© Annemieke van der Togt
De rijkdom in de wereld wordt almaar oneerlijker verdeeld. Hoe moet het anders? Jeroen Pauw maakte er de serie Scheefgroei in de polder over. De maker licht toe.
‘Scheefgroei in de polder is een lastige titel, maar maakt precies duidelijk waar het programma over gaat. De economische verhoudingen zijn namelijk scheefgegroeid. Kijk naar de verhouding tussen de winsten die bedrijven maken en de verdiensten van de werknemers die aan de basis staan van diezelfde winsten. Of kijk naar het percentage van de belasting die bedrijven betalen en vergelijk dat met het percentage dat werknemers moeten afdragen. Daar is de redelijkheid totaal zoek.
Scheefgroei op veel niveaus
Werknemers bij de politie of zorg kunnen bijvoorbeeld in Utrecht geen woning vinden die ze kunnen betalen, terwijl ze wel dit werk moeten doen in dezelfde stad. Ook daar is een groot verschil: als jij een koophuis hebt en je buurman in dezelfde straat heeft een huurhuis, word jij elk jaar 10 procent rijker. Zonder daar iets voor te doen. Je buurman moet gewoon elke maand betalen – ook dat is scheefgroei. Er is nu een groep jongeren van midden twintig die met enig geluk een huis heeft gekregen omdat hun ouders een deel financieren, maar voor veel mensen is dat geen optie. Die scheefgroei is er dus op veel niveaus.
Traditionele scheefgroei
De traditionele scheefgroei bestond ooit simpel gezegd uit twee groepen: mensen in de bijstand en de miljonairs. Maar nu gaat het over een substantiële scheefgroei: er is namelijk een middenklasse die niet meer aan kan haken. En voor veel van de kinderen van die middenklasse geldt dat ze het slechter zullen hebben dan hun ouders. Dat is sinds de Tweede Wereldoorlog niet meer voorgekomen. Voor al die generaties gold dat de kinderen het altijd nog beter kregen dan de generatie daarvoor. In mijn tijd kocht ik mijn eerste woonbootje in Amsterdam voor 50.000 gulden, zo’n 25.000 euro nu. Voor zo’n zelfde boot betaal je in de hoofdstad nu 500.000 euro – over scheefgroei gesproken. Een min of meer gedwongen zzp’er met een schamel loon, zoals mensen in de bouw, komen er niet meer aan te pas. Philips zorgde vroeger heel goed voor zijn werknemers: het bedrijf bouwde woningen voor hen, financierde de studie van hun kinderen en richtte zelfs een sportvereniging voor hen op. Het bedrijf maakte een product van a tot z en iedereen voelde zich betrokken bij het geheel. Nu worden de onderdelen van een apparaat van Philips over de hele wereld gemaakt en allemaal naar een plek getransporteerd en daar wordt het in elkaar gezet. De hele productie is opgeknipt en dat zal zeker goedkoper zijn, maar het gaat ten koste van de betrokkenheid en de zorg voor elkaar. Maar belangrijker: het heeft consequenties voor de salarissen van de werknemers want die blijven daardoor laag. Die geleide loonpolitiek die begin jaren 80 was overeengekomen door overheid en vakbeweging in het zogenoemde akkoord van Wassenaar wordt terecht meer en meer losgelaten. De nieuwe voorzitter van de werkgeversclub VNO-NCW, Ingrid Thijssen, maar ook Mark Rutte, roepen al een tijdje dat de lonen omhoog moeten.’
Verdeling van rijkdom
‘Ik las een jaar geleden het boek Fantoomgroei van Sander Heijne en Hendrik Noten over de scheefgroei qua verdeling van de rijkdom. Tijdens het lezen van zo’n boek maak ik vaak aantekeningen, waar ik later wat mee zou kunnen, noem het beroepsdeformatie. Bij dit boek maakte ik zoveel aantekeningen dat ik het eigenlijk aan het overschrijven was. Toen dacht ik: hier moeten we iets mee. Het voordeel van een eigen bedrijf is dan dat je een groep bijeen kan roepen om er eens flink over te brainstormen. Lang verhaal kort: BNNVARA was direct enthousiast, de NPO ook en dan rest alleen de vraag: wanneer? Ik wilde het graag maken na de verkiezingen want anders valt ’t weg in een golf aan holle verkiezingsbeloften. Mij leek zo vlak na de verkiezingen een mooi moment om deze boodschap mee te geven aan de onderhandelaars aan de formatietafel. Ik hoop dat het boek en ons programma het een en ander in beweging kunnen krijgen. De tijd lijkt er rijp voor, want van de VVD tot aan GroenLinks weet men dat het anders moet. Misschien is dat wel wat Sigrid Kaag met nieuw leiderschap bedoelt: iedereen voelt dat we een andere kant op moeten. Niemand weet precies hoe, maar iedereen ervaart de onvrede. Er is veel oneerlijkheid en klimaat en milieu dwingen ons ook een en ander anders te doen. Het draagvlak daarvoor is groot genoeg.’
Deel 1
‘In de eerste aflevering behandelen we de cijfers, feiten en statistieken. Dat doen we door zoveel mogelijk mensen op een herkenbare manier aan woord te laten. De harde cijfers worden verteld door mensen zoals jij en ik. Mensen die hun huis niet meer kunnen betalen leggen hun situatie uit. Maar ook werknemers van supermarkten komen aan het woord over hun beperkte loonontwikkeling, terwijl de winsten van het bedrijf enorm zijn. Voor sommigen is Nederland een veel gaver land dan voor anderen. Natuurlijk verdient een portier niet hetzelfde als de directeur, maar het verschil is nu erg groot. En het wordt ook steeds groter.’
Deel 2
‘In het tweede deel proberen we op verschillende manieren handvatten te geven hoe het anders en beter kan, aan de hand van praktische voorbeelden. Schoonmakers waren vroeger in dienst van het bedrijf waar ze werkten. Dat is in de jaren 80 allemaal uitbesteed en diezelfde schoonmakers hebben nu contracten bij bedrijven die enorm moeten concurreren waardoor die werknemer weinig financiële groei kent en onzeker is over zijn baan. De overheid zelf is – op initiatief van toenmalig minister Lodewijk Asscher – bij ministeries al begonnen met het in vaste dienst nemen van de schoonmakers. Die mensen zijn er enorm tevreden over. Ze hebben meer rust en zekerheid en zijn er ook nog op vooruit gegaan. Het is een eerlijkere manier van met elkaar omgaan, die ook nog eens een grotere wederzijdse betrokkenheid oplevert.’
Meer over:
geldMeld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!