Twee personen, waarvan één een regenboogvlag vasthoudt, staan te zoenen op Pride
© NIM - Unsplash
Nederlanders denken de afgelopen 15 jaar steeds positiever over de LHBTQIA+-gemeenschap. Toch blijft de acceptatie achter, zien onderzoekers. Hoe is het ermee gesteld?
‘Ik denk er positief over, maar als het te dichtbij komt of zichtbaar wordt, vind ik het een ander verhaal.’ Zo wordt er vaak gereageerd als er een mening wordt gevraagd over LHBTQIA+-personen, vertelt Laura Griffin in Vroeg!. Ze werkt als medewerker LHBTQIA+-emancipatie bij het landelijke kennisinstituut Movisie.
Nederlanders denken, vergeleken met inwoners van andere Europese landen, de afgelopen vijftien jaar steeds positiever over LHBTQIA+-personen, blijkt uit onderzoek van Movisie en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).
‘Nu vlakt het echter een beetje af’, vertelt Griffin. Er is namelijk sprake van begrensde acceptatie en schijntolerantie. Hoe mensen denken over LHBTQIA+-personen is niet altijd hetzelfde als hoe zij zich daadwerkelijk gedragen tegenover hen, aldus het SCP. Zo worden twee zoenende mannen in het openbaar of een eigen kind dat onderdeel is van de LHBTQIA+-gemeenschap minder geaccepteerd.
Veel homo's durven niet hand in hand over straat. Daarom daagt Jurre Geluk in Spuiten & Slikken mannen uit om de 'hand in hand challenge' te doen:
‘Onder jongeren ligt de acceptatie van homoseksualiteit lager dan onder volwassenen’, aldus Movisie. Ze lijken daarnaast conservatiever te denken over de LHBTQIA+-gemeenschap, vertelt Hinke van Abbema, van stichting LCCPlus, in Vroeg!. Op de vraag 'hoe ziet de ideale wereld eruit?' antwoordde een leerling op een middelbare school: 'Dat er geen homo’s meer zijn.' ‘Dan is een heel groot deel van de klas het daar gewoon inhoudelijk mee eens. Dat zijn wel schokkende verhalen.’
Verder worden transgender personen over het algemeen minder geaccepteerd dan homoseksuele of biseksuele personen. Ook wordt hun bestaansrecht door sommige Nederlanders in twijfel getrokken. ‘Dat heeft te maken met algemene acceptatie van genderdiversiteit; mensen vinden het ongemakkelijk als ze mensen niet in het hokje man of vrouw kunnen plaatsen’, vertelde een woordvoerder van Transgender Netwerk Nederland (TNN) eerder aan BNNVARA. ‘Dat de samenleving genderdivers is zou niet ter discussie moeten staan.’
Doordat mensen een gebrek aan kennis hebben, door de verspreiding van desinformatie of doordat ze niemand kennen die openlijk tot de LHBTQIA+-gemeenschap behoort, ontstaan vooroordelen, vertelt Griffin. Verder worden er spookbeelden verspreid over transgender personen, onder andere in een ‘nodeloos kwetsend’ reclamespotje van Gendertwijfel, aldus TNN. Zij riepen de Tweede Kamer namelijk op om de nieuwe transgenderwet tegen te houden, met teksten als 'Geslacht is toch geen keuze?'. ‘Ik denk dat de angst voor het onbekende hier best wel een rol in speelt’, zegt Griffin.
Dat bevestigde Chris Rijksen van de Transketeers eerder al in Vroeg!. ‘Misschien ben je bang voor iets anders en komt dat er nu uit als een soort onbegrip, haat of discriminatie, maar zit er eigenlijk iets anders onder. Dat is vaak gewoon angst; angst voor het onbekende’, concludeert hij. ‘Je hoeft iets natuurlijk niet honderd procent te begrijpen om alsnog de mensen die erdoorheen gaan wel te respecteren.’
Mensen die weinig in aanraking komen met LHBTQIA+’ers of spreken van 'regenboogdwang' en 'LHBT-propaganda wordt door je strot geduwd', hebben het gevoel dat hun ruimte wordt ingeperkt. Dat is niet zo: er worden alleen meerdere kanten belicht. ‘Het is lastig om een rationeel gesprek te voeren als er angst onder zit’, aldus Griffin. ‘Zolang er op een openbare, systematische manier negatief wordt gedaan en er onveilige situaties worden gecreëerd voor deze groep, is die aandacht nog wel nodig.’
Persoonlijke verhalen zijn, volgens Van Abbema, de oplossing om het negatief denken over de LHBTQIA+-gemeenschap te verminderen. Vraag hoe iemand in elkaar zit, hoe diegene het zijn van een LHBTQIA+-persoon ervaart en welke struggles dit met zich meebrengt. ‘Dat is niet bedreigend, want dat gaat diegene aan. Het zorgt ervoor dat je meer empathie krijgt voor de groep als geheel.’
‘Vanuit mijn eigen LHBTI-hart zou ik zeggen: “Nu accepteren. Klaar. Punt. Ik wil gewoon niet meer dat hier negatief over wordt gepraat”’, vervolgt ze. ‘Maar als je dat te hard gaat roepen, stuit je mensen ook tegen de borst.’ Ondanks die gedachte sluit ze hoopvol af. ‘Het is altijd logisch om te streven naar 100% acceptatie. Ongeacht of dat haalbaar is of niet.’
Thema's:
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!