blijft net zo lang wonen en strijden tot ze hun Tweebosbuurt mogen behouden. Leider van de opstand Menno Janssen in Opstandelingen: ‘We moeten zorgen dat niet alleen betaalbare koopwoningen, maar ook betaalbare huurwoningen overeind gehouden worden. We willen elkaar verenigen, zodat we samen sterker staan. (…) jullie staan niet alleen. We gaan ervoor.’
535 woningen De gemeente heeft grootse plannen voor de wijk. Deze zou een upgrade nodig hebben. Armoede is in Rotterdam-Zuid een groot probleem, en daar wil de gemeente wat aan doen. Bijvoorbeeld door hele wijken te slopen, waaronder de Tweebosbuurt. 535 woningen moeten plaatsmaken voor nieuwe woningen. En de oorspronkelijke bewoners; die moeten weg.
Gisteren zijn de eerste sloopwerkzaamheden begonnen in de wijk.
Een schending van mensenrechten, volgens Gwen van Eijk.
Maar niet enkel Van Eijk denkt er zo over. Zelfs de Verenigde Naties scharen zich achter dit standpunt.
Daarom draagt bewoner Wim maandag symbolisch de blauwe helm.
Want de gevolgen van de sloop van de wijk zijn groot. Het is niet enkel het einde van de buurt, maar ook van de gemeenschap, volgens Steve Smit.
Daar sluit stadsgeograaf Cody Hochstenbach zich bij aan. Het maakt, volgens hem, meer kapot dan de gemeente zich realiseert. Ze maken een verkeerde inschatting, volgens Hochstenbach. ‘De aanname van beleidsmakers is altijd dat de concentratie van mensen met een laag inkomen of een migratieachtergrond problematisch is en de buurt onleefbaar maakt. Maar in de praktijk zie je vaak dat betaalbare wijken juist heel erg close zijn. Dat die mensen echt op elkaar vertrouwen, dat ze van elkaar uit kunnen gaan en dat er sterke sociale netwerken zijn. De mensen komen voor elkaar op en zijn misschien ook meer afhankelijk van elkaar.’