Zembla bracht in 2018 naar buiten dat het bedrijf Vink in 2015 vervuilde grond heeft gebruikt voor de bouw van twee nieuwe woonwijken in Barneveld, namelijk Eilanden-Oost en Veller. Het zand was in eerste instantie afgekeurd door bureau Certicon. Daarna is het bij een tweede keuring, onder een ander protocol, alsnog goedgekeurd en gestort.
De bewoners van de nieuwbouwwijken vrezen waardevermindering van hun huizen. Advocaat Olivier van Hardenbroek ondervroeg vandaag namens de bewonersgroep vijf belangrijke spelers in het dossier rond de zandkwestie in Barneveld, onder wie ook Jan Westerink, de auteur van een zogeheten DAT-rapport van de omgevingsdienst dat Zembla via de Wet Openbaarheid van Bestuur in handen kreeg.
Dat rapport toonde allerlei misstanden aan in het bedrijf Vink. Waaronder dat de grond eerst onder het protocol BRL7500 gekeurd is door Certicon en dat toen de grond werd gekwalificeerd als niet geschikt voor hergebruik. De grond kreeg die kwalificatie omdat in een van de twee monsters een hoog gehalte van de chemische en kankerverwekkende stof styreen zat. Teamleider Michelsen van Certicon zei daarover dat het verhoogd gehalte styreen in het monster van Vink te verklaren is doordat het lab een fout zou hebben gemaakt. Iets dat het bedrijf Vink zelf eerder ook al verklaarde.
Lees ook: 'Bestuurders schuiven met verantwoordelijkheid in de zaak Vink'
Grondadviseur Renzo Druijff van Vink heeft daarna gevraagd of Certicon dezelfde partij nog een keer wilde keuren onder een ander protocol, namelijk BRL9335 en dat mag niet bevestigde Westerink vandaag: “Dit had niet op deze wijze mogen gebeuren. Als de grond onder BRL7500 niet toepasbaar blijkt, moet hij of opnieuw worden gereinigd of worden gestort.”
Grondbank 'niet ordentelijk'
Westerink verklaarde vandaag verder dat het hem bij het eerste bezoek aan Vink al opviel dat het terrein van de grondbank “niet erg ordentelijk was ingericht”. Er lagen volgens hem verschillende partijen grond op het terrein. “Hoe ga je die onderscheiden? Ik ben op grondbanken geweest waar de grond netjes in vakken lag met daarbij nummers, zodat alles traceerbaar was. Dat was hier niet het geval. Het scenario waar ik rekening mee hield was dat men zorgde dat de administratie duidelijk was, maar dat niet zeker was of dat klopte met de fysieke werkelijkheid.” Hij vulde daarbij aan dat hij dit niet gecheckt heeft en dat zijn onderzoek zich beperkte tot de administratie van Vink. Westerink zei zijn bevindingen te hebben gedeeld met de omgevingsdienst van de regio Arnhem en hen heeft geadviseerd de betreffende partij grond, vanwege de verschillende gebruikte keuringsprotocollen, nader te bekijken.
Advocaat Olivier van Hardenbroek was tevreden met de tweede reeks getuigenverklaringen. “We hebben vandaag bevestiging gekregen dat niet volgens de regels is gehandeld”, zei hij na afloop. Het DAT-rapport dat “hele harde conclusies trok” is bevestigd en niet afgezwakt, concludeerde Van Hardenbroek. Volgens de jurist is er duidelijk sprake van een ‘normschending’ en “ligt die schending primair bij Vink”. In de komende weken besluiten de bewoners of ze de rechtszaak doorzetten. Van Hardenbroek zei daarover “vervolgstappen niet uit te sluiten”.
Lees ook over de eerste vijf getuigen die gehoord werden in de zaak Vink
Kijk de uitzending 'Nieuwbouwwijk als stortplaats' over de zandkwestie terug:
Schrijf je in voor de Zembla-nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze onthullende journalistiek.