Wetenschappers doen opnieuw een oproep tot grootschalig epidemiologisch onderzoek naar het verband tussen zieke bemanningsleden en de luchtkwaliteit aan boord van vliegtuigen. Volgens neuroloog Gerard Hageman is het zeer aannemelijk dat langdurige blootstelling aan gifstoffen in cockpit en cabine kan leiden tot ernstige gezondheidsschade. Er is echter nooit een causaal verband aangetoond. Minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat zegt vervolgonderzoek te steunen.
In een recent gepubliceerd hoofdstuk in het wetenschappelijk tijdschrift Advances in Neurotoxicology zetten vier auteurs, waaronder Hageman, de wetenschappelijke inzichten over het zogeheten aerotoxic syndrome op een rij. Al vele jaren proberen onderzoekers van over de hele wereld te verklaren waarom een kleine minderheid van het vliegend personeel ernstige neurologische en cognitieve klachten ontwikkelt. Er zijn serieuze aanwijzingen dat dit te maken heeft met de slechte luchtkwaliteit aan boord van vliegtuigen, maar hard bewijs is er niet. Het is dus ook (nog) geen erkende beroepsziekte.
Veel vliegtuigmotoren hebben last van olielekkage. Daardoor komen lage concentraties giftige stoffen in de cockpit en cabine terecht. Er vinden ook zogeheten fume events plaats, dan is het lek groter en staat het vliegtuig plotseling blauw van de rook. In zo’n geval komt het voor dat de piloot het toestel zo snel mogelijk aan de grond moet zetten omdat passagiers en bemanningsleden onwel worden.
De meeste passagiers die onwel worden na zo’n fume event knappen weer snel op. Maar onder bemanningsleden blijken de klachten soms hardnekkiger en een deel van hen moet zelfs worden opgenomen in het ziekenhuis. Een verklaring daarvoor zou kunnen zijn dat piloten en cabinepersoneel ook tijdens ‘normale’ vluchten worden blootgesteld aan lage concentraties gifstoffen, zoals organofosfaten. Dat zou kunnen leiden tot een overgevoeligheid.
Zembla heeft meerdere uitzendingen gemaakt over de mysterieuze pilotenziekte. In de uitzending ‘Gif in de cockpit (2017)’ lieten we zien hoe wetenschappers die onderzoek doen naar de ziekte, worden tegengewerkt door de luchtvaartindustrie. We spraken met tientallen piloten, stewards en stewardessen met ernstige gezondheidsklachten. Een deel van hen is zelfs arbeidsongeschikt geraakt. Zo ook stewardess Evelyn van den Heuvel. Zij spande een rechtszaak aan omdat ze geen arbeidsongeschiktheidsuitkering kreeg.
Het ziektebeeld verschilt van persoon tot persoon. Hageman: “Sommige patiënten hebben meer longklachten of hartritmestoornissen, andere meer neurologische klachten.” In de recent gepubliceerde studie noemen de auteurs ook nog andere mogelijke verklaringen, zoals slaapgebrek, de onregelmatige diensten, jetlag en werken op de grote hoogte.
Maar waarom krijgt de één wel klachten en de ander niet? Het zou mogelijk te maken kunnen hebben met een bepaalde genetische gevoeligheid. Daar zijn aanwijzingen voor. De vier auteurs hameren dan ook op extra onderzoek: betere detectieapparatuur aan boord van vliegtuigen en grootschalig epidemiologisch onderzoek.
Voor monitoring van gifstoffen en uitgebreid onderzoek onder zieke en gezonde bemanningsleden is de medewerking van luchtvaartmaatschappijen nodig. En die staan niet te trappelen, lieten we in deze uitzending zien. Sterker nog: een zieke KLM-piloot werd gedwongen om weer te gaan vliegen. Toen hij uiteindelijk vertrok, moest hij een zwijgcontract ondertekenen.
Fabrikanten en luchtvaartmaatschappijen hebben het aerotoxisch syndroom jarenlang ontkend of gebagatelliseerd. Ze benadrukken dat niet vaststaat dat bemanningsleden daadwerkelijk ziek worden door het vliegen. Volgens neuroloog Hageman is het bij dergelijke aandoeningen altijd lastig om een verband tussen klachten en blootstelling aan bepaalde giftige stoffen aan te tonen. Zo heeft het ook jaren geduurd voordat de zogeheten schildersziekte officieel erkend werd als beroepsziekte.
In 2015 stelde toenmalig staatssecretaris Wilma Mansveld de Nationale Adviesgroep Cabinelucht (NAC) in. Deze adviesgroep moet het ministerie informeren en adviseren in dit dossier. In de NAC zitten naast wetenschappers ook vertegenwoordigers van de luchtvaartindustrie. Er is echter al jaren kritiek op de kwaliteit en de frequentie van de NAC-rapportages, recent nog belicht in een uitzending van Pointer van KRO-NCRV.
In de laatste rapportage van de NAC (uit 2021) staat: “De oorzaak van de klachten is nog niet duidelijk. Een mogelijkheid is dat het om een kleine groep mensen gaat die door een erfelijke aanleg gevoeliger is voor gezondheidseffecten van bepaalde stoffen.”
Als Zembla vraagt of de NAC van mening is dat nieuw, grootschalig epidemiologisch onderzoek nodig is, luidt de reactie: “Dat is een vraag die aan de leden voorgelegd kan worden.” De NAC laat verder weten dat er binnen de adviesgroep gesproken is over de wenselijkheid van detectieapparatuur aan boord van vliegtuigen, “maar dat heeft tot op heden nog niet geleid tot een advies.”
De woordvoerder van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat laat desgevraagd weten: “De minister zal een dergelijk advies zeer serieus wegen gelet op het belang van de veiligheid.” Ook zal vervolgonderzoek ondersteund worden. “Voor de minister staat veiligheid in de luchtvaart op nummer één."
Volgens het ministerie is het RIVM op dit moment betrokken bij een internationaal onderzoek naar de blootstelling aan chemische stoffen via cabinelucht.
Schrijf je in voor de Zembla-nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze onthullende journalistiek.