Anders hadden hun leiders wel vóór de motie over de anti-homowet in Hongarije gestemd
Wie een klein beetje politiek inzicht had, wist het al lang: PVV, JA21 en FvD moeten weinig van de LHBTI+-gemeenschap hebben behalve als leden daarvan te gebruiken zijn als nuttige idioten tegen de moslims. In de Tweede Kamer hebben zij daarvan weer eens het bewijs van geleverd. Ze stemden tegen een motie over nieuwe Hongaarse wet die elke uiting met betrekking tot LHBTI+-zaken verbiedt als er kans is dat die onder ogen komt van minderjarigen. De motie is overigens met 122 stemmen vóór en 28 stemmen tegen aangenomen. Ook Van Haga was vóór. DENK behoorde tot de indieners. Premier Rutte verklaarde dat het ontbreken van een Oranjetelg op de tribune te Boedapest met een en ander niets te maken heeft.
De tekst van de aangenomen motie luidt aldus:
"De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende dat LHBTI+-rechten mensenrechten zijn; overwegende dat de wet die het Hongaarse parlement op maandag 14 juni jongstleden heeft aangenomen de rechten van LHBTI+’ers, en daarmee mensenrechten, schendt; overwegende dat deze wet de rechtsstaat schendt en ingaat tegen de waarden van de Europese Unie; constaterende dat het Europees parlement op 3 maart 2021 de EU heeft aangeduid als LHBTI+-vrijheidszone; spreekt zich uit tegen de afbraak van de democratische rechtsstaat en de schending van de fundamentele rechten van de mens in Hongarije, en verzoekt het kabinet deze schending mede te veroordelen; en gaat over tot de orde van de dag."
Deze formulering wijzen de partijleiders Geert Wilders, Thierry Baudet, Joost Eerdmans en Kees van der Staaij af. Dat de leider van de SGP er zo in staat, is niet verwonderlijk. Hij voert een fundamentalistisch christelijke partij aan die homoseksualiteit al meer dan een eeuw afwijst.
De overige drie echter proberen het publiek wijs te maken dat zij juist voor absolute keuzevrijheid van de burgers zijn. Zodra ze zich echter kunnen uitspreken tegen het gedrag van een EU-partner dat met die keuzevrijheid voor burgers de spot drijft, geven ze niet thuis. De LHBTI+-gemeenschap heeft van de uiterste rechterflank in de Nederlandse politiek niets te verwachten. Om het grof en ouderwets te zeggen: men vindt daar anti-homopartijen. Tegelijkertijd blijkt in die kringen de liefde en bewondering voor Viktor Orban groot. Men staat te klappen en te juichen terwijl deze leider de media en de rechterlijke macht onder zijn gezag brengt terwijl wijzigingen in het kiesstelsel zijn Fidesz-partij automatisch op voorsprong zetten. Ondertussen geeft hij allerlei vriendjes de kans zich te verrijken. Als dan de LHBTI+-gemeenschap tussen de wielen van deze politieke machine terecht komt, hebben zijn Nederlandse bewonderaars daar geen aandacht voor. Zelfs geen sympathie. Dat brengt het stemgedrag van hun voorlieden in de Tweede Kamer glashelder tot uiting.
En ook hoe Nederland zal worden als het ooit zijn ziel mocht verkopen aan deze kwaadaardige politieke ondernemers.
Voor het overige ben ik van mening dat het toeslagenschandaal niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen en de affaire rond het Groninger aardgas evenmin.