Een eerlijk gelijkwaardig Nederland. Wij zijn voor. Jij ook?

Hoe konden 1115 kinderen van het toeslagenschandaal uit huis geplaatst worden?

22-10-2021
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
2485 keer bekeken
  •  
Alleen Tegen De Staat

Janet Ramesar

© Alleen tegen de staat

In vijf jaar tijd zijn er meer dan elfhonderd kinderen van gedupeerden in het toeslagenschandaal uit huis geplaatst. Een van die kinderen was de zoon van Janet Ramesar uit Alleen tegen de Staat.


1115 kinderen van gedupeerden van het toeslagenschandaal werden tussen 2015 en 2020 uit huis geplaatst. In totaal zijn zo’n 70.000 kinderen de dupe geworden van het toeslagenschandaal, en een op de drieënzestig moest dit bekopen met een uithuisplaatsing, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek. Het CBS kan niet zeggen hoeveel kinderen tussen 2015 en 2020 in totaal in Nederland uit huis zijn geplaatst, zo laat de instantie weten aan de NOS.

Hoe dat zo kon gebeuren? Gedupeerde Janet Ramesar vertelt haar verhaal over de uithuisplaatsing van haar zoon in de documentaire Alleen tegen de Staat.

‘In 2017 werd ik ontslagen van mijn werk. Ik werkte in de financiële sector. Je hebt de Wet op het financieel toezicht (Wft) die zegt dat als je schulden hebt je chantabel bent; dus dan mag je niet in de financiën werken. En dat klopt niet. Ik was hartstikke goed in mijn werk en ik zou never nooit geld stelen van mijn werk, ook al zou dat in principe wel kunnen. Ik zou het nooit doen. Ik werd ontslagen en vanaf dat moment stortte mijn wereld bijna letterlijk in. Want vanaf dat moment zat ik letterlijk de hele dag thuis. Je hebt geen afleiding meer. In de tussentijd is iedereen – vrienden, vriendinnen, iedereen – weggegaan. Als jij geen drankje kan betalen dan belt op een gegeven moment niemand je meer op. Een keer voor je betalen is leuk, twee keer ook. Maar ze vergeten dat jij dat andersom ook hebt gedaan. Niemand belt je meer. Dus de hele dag lag ik in bed. Ik stond ’s ochtends op, maar als mijn zoon dan op een gegeven moment om acht uur naar school ging, dan ging ik weer slapen. Vervolgens stond ik om drie uur weer op, want dan kwam hij weer thuis.’

‘Ik kon niet naar de dokter, want medicatie kost geld. Ik zat in de schuldhulpverlening en er werd tegen mij gezegd: "Je mag geen nieuwe schulden maken." Dus als ik medicijnen zou halen, dan zou ik nieuwe schulden maken. Ik werd zieker en zieker, ik viel constant flauw. Mijn zoon heeft in die tijd ook echt voor mij moeten zorgen. Want als ik onder de douche stond, viel ik flauw. Ik kon op een gegeven moment niet meer staand douchen. Dus dan ging ik maar een paar dagen niet douchen. Want ja, je wil niet dat je kind je elke keer zo ziet.’

‘Mijn zoon zat op een school, een stukje verder van huis. We moesten met het OV reizen. Maar dat kon ik ook niet betalen. Dus wat deed ik? Zelf niet eten, zodat ik de tram kon betalen, zodat ik voor overblijf kon betalen, zodat ik brood kon betalen. Er werd al gekeken van: hé, hij ontbijt niet, er is iets mis. Je kind moet er ook verzorgd uitzien op school, hij moet kleren aan die passen. Dus ik ging niet eten en van alles verkopen uit mijn huis. Om er maar voor te zorgen dat er niks zou gebeuren.’

‘Ik werd zieker en vroeg om hulp. Die kwam niet. Ik kon het huishouden niet meer doen, ik kon niks doen. Toen heb ik op een gegeven moment de GGD gebeld: “Kunnen jullie me helpen? Ik heb een kind in huis, het lukt me niet. Dit gaat zo niet langer.” Toen zijn ze bij me thuis geweest, en zeiden ze: “Het is allemaal niet zo heel erg.” Ik kwam op een wachtlijst terecht. De maanden verstreken, er gebeurde verder niks. En toen op 5 februari 2019 moest ik op school komen. Er werd tegen mij gezegd: “Je kan niet voor je kind zorgen, hij moet per direct bij zijn vader gaan wonen.” Ik wist niet wat me overkwam. Alles bij elkaar heeft het ook maar twintig of vijfentwintig minuten geduurd, in die tijd moest ik ook afscheid nemen van mijn zoon. Er werd gezegd dat het allemaal tijdelijk was: “Als jij je zaakjes op orde hebt, financieel gezien, komt hij weer terug.” Een week later was ik jarig en zouden we samen naar de bioscoop gaan, naar Aquaman, want ik had geld gespaard om naar die film te gaan. Een dag voor mijn verjaardag werd ik gebeld door Veilig Thuis, die zeiden: “We vinden het beter als jullie elkaar voorlopig even niet zien, want hij moet wennen aan de situatie bij zijn vader nu.” Ik dacht: wat is dit nou? Dit is niet de afspraak. Een maand later - het was de dag van de schietpartij in de tram in Utrecht - belde ik mijn zoon op. Ik zei tegen hem: “Je moet voorzichtig doen in het openbaar vervoer.” Ik werd verdrietig, want je wil je kind altijd beschermen maar ik kon niks meer. Toen ’s avonds stond er geen foto meer bij zijn Whatsapp. Ik vroeg me af wat er aan de hand was. Toen bleek dat ze hadden besloten dat ik hem ook niet meer mocht spreken. In de tussentijd was ik bezig met een traject dat Ouderschap Blijft heet, dus ik moest weer in contact komen met zijn vader en alles moest goed gaan en er moest een ouderschapsplan worden gemaakt, alsof ik een hele slechte moeder was.’

‘Ik moest in bewind. Ik kreeg een bewindsvoerder. Die gaf mij niet eens geld om te eten. Ik had niks. Ik moest de reiskosten betalen voor mijn zoon, die niet meer thuis woonde; terwijl ik eigenlijk niet eens geld had om voor hem te zorgen hadden ze gezegd dat ik daarvoor moest zorgen. Als ik geen geld had, dan kon ik hem op een gegeven moment niet eens zien. Op een zeker moment voldeed ik eigenlijk aan alle voorwaarden, maar hij kwam niet terug. Het was zomervakantie, de middelbare school kwam. Maar mijn zoon woonde in een andere stad, hij moest in een andere stad naar de middelbare school. Ik kon niet naar een open dag gaan met hem, iets waar ik onwijs naar had uitgekeken aan het begin van het schooljaar. Niks heb ik mee mogen maken. Ik mocht met geluk naar de musical.’

‘Ze [de Belastingdienst] hebben me gewoon kapotgemaakt. Er is niks meer over van de Janet die ik ooit was, niks meer.’

‘Het is mijn grootste wens dat mijn zoon weer thuis woont. Dat hij het kind kan zijn dat hij zou moeten zijn. Hij was vier toen dit begon, hij is nu bijna vijftien. Hij weet niet eens hoe het is om gewoon echt kind te zijn.’

‘[Ik wil] dat hij niet meer hoeft na te denken. Dat hij niet meer hoeft te bellen om te vragen wat ik heb gegeten, omdat er in hem opkomt: misschien eet mijn moeder niet. Dat hij gewoon het kind kan zijn dat hij wil zijn. En straks de volwassene kan zijn die hij wil zijn.’

Door Carolien Ronde
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.