© Pexels
Staren in de trein, nafluiten op straat en dierengeluidjes maken. ‘Wat heb jij een mooi strak truitje aan, ga je zo met me mee naar huis?’ Het zijn enkelen van de vele voorbeelden van de seksuele straatintimidatie waar miljoenen vrouwen dagelijks mee te maken krijgen. Hoe maken we daar een einde aan?!
‘Ik heb gefaket dat ik 112 belde, toen ging de man pas weg’, vertelt een in De Nieuws BV. Ook zij werd slachtoffer van seksuele straatintimidatie. En uit nieuwe cijfers van ontwikkelingsorganisatie Plan International blijkt nu dat veel jonge mannen de ernst van seksuele straatintimidatie niet inzien. Ze denken zelfs dat het een compliment is, terwijl vrouwen het als zeer onprettig ervaren.
Miljoenen vrouwen, maar ook miljoenen mannen, zijn bij het intimiderende gedrag betrokken. Of het nou als aanstichter of meeloper is: jonge mannen blijken de ernst van seksueel intimiderend gedrag op straat niet in te zien. ‘Je ziet het eigenlijk aan de cijfers’, begint Garance Reus-Deelder, directeur van Plan International. ‘De helft van de jonge mannen heeft meegemaakt dat er seksuele intimidatie op straat plaatsvond, maar driekwart doet er niks aan terwijl ze tegelijkertijd wel beseffen dat meisjes en jonge vrouwen het heel vervelend of zelfs intimiderend vinden.’ Het besef dat seksueel intimiderend gedrag op straat niet door vrouwen gewaardeerd wordt is er dus wel, maar de ernst van het probleem wordt door de jonge mannen nog niet ingezien.
Ondanks dat jonge mannen beseffen dat vrouwen de seksuele straatintimidatie als onprettig ervaren, blijft het overschrijdende gedrag doorgaan. Wanneer vrouwen er klaar mee zijn en voor zichzelf opkomen, krijgen ze al snel te horen dat ze zich aanstellen.
Een mogelijke verklaring hiervoor is dat jonge mannen denken dat ze met hun seksueel getinte opmerkingen de vrouwen complimenteren, zoals ook blijkt uit het onderzoek van Plan International. Met name jonge mannen tussen de 16 en 24 jaar denken dat ze met hun opmerkingen de meisjes op straat kunnen vleien. Maar voor de meeste vrouwen is seksuele straatintimidatie allesbehalve een compliment. Het wordt ook niet voor niets ‘intimidatie’ genoemd.
‘Ik ken eerlijk gezegd niet één meisje dat niet op straat bang is geweest of in een bepaalde situatie gedacht heeft: hoe kom ik hier zo snel mogelijk weg?’, zegt Reus-Deelder. Naar huis fietsen met sleutels tussen de knokkels of continu alert moeten zijn tijdens een onschuldige avondwandeling door het park: voor de meeste vrouwen is het helaas herkenbaar.
Het risico op seksuele (straat)intimidatie maakt zelfs dat sommige jonge vrouwen hun leven anders gaan inrichten. Ze gaan ’s avonds niet meer uit, ze gaan niet meer naar bepaalde gebieden of in het extreme geval willen ze niet meer naar school of werk. ‘We hebben zelfs een keer gehoord dat sommige vrouwen bij bepaalde banen niet solliciteerden omdat ze wisten dat ze dan ’s avonds naar huis moesten gaan’, vertelt Reus-Deelder.
En dat is zorgelijk, want op die manier kan de angst voor seksueel geweld dus ook zorgen voor kansenongelijkheid. Met name in de grote steden is seksuele straatintimidatie een probleem. Zo ook in Rotterdam: ‘Het is bloedheet buiten in juli, maar toch doe ik dan een lange jas aan omdat ik anders word nagefloten’, vertelt een Rotterdams meisje anoniem.
In Rotterdam staat de aanpak van het probleem al langer op de agenda. ‘Het is beangstigend en intimiderend, maar het beperkt met name bij jonge vrouwen ook gewoon echt hun vrijheid’, zegt Rotterdamse wethouder Vincent Karremans. Maar hoe geven we jonge vrouwen hun vrijheid dan terug?
