Er wordt vaak gesproken over de kloof tussen het platteland en de stad, maar bestaat deze eigenlijk wel?
Nee, is het korte antwoord van Koen Salemink, universitair docent culturele geografie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Sterker nog: stad en platteland hebben, volgens hem, zelfs nog nooit zo veel op elkaar geleken.
‘Als je ziet hoe snel en makkelijk de verbindingen zijn tussen stad en platteland en hoe divers de steden en het platteland zijn’, dan is er volgens Salemink geen kloof tussen beide. ‘Gekscherend kun je zeggen: we bingewatchen allemaal dezelfde streamingdiensten. We hebben allemaal een smartphone is onze zak; daarmee hebben we de wereld onder een knop zitten. We gaan allemaal op vakantie en doen dat ongeveer hetzelfde. En daarbij: mensen die op het platteland wonen maken veel gebruik van voorzieningen in de stad. Daarin komen we elkaar tegen.’ De tegenstelling is te scherp. Er zijn namelijk heel veel overeenkomsten tussen beide, misschien wel meer dan verschillen. De gebieden – en de mensen die er wonen – worden vaak te veel gegeneraliseerd, denkt Salemink: ‘Dan representeer je de verschillen in Nederland niet goed en doe je ook geen recht aan hoe die gebieden er echt uitzien en de mensen die er wonen.’
Er is een klein deel van de bewoners op het platteland die het gevoel heeft aan de andere kant van een kloof te leven, legt Salemink uit. ‘Er zijn mensen die zich in hun identiteit en gevoel nadrukkelijk “plattelander” voelen. In die definitie van "wie zij zijn" zit ook wel het afzetten tegen de stad.’
'Er is geen sprake van een kloof tussen stad en platteland', volgens Salemink, 'maar een gevoelde kloof tussen mensen die grip hebben op hun leven – of in ieder geval dat idee hebben – en mensen die langzaamaan de grip daarop verliezen en denken: kan ik nog wel mee in die veranderende tijd? En de grote veranderingen die gaan komen? Wat is mijn plek daarin? Kan ik mij daar wel in redden? Maar die kloof loopt dwars door steden en dorpen heen. Het is niet zo zwart-wit dat de stad alles heeft en het platteland steeds tekortkomt.’
Een van de mensen die sprak over een toenemende kloof tussen stad en platteland was Johan Remkes, tijdens de presentatie van zijn stikstofrapport. ‘Hij heeft veel gesproken met boeren en belanghebbenden in de agrarische sector; daar zit wel degelijk een enorme frustratie en het gevoel dat er niet naar hen geluisterd wordt – los van of dat überhaupt zo is. (…) daarmee maak je, volgens mij, het platteland gelijk aan het boerenbelang. En dat is niet zo.’ Beide plekken, de stad en het platteland, worden homogeen gemaakt. ‘En dat klopt niet.’
Het gevoel dat er een kloof is, wordt door veel mensen wel heel duidelijk beleefd - een verschijnsel dat Salemink schaart onder de zogenaamde Thomas-theorema. 'Dat betekent zoveel als: zodra je denkt dat iets bestaat, ga je ernaar leven. Er zijn mensen die er heilig van overtuigd lijken dat die kloof er is; die gaan dat zien en daar onder hangen. Terwijl als je dat uit elkaar neemt, dan zie je al snel dat de kloof niet veel meer is dan een gevoel van afstand tussen stedelijke gebieden - of de randstad - en de rest van Nederland. Een kloof suggereert voor mij dat er iets (bijna) onoverbrugbaars is, waarbij de ene partij aan de goede en de andere aan de verkeerde kant zit – en dat zie ik gewoon niet.'
Dat gevoel is natuurlijk niet van de ene op de andere dag ontstaan. 'Er zijn regio's in Nederland die altijd al het gevoel hebben gehad dat Den Haag over hen regeert en niet met hen spreekt: delen in Groningen, Friesland en Limburg en Brabant. Daar heeft men het gevoel niet mee te tellen of een stem te hebben.' De afgelopen tientallen jaren werden deze regio's vaak ingezet voor 'functies die meer ruimte vroegen', zoals een militaire basis of een groot asielzoekerscentrum. 'Vervolgens zijn er in de slipstream van een overheid die zich wat terugtrekt – een neoliberaler beleid waarin mensen zichzelf moeten redden en de overheid alleen wordt ingezet waar zij denkt dat het echt nodig is – keuzes gemaakt die ten nadele uitvallen voor het platteland. Dat is blijkbaar voldoende om te zeggen dat er een enorme kloof is.'
Die kloof - die volgens Salemink dus helemaal niet bestaat - komt sommige politici maar al te goed uit. Denk bijvoorbeeld aan de BBB (de BoerBurgerBeweging). 'Zodra het genoemd werd dachten zij: daar kunnen wij een slaatje uit slaan; dan kunnen wij duidelijk maken dat ons verhaal voor het platteland het betere verhaal is.' En niet alleen de BBB komt het goed uit: 'Er zijn ook wel wat regio's en provincies die er gebruik van maken (...) om gehoord te worden en aandacht te krijgen voor problematiek waar zij ondersteuning voor willen hebben.'
Vaak klinkt er – tot ergernis van Salemink - kritiek op 'de mensen in Den Haag'. Een oneerlijk beeld, vindt hij: ‘Den Haag is óók het Laakkwartier en het is niet zo dat mensen daar aan de knoppen draaien. Daar zie je binnen de stad juist ook hele scherpe grenzen tussen mensen die invloed hebben op wat er gebeurt en zij die dat niet hebben.’
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!