Medicijnen die verstrekt worden aan kinderen met genderdysforie hebben mogelijk effect op de ontwikkeling van de hersenen. Maar onderzoek daarnaar, dat zeventien jaar geleden werd aangekondigd door artsen van de genderkliniek van het VUMC (nu Amsterdam UMC), is nauwelijks uitgevoerd. Dat zegt neurowetenschapper Sarah Burke, die destijds in het VUMC bij research naar de hersenen van transgender jongeren betrokken was.
Hoewel de Amsterdamse genderdeskundigen wisten dat puberteitsremmers de ontwikkeling van het brein zouden kunnen schaden, ging de verstrekking ervan gewoon door. Inmiddels zijn er meer dan duizend jongeren mee behandeld. Burke: “Het is belangrijk om hier meer duidelijkheid over te geven aan ouders en de jongeren zelf, zodat ze een afweging te kunnen maken of ze willen starten met de behandeling of niet.”