Er zijn verschillende aanwijzingen dat tussen 1945 en nu langdurig en ernstig geweld is gebruikt tegen kinderen die onder de jeugdzorg uit huis zijn geplaatst. Daarom is verder gedegen onderzoek hiernaar zinvol, concludeert een commissie die in opdracht van het kabinet vooronderzoek heeft gedaan.
De commissie-Vooronderzoek naar Geweld in de Jeugdzorgkreeg (commissie-De Winter) kreeg zonder dat een meldpunt was geopend al ruim tweehonderd meldingen van mensen over geweld in inrichtingen en pleeggezinnen.
Via onder meer een telefonisch meldpunt en archiefonderzoek zou verder onderzoek kunnen worden gedaan. Belangrijk is ook dat dit bijdraagt aan de maatschappelijke erkenning voor wat slachtoffers is overkomen, schrijft de commissie in haar dinsdag verschenen rapport.
Ook kan worden bekeken welke mechanismen bij dit geweld een rol spelen en hoe de overheid hierop heeft gereageerd. Het gaat daarbij niet alleen om het verleden maar ook om de huidige situatie, zodat eventueel ook voorstellen voor verbetering kunnen volgen.
Verder zegt de commissie voor verder onderzoek zich ook te richten op de jeugd-ggz, doven- en blindeninstituten, de jeugdzorg in Caribisch Nederland, geweld tegen alleenstaande minderjarige vreemdelingen en geweld dat zich voor 1945 heeft afgespeeld.
Vervolgonderzoek gaat twee jaar duren omdat het veel werk kost, verwacht de commissie. Het kabinet besluit voor de zomer over de reikwijdte van het verdere onderzoek, maar het heeft Micha de Winter alvast opnieuw gevraagd de leiding van die onderzoekscommissie op zich te nemen.
Minister Ard van der Steur (Veiligheid en Jusititie) zegt in een reactie: ,,Ook al komt de conclusie van de commissie niet geheel uit de lucht vallen, toch is ze schokkend.'' Staatssecretaris Martin van Rijn (Welzijn): ,,De kennis die uit het onderzoek zal komen, kan ons allemaal helpen de huidige leefomgeving van kinderen in instellingen en pleeggezinnen nog veiliger te maken."
Jeugdzorg Nederland ondersteunt het advies van de commissie en is ook voor een breder onderzoek.