Jerûn Dreves doneert zijn nier aan vreemdeling René Beunders. Samen vertellen ze in Bar Laat over de niertransplantatie.
Jerûn Dreves zit rustig op de bank als hij René Beunders voorbij ziet komen op televisie. René doet mee aan het programma Opstandelingen, maar in de aflevering komt hij niet alleen in opstand; ook is te zien dat hij ernstig ziek is. Hij heeft een nieuwe nier nodig. Jerûn twijfelt geen moment: als het kan, zou hij zijn nier afstaan aan de voor hem vreemde René.
Voor Jerûn is het niet de eerste keer dat hij hierover nadenkt: ‘In 2017 zat ik zelf in persoonlijke problemen. Ik zat er zo doorheen. Toen startte ik de computer op en ik zag een oproepje van een oud-collega die een donor zocht voor zijn dochter. Iemand is ziek en je kan die oneerlijkheid oplossen door een nier te doneren. Dan denk je: ik ga kijken of ik geschikt ben.’
Dat blijkt niet zo te zijn, maar het idee blijft altijd in zijn hoofd rondwaren. Hij stuurt een mailtje naar de productie van het programma waar hij René in voorbij had zien komen. Een paar dagen later komt het bericht bij hem terecht. Hij kan zijn ogen niet geloven: ‘Ik dacht dat het een grap was. Dan zie je die voorgeschiedenis en dan denk je: verdorie, het zou toch weleens serieus kunnen zijn. Ik heb hem uitgenodigd in Enschede. Daar hebben we gezellig gezeten. We hadden een leuke klik met elkaar en de koffie was goed.’
Vanuit de omgeving van Jerûn is er onbegrip: ‘Mijn moeder en zus die dachten: een gezond lichaam daar moet je niet in snijden. Stel je voor dat je later zelf iets krijgt. Je kent die hele man helemaal niet.’ Maar er komen ook genoeg positieve reacties: ‘Verder vond iedereen het helemaal fantastisch.’
‘Het is niet zo dat je je aanmeldt en je er een week later ligt. Toen ik voor de intake in het ziekenhuis was werd mijn nierfunctie gemeten, dat was voor beide nieren heel hoog. Dan gaan ze gewoon kijken welke het makkelijkst eruit kan. Je moet ook kijken of psychologisch alles in orde is. Een maand geleden was de grote dag: de niertransplantatie vond plaats.'
In Nederland is er een wachtlijst van drieduizend mensen die een nier nodig hebben. Er is dus dringende behoefte aan meer donoren. Een nier minder maakt volgens Jerûn helemaal niks uit: ‘Ik merk er weinig van, ik heb alleen een wond.’ Voor de mensen die een nier nodig hebben is het een groot geschenk: ‘Ik denk dat ik hem tot mijn laatste adem dankbaar blijf’, zegt René. ‘Tot die tijd blijven we contact houden. Het is een goede klik. We hebben dezelfde karaktertrekken. Wat wil je in godsnaam nog meer?’
Thema's:
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!