Lowlands
© ANP / Paul Bergen
Nederland is een festivalland. Toch staat de festivalbranche steeds meer onder druk; deze kampt onder andere met arbeiderstekorten en voelt de pijn van de btw-verhoging. Wat betekent dat voor de toekomst van festivals in Nederland?
Lowlands, Pinkpop, Awakenings, de Zwarte Cross en Defqon.1: we zijn in ons kikkerlandje absoluut geen amateurs op het gebied van festivals. ‘De festivals in Nederland trekken bij elkaar miljoenen mensen en er gaan ook miljoenen euro’s in om’, aldus presentator David Breebaart in de podcast Vroeg!.
Hoe zijn wij zo’n festivalland geworden, en lukt het met alle uitdagingen in de branche nog wel om de festivals toegankelijk te houden? Muzikant en journalist Micha Zaat en oud-SP-kamerlid en festivalliefhebber Peter Kwint vertellen hoe zij hierover denken.
Vooral Rotterdam blijkt pionier te zijn binnen de live-muziek en festivals, weet Zaat. Hij schrijft erover in zijn boek Rotterdam, laat je horen. ‘Het eerste meerdaagse openluchtfestival op het vaste land in Europa was in Rotterdam: het Holland Pop Festival.’ Het festival, dat in 1970 tussen 26 en 28 juni plaatsvindt in het Kralingse Bos in Rotterdam, kan volgens Zaat worden gezien als het startschot voor festivals in Nederland.
‘Het was eigenlijk een soort kopie van het befaamde Woodstock-festival in 1969 in de Verenigde Staten. Het werd dunnetjes overgedaan in Rotterdam.’ In Rotterdam is er veel ontstaan wat daarna door de rest van Nederland is verspreid, aldus Zaat. ‘Het is niet dat wij het wiel hebben uitgevonden, maar er is veel gepionierd. En dat gebeurt overigens nog steeds. Er heerst een bepaalde mentaliteit, van: we gaan het gewoon proberen.’
Holland Pop Festival kent een snelle ondergang. Door een schuld van bijna een miljoen gulden – die de organisatoren opliepen doordat het merendeel van de bezoekers geen kaartje had gekocht – komt er nooit een tweede editie. Toch markeert het buitenfestival met zo’n honderdduizend bezoekers de aftrap voor ons als festivalland. Al snel schieten de festivals – vaak meerdaags én in de buitenlucht – als paddenstoelen uit de grond. Zo houdt Pinkpop haar eerste editie in 1970, en volgt Paaspop slechts vier jaar later: twee geliefde festivals die jaarlijks nog steeds enorme bezoekersaantallen trekken. Vooral Pinkpop staat bekend om alle grote headliners, geliefd door jong en oud, die ooit hun vertrouwde festivalterrein in Landgraaf betraden – van Radiohead tot Fleetwood Mac, van The Rolling Stones tot Ed Sheeran en van de Arctic Monkeys tot P!nk.
Waar festivals voorheen voornamelijk gericht waren op muziek, draait het nu veel meer om beleving. ‘We hebben het over totaalfestivals en daar komt van alles bij kijken’, aldus Zaat. ‘Enorme decors, maar ook enorme catering en services (…) daarnaast heb je de beeldende kunstenaars, geluidsinstallaties: alles erop en eraan.’
Festivalorganisatoren willen de ervaring van hun bezoekers constant blijven verbeteren. Ze houden zich daarom veel bezig met professionalisering; zo zorgen ze voor een duidelijke organisatiestructuur, een goede planning en een kwalitatieve line-up. Maar ook het hanteren van strikte veiligheidsregels, het rekening houden met duurzaamheid en een ijzersterke promotie hoort bij dit proces.
Volgens Kwint is het aantal festivals in de loop der jaren geëxplodeerd. Festivals zoals Lowlands hebben het vertrouwen van hun bezoekers gewonnen, zodat zij ieder jaar opnieuw terugkomen, legt hij uit: ‘Met hun bredere aankleding zijn ze een soort van halve belevingsverkopers geworden, waarbij de line-up vaak nog niet eens bekend is en het toch al uitverkoopt.’
De prijzen voor festivals liggen een stuk hoger dan voorheen. In de afgelopen tien jaar steeg de prijs van een weekendticket voor:
De prijsstijgingen zijn, zo legt Kwint uit, te verklaren door een combinatie van factoren. De professionalisering speelt mee, maar het grootste deel is te wijten aan de geëxplodeerde kosten sinds de Covidperiode – een hoop mensen die toen achter de schermen werkten, van podiumbouwers tot lichtmensen, zijn ander werk gaan doen. ‘Een meter hekwerk – zo vertelde een organisator van de Zwarte Cross – is meer dan twee keer zo duur als dat het voor Covid was’, aldus Kwint.
‘Festivals verhogen hun prijs niet voor de lol’, vult Zaat aan. ‘Het speelt breed in de industrie – het idee van: we moeten oppassen dat het allemaal niet te duur wordt.’ Het festival Best Kept Secret hield daar al eerder rekening mee, door bezoekers onder de 21 jaar een coulanceregeling aan te bieden voor een goedkoper kaartje.
De aankomende verhoging van de btw op festivals gooit roet in het eten, verwacht Zaat. Veel festivalorganisatoren zitten met hun handen in het haar, maar kunnen niet anders dan de verhoging doorvoeren in de entreeprijs. Vooral jongeren en mensen met een laag inkomen zullen daar pijn van voelen; voor hen kan een kaartje nu te duur zijn.
Zaat betreurt dat, en denkt dat we in Nederland een voorbeeld kunnen nemen aan landen zoals Frankrijk. ‘Daar heb je een sterk gesubsidieerd systeem, waarin zalen structureel vanuit de overheid subsidie krijgen en daardoor worden de prijzen laag gehouden. Het publiek is daar – dat durf ik met zekerheid te zeggen – gewoon een stuk jonger.’
Ook Kwint benadrukt het belang om festivals toegankelijk te houden, om zo een diverse groep bezoekers te trekken. ‘Je moet spreiding hebben en mensen bij elkaar brengen. Hoog- en laagopgeleide mensen, witte en zwarte mensen, stad of platteland: die moeten elkaar weer ontmoeten (…) ik geloof dat dat voor de toekomst van de maatschappij heel belangrijk is.’
Maar ook festivalorganisatoren hebben er baat bij, legt hij uit: ‘Als je naar de toekomst van de sector kijkt, dan heb je gewoon instroom van bezoekers nodig. De gemiddelde einddertiger met een goede baan, die kan misschien met gemak het dubbele aan drankmunten stukslaan op een dag als iemand die net aan het studeren is. Maar of die over vijftien jaar nog steeds naar het festival komt, is maar de vraag.’
Hoe verwacht Kwint dat festivals er over vijftien jaar uit zullen zien? ‘Er is druk op ongeveer alle mogelijke voorzieningen om festivals mogelijk te maken’, weet hij. Hij maakt zich vooral zorgen dat alleen de grote festivals overblijven – die een grote partij achter zich hebben die verliezen kan afschrijven – en dat de kleine onafhankelijke initiatieven verdwijnen.
Toch hoopt hij dat het niet zover komt. ‘We zijn er natuurlijk zelf bij, dus we kunnen er ook zelf wat aan doen. Het is geen natuurverschijnsel, je kunt dat bijsturen.’
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!