‘In het begin richtten we ons op dat jonge vrouwen zichzelf weerbaarder moesten maken tegen intimidatie’, begint Karremans. ‘Maar dat is natuurlijk niet de oplossing voor het probleem, want uiteindelijk zie je dat het gedrag van mannen komt en dat moeten we aanpakken.’ In Rotterdam werd in 2018 zelfs het zogeheten ‘sisverbod’ ingevoerd. Echter zou dit volgens het gerechtshof in Den Haag in strijd zijn met de vrijheid van meningsuiting. ‘Het is niet aan de gemeenten om de vrijheid van meningsuiting te beperken’, stelt het hof. ‘Alleen de Eerste en Tweede Kamer mogen daarover beslissen.’
‘Mannen moeten bondgenoot worden en moeten dus ook durven opkomen voor meisjes als ze intimiderend gedrag zien gebeuren’, zegt Reus-Deelden. Onderzoek onder de vrouwelijke achterban van Boos wijst uit dat drieënnegentig procent van de vrouwen het fijn zou vinden als mannen elkaar aanspreken op het gedrag. ‘Als je aan een onbekende vrouw durft te vragen hoe laat haar benen opengaan, durf je ook heus wel aan een onbekende man te vragen hoe laat hij zijn bek dichthoudt. Of aan je vader, neef of vriend. Dat durven jij en ik heus wel’, aldus Tim.
Vijfennegentig procent van de vrouwen zou graag willen dat mannen beter geleerd krijgen dat ze om grenzen moeten vragen en die moeten respecteren. Slechts vijf procent van de ondervraagde vrouwen wilde liever zelf nog eens geleerd krijgen hoe ze deze grenzen aan moet geven en ‘nee’ moet zeggen. Het is wel duidelijk: de bal ligt bij de mannen. En wel hierom, volgens Tim: ‘Als een man kwaad in de zin heeft, dan wint de vrouw het fysieke gevecht – en zo is het nou eenmaal – meestal niet. Wil de man de vrouw naroepen, dan kan dat. Wil hij haar aanraken tegen haar zin in, dan kan dat vaak ook. Hartstikke leuk dus, dat jij die opmerking als een compliment bedoelt, maar dikke kans dat de vrouw van het slechtste uit moet gaan om zichzelf te beschermen. En dus moeten we niet vrouwen leren om meer op te passen, thuis te blijven of zich anders te kleden, maar moeten mannen leren zich gewoon anders te gedragen. Ook zonder slechte bedoelingen kan je als een bedreiging worden ervaren.
Maar, makkelijker gezegd dan gedaan. Zo blijkt dat jonge mannen dan weer bang zijn voor vervelende opmerkingen van hun vrienden, wanneer ze opkomen voor een meisje. Er is sprake van peer pressure onder jonge mannen en daarom spreken ze elkaar niet aan. Toch geldt het niet alleen voor mannen; ook vrouwen die andere vrouwen geïntimideerd zien worden op straat weten niet wat ze moeten doen. De gemeente Rotterdam probeert zich daarom te richten op alle omstanders van seksuele straatintimidatie. ‘Mensen zien het wel gebeuren op straat maar ze doen niks. Daar proberen we bij te helpen, zodat mensen weten wat ze kunnen doen in zo’n situatie’, zegt Karremans.
Uiteindelijk werd het Rotterdamse sisverbod toch opgepakt door de Eerste Kamer en werd vrouwen nafluiten op straat per 1 juli 2024 dus verboden. ‘We hebben in Nederland één boek met normen, dat is het Wetboek van Strafrecht en daar komt nu heel duidelijk in te staan: wij als samenleving, wij pikken dit niet’, zegt Reus-Deelder. ‘En dat signaal is echt heel belangrijk voor de aanpak van dit probleem.’
Tijd voor een stoomcursus, vindt Tim. ‘Bij deze even een korte stoomcursus over hoe dat nou precies werkt. Let op.’
Tim: Hallo Marije, mag ik jou aanraken?
Marije: Liever niet.
Tim: Oké, ik respecteer dat.
‘Tada, dat was het’, aldus Tim. ‘Geen “ja”, is een "nee". Dus, vraag naar die “ja” voor je hem opeist. Krijg je een “nee”? Dan moet je wel heel doof of ontzettend verkeerd opgevoed zijn om daar toch “ja” in te horen. Ook als het gaat om naroepen op straat. En misschien is het voor jou wel anders als het om je zusje of je moeder gaat, maar pas je gedrag niet alleen aan voor hen, en doe dat voor elke vrouw. Los van wie zij is in relatie tot een andere man. Ook die vrouw op straat is een volwaardig mens en verdient een veilig gevoel.’
Thema's:
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!