© Kindel Media - Pexels
Na het rapport van de commissie-Joustra in 2021 komen steeds vaker onthullingen van de grove fouten rondom internationale adoptie aan het licht. Wat is er misgegaan in internationale adoptieprocedures?
Mirjam Hunze werd in 1972 illegaal geadopteerd vanuit Chili door een Nederlandse familie. Ze vond haar biologische familie via de Nederlandse non Truus Kuijpers. Twintig jaar later bleek na DNA-onderzoek dat deze familieleden helemaal niet haar bloedverwanten waren. Daarom stuurde ze een e-mail naar Trouw-journalist Petra Vissers, die eerder onderzoek deed naar binnenlandse adoptie, om hulp te vragen bij het vinden van antwoorden en haar biologische familie. Zij maakte hier de podcast De gestolen kinderen over, waarin zij onderzoek doet naar de schimmige adoptieverhalen van kinderen uit Chili.
Hunze wilde op haar dertiende, nadat haar adoptievader was overleden, meer weten over waar zij vandaan kwam. Ze schreef een brief met vragen aan contactpersoon Gertie Vogel – Hunze’s ‘Chileense oma’ – in Chili. ‘Hou op met vragen of wil je dat ik in de gevangenis kom?’, kreeg zij als antwoord terug. Vogel verbrak het contact met Hunze, maar schreef nog wel verontwaardigd naar haar adoptiemoeder. ‘Houd het kind in toom. Ze heeft een christelijke opvoeding. Ze moet dankbaar zijn’, schreef zij. Geadopteerde kinderen krijgen vaker te horen dat zij dankbaar moeten zijn. Maar, zegt Hunze, 'je hebt het recht om te weten waar je vandaan komt; wat je identiteit is. Ik heb krassen op mijn ziel door de fouten van anderen.’
Ook de ouders die een kinderwens hadden zijn nu de dupe van deze onthullingen, zegt Vissers. ‘Die werden verteld dat ze kinderen redden en helpen. Zij worden nu ook geconfronteerd met een andere werkelijkheid.' Samen met een collega is Vissers ook naar Santiago in Chili afgereisd om onderzoek te doen. Het tehuis staat er nog steeds en draagt dezelfde naam: Las Palmas. ‘Je voelde dat die hele wijk is getekend door deze geschiedenis. Hoezeer in die wijk nog leeft dat dat tehuis daar zat en kinderen zijn verdwenen’, aldus Vissers.
Tijdens het onderzoek van Vissers valt Hunze van de ene verbazing in de andere. ‘Het lijkt wel alsof ik in een slechte film terecht ben gekomen’, zegt Hunze. Toen Hunze als kind geadopteerd werd, reisde zij met papieren waarop haar Nederlandse naam al was gezet, een andere geboortedatum stond en stempels ontbraken. ‘Dat klopt gewoon niet. Hoe is dat mogelijk?’, vragen Hunze en Vissers zich af. De overheid zegt dat ze van niets wist, maar de commissie-Joustra stelt dat de Nederlandse overheid wel degelijk had moeten en kunnen weten dat er schimmige praktijken plaatsvonden in internationale adoptieprocedures. Vissers zegt dat de overheid stelt dat zij ‘alleen moesten kijken of de rechter die een stempel zette in de paspoorten van kinderen bevoegd was en werkzaam was in het land. Daarbij stelt de overheid geen opsporingsinstantie te zijn en dus niet kon achterhalen of moeders hun kind wel wilden afstaan.’ Dit soort praktijken zijn niet alleen in Chili gebeurd; ook in onder andere Sri Lanka, Indonesië, Bangladesh, Cambodja en Brazilië ging het vaak mis, volgens een onderzoek dat Zembla deed.
Het tehuis waar Hunze was ondergebracht fungeerde ook als een soort kinderopvang. Vissers: ‘Moeders brachten daar ook bijvoorbeeld hun kind of kinderen naartoe als zij moesten werken en kwamen dan aan het einde van de week terug om hun kind(eren) op te halen. Daarvoor moesten ze ook geld inleggen, ongeveer vijf gulden. Maar wat dus gebeurde was dat het kind op een dag weg was. In de podcast is het verhaal van een van die kinderen, zijn moeder en zijn zus te horen. Hij was de jongste van zes kinderen en zijn moeder bracht hem naar Las Palmas. Toen ze hem weer op wilde halen werd haar ‘gewoon’ verteld dat hij te slim was voor Chili en naar Nederland was gestuurd voor een opleiding.’ Vrouwen, en vooral inheemse vrouwen, hadden in die tijd nauwelijks of geen rechten. Hun verhaal werd niet geloofd of gehoord door de autoriteiten. ‘Een oudere broer en de man van deze moeder zijn het tehuis met geweld binnengegaan voor antwoorden, maar zij zijn opgepakt’, vertelt Vissers.
Veel adoptiedossiers zijn spoorloos. Ze zijn verloren of expres vernietigd. ‘Dat mocht toentertijd van de wet. Nu is dat anders. Daarbij bleven al die particuliere organisaties onder de radar en lagen er bijvoorbeeld veel dossiers op iemands zolder. Die zijn nu ook allemaal weg’, zegt Vissers. Nederland is normaliter heel goed in het registeren van (persoons)gegevens, maar bij adopties is dat niet het geval. ‘Ik ken een verhaal dat iemand diens adoptiedossier heeft gevonden in het Natuurhistorisch Museum’, vertelt Vissers. Hunze: ‘Wat ik heel bijzonder vind is dat je bijna zelf als een crimineel moet gaan denken om de weg terug te achterhalen. En als je dan de theorie en materie hebt eigengemaakt, met de nodige emoties en commoties, dan loop je aan tegen verjaring of regels die zijn gesteld.’ En dat maakt het zoeken ingewikkeld. Ook de instanties zijn niet zo welwillend. De Kinderbescherming wilde het dossier van Hunze pas vrijgeven toen een journalist zich ermee ging bemoeien. Sommige dossiers klopten wel, daar stonden bijvoorbeeld wel de handtekeningen van moeders in. Maar, zegt Visser, nu blijkt dat sommige moeders analfabeet waren en dus helemaal niet konden lezen wat zij ondertekenden.
