Waarom de overheid gewoon zaken blijft doen met frauderende en omkopende bedrijven
02-03-2018
•
leestijd 3 minuten
•
719 keer bekeken
•
Automobielbedrijf Pon uit Leusden is zo’n beetje de hofleverancier van ’s rijks wagenpark. De schikking van 12 miljoen euro met het Openbaar Ministerie wegens omkoping hoeft daar geen verandering in te brengen. Een bedrijf wordt namelijk alleen uitgesloten van aanbestedingen als het veroordeeld is door de rechter. Met de schikking voorkwam Pon zo’n veroordeling.
De importeur van onder meer Volkswagen, Audi en Skoda doet goede zaken met de overheid. Hoogwaardigheidsbekleders, zoals ministers en staatssecretarissen, rijden in glimmende Audi’s en politiemensen zweren bij Volkswagen. Al in de jaren zestig van de vorige eeuw maakten agenten in Volkswagen kevertjes jacht op boeven. In 2010 sleepte Pon een lucratieve order binnen van de Nationale Politie voor de levering van ruim 10.500 Volkswagen politieauto’s. Met deze aankoop was een bedrag van 500 miljoen euro gemoeid.
Twee jaar later raakte Pon in opspraak. Het bedrijf zou zich schuldig hebben gemaakt aan omkoping. Politiemensen en defensieambtenaren, die betrokken waren bij de inkoop van dienstauto’s, hadden zich flink in de watten laten leggen door het bedrijf: luxe reizen, hoge kortingen op privéauto’s, gratis onderhoud, setjes winterbanden… Het kon niet op bij Pon als het om ‘relatiebeheer’ ging.
Zes corrupte ambtenaren werden door het Openbaar Ministerie voor de rechter gesleept. Maar Pon wist een beschamende strafzaak te voorkomen door een regeling te treffen met justitie, een zogenoemde hoge transactie. Om niet voor de rechter te hoeven verschijnen, betaalde het bedrijf (omzet 6 miljard euro) 12 miljoen euro. De som bestond uit een boete van 6 miljoen en nog eens 6 miljoen euro in verband met de ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel, zeg maar de criminele winst van de omkoopactiviteiten.
Niet alleen Pon kon opgelucht ademhalen.
Als het Openbaar Ministerie de vennootschap Pon voor de rechter zou hebben gedaagd wegens ambtelijke omkoping, en het bedrijf zou zijn veroordeeld tot het betalen van een boete, dan zou Pon een strafblad hebben gekregen. Met verstrekkende gevolgen voor de innige zakelijke relatie tussen het bedrijf en de Nederlandse overheid. Want de overheid mag geen zakendoen met een veroordeelde onderneming. Daar is de Aanbestedingswet uit 2012 heel duidelijk over; bedrijven die door een rechtbank zijn bestraft wegens “fraude” of “omkoping” zijn uitgesloten van overheidsopdrachten.
Met een schikking wordt deze uitzonderingsgrond dus omzeild. Geen wonder dat Pon zelf het Openbaar Ministerie benaderde met het voorstel om de corruptiezaak met een hoge transactie af te kopen. De advocaat van de onderneming deed zelfs een concreet openingsbod, zo is te lezen in de brief die ZEMBLA in handen kreeg. Een boete plus een ontneming van bij elkaar 750.000 euro leek hem een redelijk bedrag. Hoe hoog justitie aanvankelijk inzette bij de onderhandelingen over de schikking, is niet bekend, maar de kwestie werd afgehamerd op 12 miljoen euro.
En zo kan de overheid gewoon zaken blijven doen met een bedrijf dat volgens het Openbaar Ministerie jarenlang ambtenaren omkocht in de jacht op lucratieve orders. Zoals de overheid ook nog steeds zakelijke betrekkingen onderhoudt met KPMG en de Rabobank. Beide bedrijven schikten eerder voor miljoenen.