Beeld ter illustratie
© Pexels
3-MMC, miauw of simpelweg ‘poes’: de drug wint steeds meer aan populariteit bij jongeren. Sjoerd* (19) raakte eraan verslaafd en nu wil hij anderen waarschuwen voor het middel: ‘Voordat je het weet staat je hele leven op zijn kop.’
De zogenoemde designerdrug 3-MMC komt in 2021 op lijst II van de Opiumwet en wordt dan een verboden drug. Ironisch genoeg is het aantal jongeren dat vorig jaar 3-MMC gebruikte ten opzichte van 2020 verdriedubbeld – zo blijkt uit het Grote Uitgaansonderzoek 2023, uitgevoerd door het Trimbos-instituut. Eén op de drie van deze jongeren vindt dat zij het middel te veel of te vaak gebruikt. 3-MMC lijkt dus een hoog verslavingspotentieel te hebben; het risico op een ‘miauw verslaving’. Het overkwam – de inmiddels afgekickte – Sjoerd*. Hij schuift samen met Mathijs de Croon van verslavingszorg-organisatie Novadic-Kentron aan om hierover te praten in De Nieuws BV.
Volgens het Trimbos-instituut is 3-MMC een nieuwe psychoactieve stof (NPS) en behoort het middel tot de stofgroep synthetische cathinonen. De chemische structuur en effecten zijn te vergelijken met amfetamine – beter bekend als speed. Gebruikers voelen zich na het gebruik alert, energiek, euforisch en meer empathisch. Zij ervaren vaak een high die tussen MDMA (de werkzame stof in xtc) en cocaïne in ligt. Ongewenste effecten die kunnen optreden zijn onder andere niet kunnen slapen, hallucineren, hoofdpijn, hartkloppingen en een ‘zucht’ om bij te nemen. Over de langetermijneffecten is maar weinig bekend, net zoals bij andere NPS-en het geval is.
Hoe gemakkelijk je een zakje van de ‘research chemical’ online kon bestellen, liet Jurre Geluk al eerder zien in de docuserie Dealen met Designerdrugs. Inmiddels is ‘3M’ dus verboden – net zoals zijn voorganger 4-MMC, die al in 2012 op de Opiumlijst werd gezet. ‘Waar één designerdrug sneuvelt, wordt er al een nieuwe in elkaar geknutseld’, vertelt Jurre in de serie in 2021. Dat bleek niet lang te duren, want inmiddels is opvolger 2-MMC legaal te koop. Er wordt om die reden gewerkt aan een algemene wet voor designerdrugs, om mogelijke variaties uit onder andere de ‘miauw’-familie op voorhand te kunnen verbieden.
‘Ik was samen met vrienden thuis aan het chillen', vertelt Sjoerd. Op die avond besluit hij op zestienjarige leeftijd voor het eerst met ‘miauw’ te experimenteren. ‘Iemand stelde voor om een keer drugs te halen. Ik stemde daarmee in (…) maar voordat je het weet staat je hele leven op zijn kop.’ Het bleef namelijk niet bij één keer uitproberen – al gauw gebruikt Sjoerd regelmatig in de weekenden 3-MMC met vrienden. Het gaat van kwaad tot erger als Sjoerd de stap zet om zelf een dealer te appen. ‘Toen was het gewoon vijf à zes dagen per week.’
De 3-MMC geeft Sjoerd in het begin nog gewenste effecten; hij voelt zich opgepept en euforisch. ‘Later was het vooral gevoelens onderdrukken (…) en om de ruzies thuis te vergeten. Daarvoor gebruikte ik het aan het einde (…) ik had het nodig om te functioneren.’ Tijdens het gebruiken voelt Sjoerd zich even goed, maar ‘dat is een momentopname, en de dag erna voel je je eigenlijk nog slechter’.
Sjoerd begint zich meer en meer te realiseren dat hij een probleem heeft – vooral als het hem niet meer lukt om zijn gebruik te verdoezelen voor de buitenwereld. ‘Het begint met een keer een leeg zakje vinden (door zijn ouders, red.), maar uiteindelijk kan je het gewoon niet meer verbergen. Toen ben ik een keer betrapt toen ik thuiskwam terwijl ik onder invloed was.’
Naast de voorbeelden die Sjoerd noemt – zichtbaar onder invloed zijn en rondslingerende drugszakjes – is gedragsverandering een ander belangrijk signaal van een verslaving, aldus De Croon. De combinatie zorgt er vaak voor dat een verslaving zichtbaar wordt voor de omgeving. ‘Ik was heel egoïstisch’, weet Sjoerd zich te herinneren van zijn eigen verslaving. Hij vroeg geld aan anderen, waar hij zich achteraf erg voor schaamt: ‘Zij werken hartstikke hard voor hun geld (…) maar je wil dan per se dat geld hebben om drugs te halen. Terwijl je zelf helemaal geen geld hebt.’
‘Ik heb zelf aan de bel getrokken bij mijn ouders dat ik hulp wilde’, vertelt Sjoerd. Zijn eerste gesprekken voert hij vervolgens met De Croon. Niet lang daarna wordt hij gekoppeld aan een jeugdbehandelaar, die de verdere hulp verzorgt. ‘Het was niet makkelijk’, blikt Sjoerd terug. ‘Ik heb expres ervoor gekozen om mijn moeder erbij te laten zitten. Zo kon ik ook mijn gevoelens aan haar uiten. Het kostte veel tijd, maar uiteindelijk is het gelukt.’
Toch blijft het ‘hard werken’ voor Sjoerd, aldus De Croon, ook na het afsluiten van de behandeling: ‘In de vriendengroep wordt er alcohol gedronken. Dan is de drempel om te gebruiken nog steeds heel laag. Voordat je het weet zit je in je oude gedrag.’ Sjoerd herkent wat De Croon beschrijft, vooral in situaties waarin hij 3-MMC aangeboden krijgt. ‘Ik wijs het gewoon af, maar het blijft heel lastig. Het is niet dat ik het afwijs en er dan niet meer aan denk. Dan zit het de hele avond in mijn hoofd.’
Sjoerd wil met zijn verhaal andere jongeren waarschuwen. ‘Heel veel mensen bij ons in het dorp gebruiken al (…) maar ik probeer hen wel aan te moedigen om het niet meer te doen. Vaak geef ik ook voorlichting samen met Mathijs.’ Sjoerd deelt zijn verhaal dan met jonge mensen, waarbij De Croon hem bijstaat en aanvullende informatie geeft over 3-MMC. ‘Die mensen hebben nog nooit gebruikt, en hen wil ik het vooral duidelijk maken.’
* Sjoerd is een gefingeerde naam. Zijn echte naam is bekend bij de redactie.
Thema's:
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!