Het is vandaag, op de Dag van de Arbeid, precies vijfentwintig jaar geleden dat ik
voor het eerst in de Volkskrant
een artikel publiceerde over internet, dat toen dankzij hackers voor particulieren toegankelijk werd. Die provider Hack-Tic werd later Xs4all. Dat zou ik wellicht vergeten zijn als Irene de Bel er niet op gewezen had
in het NH dagblad
. Gelukkig maar want ik ben zelf niet zo van de verjaardagen, jubilea en feestdagen. Vroeger vergat ik dat soort data gewoon maar door internet zijn dergelijke herinneringen onvermijdelijk geworden. Op Facebook gaan elke dag de kaarsjes aan, op Twitter is het immer feest en geen verjaardagsparty meer zonder een selfie op Instagram. En daar blijft het niet bij. Iedere week meldt LinkedIn me wel wie er nu weer zoveel jaar op dezelfde plek werkt. Meestal zijn het zzp’ers.:
Feliciteer Jan-Louis Houtbijter met vijf jaar in dienst bij Jan-Louis Houtbijter!
. Zo gaat het door tot aan zijn pensionering, veelal zonder pensioen.
Voordat internet opkwam hadden mensen een verjaardagskalender op de wc hangen om niet te vergeten dat tante Agaath op 17 mei verjaart. Zittend bij familie of vrienden kon je dan tijdens het boodschap doen checken of je zelf ook op de kalender stond, een soort sociale accreditatie. Nu krijg je ‘s nachts om half twee een alert dat een vage kennis, iemand met wie je ooit een biertje dronk en die je 13 jaar geleden voor het laatst gesproken hebt, over drie dagen jarig is.
Kijk jongen, dat is nou de vooruitgang
, zou mijn vader gezegd hebben. Ik had het zelf niet kunnen verzinnen toen ik de Volkskrant-lezers meldde dat er een nieuw werelddeel te ontdekken viel, een wereldwonder.
25 jaar geleden was het voor mij en de andere
early adopters
klip en klaar dat er een revolutie op uitbreken stond maar hoe ver die zou reiken of zich zou ontwikkelen, dat was nog niet duidelijk. Behalve dan dat de wereld op z’n kop gezet ging worden. We dachten bijvoorbeeld dat het nieuwe medium het einde van de dictaturen zou betekenen. Internet had z’n nut op dat gebied immers al bewezen, schreef ik. In Rusland was twee jaar eerder de Augustusstaatsgreep tegen de prille democratie mede mislukt door internet:
“De putchisten censureerden de media maar zagen de computerverbinding over het hoofd. Russische gebruikers, aangesloten via vierhonderd organisaties, konden op die manier door gebruikers uit andere delen van de wereld, waaronder het televisiestation CNN en persbureau AP, voortdurend op de hoogte gehouden worden van de laatste berichten die buiten de Sovjet Unie bekend werden gemaakt.”
Dat geloof in de dictatorverdrijvende kracht van internet ging door tot en met de Arabische Lente van 2010. Twitter en Facebook bleken voor vrijheid wat xtc is voor een feestje: alles wordt er mooi en bereikbaar van. Tot de volgende ochtend.
Die dictaturen bleken taaier dan verwacht. In een van de meest geavanceerde dictaturen, China, zijn ze nu al een paar stappen verder. Daar helpt internet juist perfect om de bevolking in het gareel te houden. Je krijgt er via zowel overheidsdiensten als particuliere bedrijven
social credits
, die – je raadt het al – verre van sociaal zijn. Je kunt de kredietpunten verzamelen door ‘goed gedrag’ te tonen en zo bewijzen ze dat je een deugdzame burger bent. Handig als je in aanmerking wilt komen voor een huurhuis bijvoorbeeld. Dus melden mensen zich vrijwillig aan, net zoals we ons hier ook vrijwillig aanmelden bij Facebook. Want ja, wat moet je anders?
Je kunt bedenken dat Facebook of andere internetbedrijven het sociaal kredietsysteem hier ook op gaan pikken. Verzekeringsmaatschappijen die je korting geven als je een bewegingstracker installeert. Of je een Flitsmeister-tarief rekenen als je de maximum snelheid niet overschrijdt. In China en Maleisië wordt gezichtsherkenning in beveiligingscamera’s ingezet om de burger op straat gehoorzamer te maken. Opsporing Verzocht, maar dan de AI-versie waar geen kijker meer aan te pas hoeft te komen. Zolang het maar uitgezonden wordt, vindt de brave burger het vast prachtig.
Internet is wat dat betreft een Trojaans Paard gebleken. We haalden het enthousiast in huis maar ondertussen is het een soort digitale cipier aan het worden die je permanent in de gaten houdt. Waar je bent, met wie, wat je zegt, wat je wil weten, etcetera. “De gedachten zijn vrij” luidt
het oude Duitse protestlied
maar je kunt je afvragen of dat nog klopt, als er zoveel over je bekend is.
Een andere belofte van internet en de daarvan afgeleide ‘Nieuwe Economie’ was dat alles gratis zou worden en iedereen rijk. Ik kan me nog herinneren dat mensen tijdens de
dot-com boom
bereid waren als levend reclamebord te fungeren om zo in aanmerking te komen voor gratis spullen. Dat werd bespottelijk gevonden maar inmiddels zie je op Instagram en dergelijke ‘sociale’ media wel particulieren voortdurend allerlei spullen aanprijzen. Ze hebben een eigen variant op het tel sell tv-kanaal geopend. Ik zie zelfs vrienden advertenties kopen op instagram om hun naamsbekendheid of aantal volgers te vergroten. De ‘influencer’ als nieuw levensdoel.
Wat in ieder geval wel een stuk goedkoper is geworden door internet is arbeid. Zeker in de media. Een tarief van 13 cent per woord, bruto,
het komt voor
. En nog minder. Dan ga je vanzelf persberichten
copy-pasten
. Maar ook op andere terreinen zie je dat arbeid steeds minder loont. Uber-chauffeurs verdienen een hongerloon. In andere sectoren overheersen de nul-uren contracten. Onder het mom van vrijheid is de dagloner weer terug van weggeweest. Vrijheid? De economische ongelijkheid neemt harder toe dan ooit tevoren, aangejaagd door internet en de globalisering die het mogelijk maakte.
Natuurlijk is internet een prachtig wereldwonder en ik zou niet zonder willen, daar heb ik de zegeningen voldoende voor bezongen, maar na een kwart eeuw blijkt het nieuwe werelddeel in razend tempo gekoloniseerd door Facebook, Google, Apple en andere plutocraten. Misschien dat er uiteindelijk nog eens een opstand tegen hen komt, een Digitale Lente, ook al vraag ik me af of die dan via internet georganiseerd gaat worden. Misschien morgen maar eens een verjaardagskalender ophangen.