Ik roep altijd dat Nederland
schijntolerant
is. Dat het écht niet zo goed gesteld is als men beweert. Door onderzoeken wordt er altijd mooi weer gespeeld over hoe accepterend de samenleving is, terwijl de werkelijkheid iets anders laat zien. Mensen accepteren het wel maar willen het niet in het straatbeeld tegenkomen. In hoeverre kunnen we dit dan als acceptatie en tolerantie zien?
Eigenlijk wordt het antwoord pijnlijk duidelijk
in een video
van BNNVARA uit 2017, waarin twee jongens hand-in-hand lopen in Utrecht. Ze worden nagekeken en zelfs aangesproken.
Wat minder naar voren komt is dat Nederland uit de top 10 van LHBT-rechten is gevallen, blijkt uit de
Rainbow Europe Index
van de Europese LHBTI-organisartie ILGA. Nederland, dat ene kleine landje waar het eerste ‘homohuwelijk’ ter wereld plaatsvond. Een land dat ergens groot in was maar daarin steeds kleiner wordt.
Pride
Ik krijg weleens de vraag: 'Werkt de Pride niet averechts? Met al die halfnaakte mannen met stringetjes op een boot?' Dat is inderdaad een beeld dat geschetst wordt. Maar de Pride is méér dan dat, een week vol voorstellingen en culturele exposities. De Pride is nodig om de zichtbaarheid van LHBTI'ers te vergroten. Het is niet 'door je strot duwen', het is laten zien dat we er zijn. Dat acceptatie, tolerantie en LHTBI-rechten niet vanzelfsprekend. LHBTI'ers hebben meer psychische klachten, depressies en hebben meer zelfmoordgedachten- en pogingen dan heteroseksuelen (
lees meer
). Dat alleen al is voldoende reden om 'ons gezicht' te laten zien, al dan niet tijdens de Pride-week.
Liefde
Ik geloof niet dat 100% acceptatie en tolerantie tegenover LHBTI'ers reëel is in onze diverse samenleving. Dat is een idealistisch gedachtegoed waarvan ik denk dat het niet haalbaar is. Maar ik geloof wel in liefde en in jezelf kunnen zijn. Leven en laten leven, zonder continu achterom te hoeven kijken. En als we dat genoeg tegen onszelf en tegen anderen blijven zeggen, dan zal liefde uiteindelijk - ooit - de boventoon voeren.