Geadopteerde mensen kunnen hun volledige dossier soms niet inzien zonder toestemming van hun adoptieouders. Sam van den Haak, auteur van het boek Niet geboren op mijn verjaardag, kan door deze regel niet bij haar eigen gegevens. ‘Het is sowieso al vervelend dat je niet weet waar je moet zoeken’, vertelt ze in De Nieuws BV. ‘En dan is er ene plek waar je kan beginnen met zoeken en dan mag je je eigen dossier niet inzien.’
Na meer dan twaalf weken te hebben gewacht op goedkeuring van het Fiom, het expertisecentrum op het gebied van ongewenste zwangerschap, verwantschapsvragen en adoptie, kreeg ze uiteindelijk een dossier van slechts zeventien pagina’s in de brievenbus. ‘Er ontbrak heel veel.’ Zo bevatte haar dossier geen toestemmingsformulier, waarin haar biologische moeder afstand van haar doet.
Ook het screeningsrapport, waarin staat of Jeugbescherming haar adoptieouders geschikt vindt, ontbrak. ‘Ik wil gewoon mijn complete plaatje, weten wat er precies gebeurd is.’ Van den Haak kwam als adoptiekind in een gezin terecht, dat twee biologische kinderen met een ernstig meervoudig beperking had. Daarnaast werd ze jarenlang misbruikt door haar adoptievader. ‘Hoe kan het zo zijn dat mensen bepaald hebben dat dat een plek was om nog een adoptiekind te plaatsen?’
‘Ik wil mijn eigen stukken kunnen inzien, zonder dat mijn adoptieouders hier iets te bepalen hebben over mij’, vervolgt ze. ‘Dat hebben zij al lang genoeg gedaan. Ik ben ook naar Nederland gehaald, zonder dat ik daar enige toestemming voor heb gegeven.’ Ze vindt daarom dat adoptieouders per definitie toestemming moeten geven voor alle documenten van hun adoptiekind. Samen met zeven andere geadopteerde mensen uit Sri Lanka stelt zij de Nederlandse Staat nu aansprakelijk voor misstanden bij hun adoptie.
In het zoeken naar haar papieren kwam Hunze ook brievencorrespondentie tegen tussen haar adoptieouders en Vogel. Vissers: ‘Wat mij allereerst opviel was hoe achteloos er om gegaan werd met Mirjam. Er is een brief waarin zij wordt aangeboden aan een andere familie. Die familie heeft de brief doorgestuurd, omdat zij net een ander kindje hadden geadopteerd.’ Ook ging er veel geld om in de particuliere adoptieorganisatie. Vissers: ‘De organisatie was een stichting, met een bestuur, waar via kerken, inzamelingsacties en mensen die wilden adopteren heel veel geld binnenkwam.’ In haar zoektocht naar antwoorden vond Hunze ook bedragen in brieven en bonnetjes met daarop wat en waarvoor betaald is.
De commissie-Joustra heeft vastgesteld dat er sprake is van een verdienmodel in illegale (internationale) adoptie. Vissers: ‘De commissie stelt dat als er vraag is, er ergens aanbod komt. En door verschillen in macht worden mensen in kwetsbare posities altijd de dupe van mensen die meer geld en macht hebben.’ René Hoksbergen, emeritus hoogleraar Adoptie, zei eerder in het dossier Adoptiebedrog: ‘De groep wensouders was groot en had een hele sterke lobby. Het belang van het kind stond niet centraal; het belang van de wensouders en de kinderen hiernaartoe halen, dat stond centraal.’
‘Het is juist nu de tijd om de deksel van de beerput te trekken. De onderste steen moet bovenkomen’, stelt Hunze. Er is ook een groep die tevreden is en er vrede mee heeft, maar de groep die dat niet is moet antwoorden krijgen. Hunze heeft de stichting Geadopteerden Chile Nederland opgericht om met lotgenoten in contact te komen en te helpen. Er zijn nu adoptieverdragen en er is het Kinderrechtenverdrag (1989), maar een wereldwijde organisatie is er niet.
Na de snoeiharde kritiek van de commissie-Joustra schortte Nederland de internationale adoptie op, maar deze is vorig jaar weer opgestart. Er is nu één bemiddelingsorganisatie, en Nederland trekt de controle meer naar zich toe, maar die is niet wereldwijd. Vissers: ‘Demissionair minister Rechtsbescherming Frank Weerwind stelt dat er nu voldoende waarborg is om fouten te voorkomen. Maar: onderzoekers van de commissie-Joustra hebben daar niet zo veel vertrouwen in.’ Kinderen die nu zoeken hebben daar niet veel aan, vindt Hunze. De overheid zoekt oplossingen in het expertisecentrum INEA – waar mensen terechtkunnen met vragen over identiteit, nazorg, erkenning en adoptievraagstukken – psychosociale hulp en contact met lotgenoten. Hunze en Vissers hopen dat de overheid, instanties en andere individuen die van dit soort illegale adopties afwisten hun verantwoordelijkheid nemen en antwoorden geven.
Thema's:
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!