'Zorg loverboy-meisjes vooral taak gemeente'
08-12-2014
• leestijd 1 minuten
Gemeenten moeten een grotere rol krijgen bij de zorg voor slachtoffers van loverboys. Er moet een integrale aanpak komen, gericht op preventie en opvang van de meisjes en jonge vrouwen. Gemeenten krijgen vanaf 1 januari diverse taken bij de uitvoering van jeugdzorg.
Een actieplan van een commissie onder leiding van oud-Kamerlid Naïma Azough wordt maandag aangeboden aan staatssecretaris Martin van Rijn (Volksgezondheid).
De commissie adviseert Jeugdzorg 'de opvang en behandeling bij voorkeur te laten plaatsvinden binnen groepen waar meisjes met vergelijkbare problematiek zijn geplaatst. De commissie is van mening dat plaatsing in homogene groepen in principe de beste condities biedt voor de veiligheid en behandeling. Opvang en behandeling binnen het generieke jeugdzorgaanbod is alleen aangewezen indien er specifieke indicaties zijn waardoor plaatsing in meisjesspecifieke groepen met een specialistische benadering niet in aanmerking komt of zelfs af te raden valt.'
Een loverboy begint een relatie met een meisje, meestal met als doel haar tot prostitutie te dwingen. Jeugdzorgorganisaties zijn al bezig de hulp te intensiveren en de registratie van slachtoffers te verbeteren.
Het aantal geregistreerde jonge slachtoffers van loverboys en mensenhandel neemt al jaren toe. In 2009 waren er volgens de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen 63 minderjarige slachtoffers van mensenhandel, vorig jaar waren dat er 165, voornamelijk meisjes.