In 2007 stemde ze nog op Erdogan, intussen zijn documentairemaker Suzan Yücels denkbeelden 180 graden gedraaid.
In de heldere en empathische documentaire Mijn Turkse stem, onderzoekt Suzan Yücel of ze 14 mei, wanneer in Turkije de presidents- en parlementsverkiezingen worden gehouden, wel of niet moet stemmen. Als Turkse Nederlander met een dubbele nationaliteit mag ze haar stem in Turkije uitbrengen, maar Yücel worstelt of ze wel gerechtigd is mee te beslissen over de politieke situatie in een land waar ze geboren noch getogen is. Tegelijkertijd maakt Yücel zich zorgen over de ontwikkelingen in Turkije, waar de AK-partij van president Erdogan inmiddels ruim twintig jaar aan de macht is en waar onder zijn bewind de democratie in gevaar is gekomen. Yücel was als jong meisje een fanatieke moslima. In de documentaire zit archiefmateriaal van haar optredens in Het Jongerenlagerhuis, het door Paul Witteman gepresenteerde programma waarin jongeren discussieerden over de politieke actualiteit. Inmiddels is ze 180 graden gedraaid in haar denkbeelden.
Je documentaire heeft een sterk, persoonlijk begin, met het archiefmateriaal van jou en hoe je als jonge, fanatieke moslima, hoofddoek om, te vuur en te zwaard de islam verdedigt. Hoe oud was je toen en hoe kwam je in het programma terecht?
Ik heb twee jaar meegedaan aan Het Jongerenlagerhuis, tussen mijn vijftiende en mijn zeventiende. We waren er met mijn middelbare school een keer te gast geweest en het leek me leuk, op tv discussiëren over die onderwerpen. Een docent heeft me opgegeven voor een selectiedag en zo kwam ik er terecht.
Als je jezelf nu terugziet, wat zie je dan?
Een heel fel iemand! Dat is deels mijn persoonlijkheid, maar ik was ook jong en ik had sterk het gevoel dat ik iets moest vertegenwoordigen: de jongere generatie moslims die het na 9/11, na de moord op Pim Fortuyn en Theo van Gogh heel lastig hadden. Ik was als tiener al bezig met politiek en was me erg bewust van mijn identiteit en hoe men zich in de gemeenschap voelde.
Je lijkt heel erg te geloven in de zaak. Hoe kijk je daar nu op terug?
Het is grappig om mezelf zo te zien, maar ik vind het ook zielig voor die Suzan dat ze zo bezig was met heel grote thema’s, omdat ik me verantwoordelijk voelde. Ik vond bepaalde dingen belangrijk en daar zei ik wat van. Nog steeds, maar nu vanaf een andere kant.
Wanneer ging je anders kijken naar de islam?
Rond mijn achttiende denk ik. Maar wanneer je van huis uit een bepaalde identiteit hebt meegekregen, is dat geen makkelijk proces. Ik denk eigenlijk dat ik ook in mijn tienerjaren al mijn twijfels had. Maar dan kun je het nog wegdrukken, dan zit je nog in je eigen bubbel, met eigen dogma’s en een eigen werkelijkheid. Toen ik journalistiek ging studeren, kwam ik meer en meer in aanraking met mensen die anders dachten. Het was een dubbele tijd, ik was nog gelovig toen en ik ging bijvoorbeeld heel hard bidden om een toets te halen. Maar mensen die niet baden, haalden hem ook. Het drong tot me door dat je hard moet studeren, dat je het zelf moet doen. Dat was een openbaring.
Geloof je niet meer? Nee.
Er zitten mooie scènes met je ouders in de documentaire. Je proeft zo goed de liefde tussen jullie, ondanks dat jullie anders denken. Is daar veel strijd overheen gegaan?
Zeker. Op ideeënniveau staan we mijlenver uit elkaar en denken we anders. Maar mijn moeder zegt –en dat zit niet in de documentaire, maar is wel heel mooi: politieke leiders komen en gaan, maar je familie blijft. Het is het niet waard om familie op te geven voor ideeën en politiek. We proberen elkaar daarin met rust te laten. Mijn ouders hebben nog een tijd gedacht dat het een bevlieging was en dat ik wel op het rechte pad zou komen. Dat is niet gebeurd. Het is bij mij zelfs meer, want ook een huisje-boompje-beestjeleven is niets voor mij. Zelfs voor Nederlandse begrippen ben ik vrijgevochten. Wat dat betreft is het een dubbele slag voor mijn ouders.
Het heeft een tijd geduurd voordat we elkaar weer vonden. Ze voelden zich afgewezen en hadden het idee dat ze hadden gefaald in hun opvoeding. Toen ik dat ging begrijpen, kon ik milder naar ze kijken.
Hoe vonden jouw broers en zussen jouw crisis? Kozen ze jouw kant, of de kant van je ouders?
Als zoiets gebeurt, heeft dat invloed op het hele gezin. Ik was de oudste en ik kon, als er weer eens een woordenwisseling was geweest, weer terug naar Amsterdam waar ik toen al woonde. Zij leefden met mijn ouders en zaten ertussen. Achteraf schaam ik me daar weleens over. Maar ik denk dat zij door mijn opstelling ook iets hebben gewonnen, namelijk meer acceptatie. Je kunt een heel idee en beeld van je kinderen hebben, maar uiteindelijk zijn het mensen met een eigen wil die zelf moeten bepalen hoe hun leven eruitziet.
Je hebt in 2007 op Erdogan gestemd, daar voel je eigenlijk schaamte over nu zeg je in de film. Kun je nog herinneren wat je ertoe deed besluiten?
Het is heel dubbel, want in die tijd beloofde hij veel en was hij best een revolutionair voor Turkse begrippen: hij ging met de eu praten, met de Koerden. En in de eerste jaren heeft hij van Turkije best een goed functionerend land gemaakt. Dat moeten we ook niet vergeten. Hij heeft een einde gemaakt aan de religieuze onderdrukking en voor heel veel mensen was hij als de gedroomde leider, een beetje vergelijkbaar met het Tony Blair-effect in Engeland eind jaren 90. Het was ook toevallig dat we konden stemmen, want je moest toen nog in Turkije zijn om je stem uit te kunnen brengen. We reden net de grens over van Bulgarije en Turkije. Achteraf vind ik het totaal onverantwoord dat het mocht. En nog steeds vind ik het lastig, dat Turkse mensen in het buitenland mogen stemmen. In Nederland alleen wonen er 440.000 en de meesten van hen zijn Erdogan-gezind. Dus het is óók dankzij die Turken in het buitenland dat hij aan de macht blijft.
Zoals je ouders. Ja.
Praat je met ze over zijn weinig democratische manier van regeren?
Dat gaat niet en dat is het pijnlijke. Ook veel familie in Turkije is voorstander van Erdogan. Het is alsof je tegen een muur praat. Ik snap niet dat ze er niets van willen weten. Alle feiten wijzen op zoveel misstanden en ze ontkennen het gewoon. Ze hebben blind vertrouwen in een man, die het misschien de eerste tien jaar best aardig heeft gedaan, maar er vervolgens alles aan heeft gedaan om zijn tegenstanders de mond te snoeren.
Hoe verbonden voel je je nog met Turkije?
Dat is meer geworden. Ik heb Turkije lang gezien als het land waar ik op vakantie ga en waar mijn familie woont. Nu ik deze film heb gemaakt, voel ik me meer betrokkenen. Het land is veel te mooi om over te laten aan nietdemocratische mensen.
Thema's:
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!