Vleesvervangers steeds populairder, maar hoe duurzaam is een vegaburger eigenlijk?
15-08-2019
•
leestijd 3 minuten
•
11121 keer bekeken
•
De verkoop van vleesvervangers in supermarkten is sinds 2017 met ruim 51 procent gestegen. Daarmee groeit ook het aanbod van vleesvervangers. Maar hoe weet je welke impact de productie van jouw vegetarische burger of balletje heeft op het milieu? Dat is lang niet even altijd makkelijk te zien.
In het
onlangs
verschenen rapport van het klimaatpanel van de VN moeten we onder meer onze eetgewoontes aanpassen als we de gevolgen van de klimaatverandering willen beperken. Terwijl een groot deel van de wereld ondervoed is, zijn overgewicht en obesitas een groeiend probleem in welvarende landen. Het klimaatpanel stelt dat we gevarieerder moeten eten en meer plantaardig. Die boodschap lijkt wel aan te slaan. Waar er vroeger in de supermarkt een bescheiden hoekje beschikbaar werd gesteld voor de kaassoufflé en de vegetarische burger, dijt het schap met vegetarische producten in de supermarkt de afgelopen jaren alleen maar
uit
.
Dierenwelzijn
Geen vlees eten, maar wél vleesvervangers: dat lijkt uit duurzaamheidheidsoverwegingen een goede keus. Het adviesbureau Blonk Consultants deed in 2017 in opdracht van de Consumentenbond een onderzoek naar de milieueffecten van de productie van vleesvervangers en vergeleek die met de productie van vlees. De conclusie was dat vleesalternatieven over het algemeen duurzamer zijn dan vlees op het gebied van klimaatverandering, watergebruik en landgebruik. En niet te vergeten: dierenwelzijn. Maar ook vleesvervangers hebben impact op het milieu.
De cijfers in de onderstaande tabel geven de milieu-impact (kilogram CO
2
-uitstoot per kilogram product) van het product weer over de gehele levenscyclus, oftewel 'Cradle-to-End of Life'. Dit betekent dat in de berekening de gehele levenscyclus van het product is meegenomen. Dus van grondstofgebruik, transport, bereiding bij de consument thuis tot de uiteindelijke afvalverwerking van de verpakkingen en restproducten.
Bron: Blonk Consultants 2017
Kippenei-eiwit
Er zijn behoorlijk wat verschillen tussen vleesvervangers. Sommige vleesvervangers doen het qua CO2-uitstoot zelfs maar een klein beetje beter dan een stuk kipfilet. Hans Blonk, directeur van Blonk Consultants, legt uit hoe dat kan. “Het produceren van vleesvervangers is uiteindelijk niet klimaatneutraal. Dat komt omdat er in sommige vleesvervangers nog steeds dierlijke ingrediënten zitten.”
Zo zijn er vegetarische burgers waar kippenei-eiwit in wordt gebruikt om de structuur en smaak van het product te verbeteren. Het kippenei-eiwit is volgens Blonk een milieu intensief product, omdat er heel veel eieren in een kilo gaan. Ook zijn er veel burgers waar melk en kaas in zitten. Vooral kaas staat hoog op het lijstje van voedsel dat belastend is voor het milieu. Om kaas te maken is veel land en energie nodig. Blonk: “Hoe meer dierlijke producten in een vleesvervanger worden verwerkt, hoe hoger ook de impact op het milieu.”
Sojavelden
Een ander veelgebruikt ingrediënt in vleesvervangers is soja. Soja wordt ook veel gebruikt in het voer van vee. De laatste tijd komt deze boon slecht in het
nieuws,
omdat continu stukken tropisch oerwoud moeten wijken voor de aanleg van velden. Is een sojaburger dan wel duurzaam?
Blonk: “Heel veel vleesvervangers zijn gemaakt op basis van soja. Als wij steeds meer vleesvervangers gaan eten, dan gaat de consumptie niet mee omlaag. Je kunt wel eisen stellen dat de soja gecertificeerd moet zijn, dus dat je zeker weet dat er niet illegaal bos voor is gekapt. Maar het is lastig om te zeggen of de vraag naar soja verhoogt of verlaagt, met zo’n overgang naar plantaardig eten."